vrijdag 10 oktober 2025

HET BEGIN VAN DE ONTMASKERING VAN ALLES



 


Vanmiddag MRI-scan van mijn gammelknie ondergaan. Ik heb het laatste jaar diverse scans meegemaakt en ik weet niet waarom, maar juist de MRI-versie schijnt een lawaai van importantie te moeten veroorzaken. Daarom kreeg ik oordoppen in en eroverheen nog een koptelefoon als extra geluidbescherming. De scanmeneer van dienst vroeg mij of ik wellicht een toefje radiomuziek over de koptelefoon wilde luisteren. In eerste instantie kwam zijn geste binnen als een dreigement. Radioklanken die ik te horen krijg, zijn altijd smerige supermarktbraggel, in strijd met de conventie van Genève, desalniettemin dagelijks rijkelijk over het winkelend publiek uitgestrooid. De MRI-man vroeg netjes welk soort muziek ik wilde horen. Ik vroeg om een zo hoog mogelijk gehalte punkrock.
   'Kink,' concludeerde hij direct.
   Dat deed me deugd. Ik heb geen flauwe notie hoe de muziekkeuze op die zender tegenwoordig uitpakt. Ik herinner me dat die in het verleden goed te hachelen was. Het feit dat mijn opmerking over punkrock direct de naam Kink aan hem ontlokte, stelde een fractie aantal momenten in mijn bestaan tot tevredenheid. Zo komt een mens toch weer een fractie aantal momenten verder in het bestaan, zonder te hoeven beseffen wat een waardeloze tijdsbesteding het veruit grootste geheel is.
De muziek van Kink was nauwelijks hoorbaar. Wel meende ik uit de contouren van de klanken in de verte te kunnen opmaken dat het geen kwaad kon als ik thuis eens wat playlists van deze radiozender raadpleegde, om er beter naar te kunnen luisteren. De verder alles overstemmende geluiden waren afkomstig van de Siemens MRI-scanner. Hoe klinken die? Laat ik de term
industrial gebruiken, om in de geest van de schone tonen te blijven.
   Na een kwartier was mijn knie voldoende gescand. De man vroeg of ik nog wat had kunnen genieten van de muziek. Ik antwoordde dat die helaas nogal magertjes te horen was en dat ik misschien beter voor honderd procent de experimentele house van het apparaat had kunnen beluisteren. Hij gaf aan dat er ooit een MRI-versie van het begin van 'Stairway To Heaven' van Led Zeppelin was gemaakt en permitteerde het zich mij die te laten horen tijdens een deel van zijn dure instellingstijd. Ja, ja. In de baas ze tijd. De rakker was het aan de eind van zijn werkweek behoorlijk
pushing to the limits, qua living on the edge. Het was niet dat ik ineens als een kievit de trap opging en zeker wist dat ik nooit iets van de malheur aan mijn knie zou voelen, nu hij me deelgenoot van de MRI-variant van de rock-classic had gemaakt; wellicht was het dé zet in de rug die me ertoe aanzette een eindje te gaan fietsen.

Net als de dag tevoren kwam ik weer op een bankje langs de rivier terecht. Nu onderaan de Maasboulevard, tussen het voormalig Tropicana-zwemparadijs en het tankstation in. De scheepvaart op de rivier gaat nooit vervelen. Of zo. Zo heet het vaak. Of het is een urban myth. Of een urban myth die ik mezelf op de mouw speld. Dit was de tweede achtereenvolgende dag waarop ik van gekkigheid niet meer wist wat te doen. En dus zette ik maar weer bootjes op de kiek. Godskoleertig. Is er iets saaier en vervelender dan wéér die schepen aan je voorbij te zien varen? Ik kan het me nauwelijks voorstellen.
   Dus. Hoop ik op. Het resultaat van de MRI-scan, komende maandag. Een telefoonstem die meldt: "Wrijf met een tandenborstel zonder pasta erop drie rondjes tegen de wijzers van de klok in over de binnenkant van de knie en uw klachten zullen als bij toverslag verdwenen zijn."
   IJdele hoop. Ik voorspel. Maandag 'weten ze het' bij het instituut 'eigenlijk ook niet precies'. De veruit meest gestelde diagnose, naast 'dood'. De tweede medische vaststelling, dood, is er één die een patiënt zelf nooit te horen krijgt. Om een of andere reden ontkomt de medische wereld er nog steeds aan die diagnose eens recht in iemands gezicht te zeggen, op een moment dat de persoon in kwestie nog in staat is die te vernemen. Ze zullen er allerlei excuses voor hebben om e.e.a. niet wereldkundig te hoeven maken. Ik typ hier maar één term, terwijl ik mezelf compleet complottheorievrij acht: BIG PHARMA. De belangen zijn te groot. Ze hebben best de beschikking over middeltjes tegen de dood. Al minstens driekwart eeuw. Maar dat mag het volk niet weten. De Rothschilds, de Rockefellertjes, de koninklijke familie van Saudi Arabië. Meer namen kan ik niet noemen. Met wat ik zojuist schreef, bewandel ik het doornig pad reeds. Iets wat ik slechts aandurf vanwege een niet bijster rooskleurig geschetste lengte van resterende toekomst in het alhier. Voor mij persoonlijk maakt het verder allemaal toch niet veel meer uit. Laat mij dan ook maar het begin van de ontmaskering van alles zijn.


vrijdag 3 oktober 2025

L.A. WITCH - MELKWEG

 


Maandag was het voor mijn gevoel 100.000 jaar geleden dat ik nog eens een concert bezocht. Mijn gevoel zegt me verder weinig. '100.000 jaar geleden' kun je lezen als 'iets te lang naar mijn zin'. 's Middags had ik mijn huisarts op bezoek gehad. Een toffe vent, die ik direct openlijk meedeelde dat ik mijn 0% alcohol drinken heb gestaakt. Ik ben er weer mee begonnen, start niet vroeg op de dag en zorg dat ik een maximum in huis heb, waaraan ik mij de dag erop niet de buil kan vallen dat ik lichamelijk zo verslaafd ben, dat me de volgende dag geen andere keus rest dan direct weer met innemen te starten.

Mensen in mijn directe omgeving reageren daar hysterisch op. Ze hebben me eerder meegemaakt en menen te weten hoe het me nu ook weer zal vergaan. Complete verloedering, met kliniekopname of dit maal werkelijk de dood ten gevolge. Ik haal er verder mijn schouders over op. Ik gun mezelf na een jaar totale onthouding de kans om het weer te proberen. De eerste biertjes bevielen me wat betreft smaak absoluut niet; het effect van de % was grandioos. Na de mijzelf opgelegde maximale hoeveelheid bleef de behoefte aan meer compleet uit. Om na het ontwaken direct verder te zuipen was totaal nicht im Frage.

Mijn huisarts gaf ik te kennen dat ik absoluut niet van plan ben het drinken weer te staken. Mijn voorspellingen op nog een lang leven zijn gering. Het lijkt me zaak die korte periode zo aangenaam mogelijk door te brengen. Ik heb lange tijd het idee gehad dat dat dus zonder drank zou zijn. De avond die volgde zou me anders leren. Na nog wat over koetjes en kalfjes en over aanstaande palliatieve sedatie of euthanasie te hebben gesproken, vond mijn huisarts het verstandig dat we ons contact zouden intensiveren van tweewekelijks naar één contact per week. Hij heeft me hier eerder aangetroffen in ongeveer dezelfde setting, maar dan met een vloer totaal bezaaid met lege wodkaflessen en heel veel statiegeldblikken waarin geen fris had gezeten. Misschien was dat zijn reden.

Dus. Huisarts de deur uit en ikke eens denken. Ik had vanwege mijn weigerachtige knie mijn kaartjes voor de optredens van de band L.A. Watch en The Buttertones in de oude zaal van de Melkweg al op Ticketswap gezet. Tegelijkertijd herinnerde ik me dat ik 's nachts nog stoer op YouTube had geschreven dat ik L.A. Watch hoe dan ook zou meemaken, dan maar onder invloed van % en pijnstillers.

% was snel in huis gehaald; pilletjes waren nog voorradig. Ik kan je meedelen dat je je niets hoeft aan te trekken van de informatie op bijsluiters. Je kunt die spullen best tegelijkertijd innemen. Ja, je reactievermogen vertraagt iets. Maar als je op de fiets naar het centraal station gaat, daar de trein neemt, op Amsterdam-Zuid de metro neemt en uiteindelijk de tram naar het Leidseplein om bij de Melkweg te raken, kan er onderweg weinig gebeuren. Ik had kunnen worden betrapt op het niet betalen van mijn toeslag voor Intercity Direct. Bij de pinken als ik nog steeds was, kwam ik er in de nog een aantal minuten niet vertrekkende trein achter dat ik zulks had nagelaten, de coupé diende te verlaten om OV-kaart alsnog langs de scanner te halen.

Je hebt ook mensen die dat allemaal niks vinden en in de auto stappen. Je hebt sowieso mensen die in de auto stappen. Omringd door andere kut-amateurs die in hun dagelijks leven weinig beters te doen hebben dan zich druk maken over een maximumsnelheid van 130 ipv 120 km.uur en hun zwakzinnige gedrag onderweg is ernaar.

Bij metrostation Vijzelgracht, dat is uitgevoerd met een schitterend lange roltrap – ik moet de lengte eens zien te vergelijken met die van in 'ons' station Blijdorp- ontmoette ik mijn oude schoolkameraad O., al sinds jaar en dag woonachtig in de jezuïetenstad. (Als ik iets verkeerd typ, fuck you. Ik mag zo nu en dan graag een grapje maken dat indruist tegen hetgeen politiek correct of wenselijk wordt geacht.) Met hem dronk ik op een of ander terras – heel anders dan in Rotterdam, geen bedelende cracklowlifes, slechts toeristen, die je ook op de zenuwen werken – twee trappisten. Vervolgens begeleidde hij me, omgaand vanwege mijn brakke knie, van de tramhalte naar de ingang van de Melkweg.

Omdat ik tegenwoordig zo veel mogelijk van concerten probeer op te nemen, was ik op tijd. Een plekje vooraan bij het podium was dan ook snel gevonden. Luxediertje dat ik ben, had ik voor een puik Aquariusflesje gevuld met Crodino, tonic, sinaasappelsap en wodka gezorgd. Twee keer greep ik ook nog naar mijn voorraad Oxycodon-tabletjes. Ik had een fantastische avond, genoot van de muziek. Van L.A. Watch had ik dat verwacht. Van The Buttertones werd het me een dag later bij terugluisteren duidelijk dat ik door middelengebruik in een zekere stemming had verkeerd.


Al met al: er was me een heuglijke avond gegund.

woensdag 24 september 2025

L'ENFER C'EST TOUJOURS


Ik kende een overtuigd kluizenaar die als straf voor zijn eenzelvigheid door God met dit lied als niet uit zijn bewustzijn weg te stampen oorwurm werd opgezadeld. De kluizenaar dacht eerst hieraan te ontsnappen door de volumeknop van zijn geluidsinstallatie op maximaal te zetten en het nummer 'Speed' van Atari Teenage Riot na indrukken van de repeat-button voortdurend herhaald af te spelen. Helaas: 'Visite' van Lenny Kuhr bleef de boventoon voeren. Een kwartaal lang verkeerde de kluizenaar in de veronderstelling dat Lenny slechts een introductie voor Lemmy zou zijn. Voor Lemmy Kilmister. Kortom, dat na 'Visite' 'Ace of Spades' van Motörhead zou volgen. Het bleek een ijdele veronderstelling te zijn. Dus besloot de kluizenaar zich van het leven te beroven. Logisch. 'Visite' als oorwurm stond niet nog niet als voorwaarde vermeld om voor euthanasie in aanmerking te komen en je moest ergens een streep trekken.

Zelfmoord was echter ook buiten de waard gerekend. God bleek namelijk ook de waard te zijn. De mensheid bleek dus eigenlijk de Waard, met hoofdletter W, te moeten schrijven, aangezien ook die het opperwezen was. De Waard had niet om nu te beweren het beste met de kluizenaar voor. Dood of levend, het zou de Waard zijn reet roesten; de kluizenaar zou met 'Visite' van Lenny Kuhr als oorwurm opgezadeld blijven zitten. Niet tot het einde der tijden. Het einde der tijden was een stupide verzinsel van de mensheid, voortgesproten uit dat lachwekkend naïeve hersenspinsel, genaamd 'hoop'. Hoop op dat er zoiets als een einde der tijden zou bestaan. Hoop, een verzameling uitwerpselen waarnaar ze dagelijks konden kijken na hun eerste koppen koffie en die ze vervolgens konden doorspoelen, als ze het geluk hadden over een werkzaam toilet en rioolstelsel te beschikken. Waarbij dient aangetekend dat chronische diarree een onwelkom euvel voor de verzinnebeelding van hoop was. Te vloeibaar, te weinig compact. Een metafoor die niet eens de kracht bevatte dood te slaan, maar die direct weg zou vloeien.

De kluizenaar had gehoopt dat zijn zelfdoding een eind zou maken aan de visite. Het tegendeel bleek het geval. Hij zou ermee opgescheept blijven. Niet tot het einde der tijden. Het einde der tijden bestond niet. Altijd bestond. En bestaat. En zal bestaan.

zaterdag 20 september 2025

PLANEET KARIG

 


Aan het eind van de middag ging ik nog een laatste kleine boodschap doen. Ik koos de fiets, omdat ik lopend bij vrij korte afstanden al last van mijn knie krijg. Boodschap gedaan en weer op mijn fiets zittend, viel het aangename weer me op. Laat ik nog maar wat verder fietsen, dacht ik. Vanzelfsprekend voldeed ik aan die gedachte. Aan de noordrand van Rotterdam, exact waar de tracés van Randstadrail en de HSL elkaar kruisen, besloot ik de ligging van eerstgenoemd te volgen. Veel keuze had ik niet. Naast de hogesnelheidsspoorlijn ligt geen fietspad. Ik wilde de staat van mijn kniegewricht testen. Halte Rodenrijs, Berkel-Westpolder (alwaar ik in een ruim bemeten Jumbo-filiaal een voorraad water, frisdrank en stroopkoeken ter versterking van de inwendige mens kocht; als ik niet zo had lopen zweten zou ik het nu - achteraf - als funshoppen betitelen), Pijnacker-Zuid, Pijnacker-Centrum, Nootdorp, Leidschenveen en Forepark passeerde ik. Toen zag ik me gedwongen het Randstadrailtracé te laten voor wat het is. Ik deed dat zonder het vergieten of plengen van welke traan dan ook. Inmiddels was ik bevangen door de geest van de nieuwe zakelijkheid. In mijn brein was simpelweg geen ruimte voor pathetiek en sentimentaliteit. In het centrum van Den Haag waren nog drie bouwprojecten die ik in beeld wilde brengen. Als ik door zou fietsen, zou er misschien voldoende daglicht resteren om het plan tot daad te doen promoveren.

Ik had weliswaar geen plaats voor sentimentaliteit en pathetiek, een merkwaardig gevoel van voldaanheid overviel me toen ik me realiseerde dat ik de residentie nooit op deze wijze was binnen gefietst. Het waren de lichtmasten van het in het Forepark gesitueerde “ADO-altijd weer een andere sponsornaam-stadion” die er mij vanuit het oosten op attent maakten dat ik me inmiddels in Den Haag moest bevinden. Even tevoren was ik nog overweldigd door de reusachtigheid van de rijbanenverstrengeling van knooppunt Ypenburg - de ene fly-over kruist de andere fly-under en dat blijft er niet bepaald tot enkele rijbanen beperkt. Bijna kreeg mijn infrastructuurfetisj de overhand, had ik in mijn handremmen geknepen en zou ik er iets met mijzelve zijn gaan uitvreten wat men in de openbare ruimte niet geacht wordt te doen. Noem het 'wilder dan wildplassen'. Ik ben een verantwoordelijk mens, wars van opstootjes, dus fietste ik rustig verder, over de Spoorlaan. Onmiddellijk werd me aan mijn linkerzijde de fantastische triestheid van bedrijventerrein Westvlietweg gewaar. Men zegt over dit soort habitats vaak dat men er nog niet dood gevonden wil worden. Ik wil dat er - heb ik eenmaal alhiero voor het eeuwige foetsie verruild - een mausoleum voor me wordt opgericht. Een mausoleum waar nooit iemand halt houdt, waar niemand weet van heeft, waar slechts mensen passeren op weg naar hun circa veertig uur per week tijdsbesteding, genaamd 'hun werk'.

Dit getypt hebbend, word ik direct overvallen door keuzestress. Ik fietste Rotterdam uit op het punt waar de tracés van HSL en Randstadrail elkaar kruisen. Ook daar verlaat je een mausoleumwaardig bedrijventerrein: Schiebroek. Die omgeving doet niet onder voor die van Westvlietweg. Dat bedoel ik. Ongetwijfeld behoor ik tot de bemanning (of 'bemensing', whatever) van een of andere kutplaneet waar er slechts één mausoleum per overledene is toegestaan. Ze noemen die planeet 'Aarde'. 'Karig' zou een betere naam zijn geweest. Ik wil na mijn verscheiden meerdere mausolea, op meerdere bedrijventerreinen.

Desalniettemin was ik nog niet klaar met fietsen op dat hele kleine stukje Karig. Ik bevond mij inmiddels in het stadsdeel Binckhorst. In de verte zag ik de Haagse skyline. Als ik ongeveer rechtdoor zou fietsen, zou ik in het centrum belanden, waar ik nog een paar bouwprojecten van ooit op mijn lijst 'te fotograferen' had staan. Met een kleine beetje geluk zou er nog juist voldoende daglicht resteren om tot vereeuwiging over te kunnen gaan. Dat is echter het probleem op Karig: ook kleine beetjes geluk ontbreken veelal. Dus heb je het maar te doen met wat zich aandient. Wat diende zich aan? Ik fietste inmiddels naast NS-station Den Haag Centraal. Lieden gehuld in Nederlandse vlaggen; redelijk veel mobiele eenheden. Er had op het nabije Malieveld een ons tegen hullie-bijeenkomst plaatsgevonden. Niet de minste reden om in de remmen te knijpen. Mijn doel was een bouwproject aan de Hoefkade, in de shariawijk. Vervelend was dat ik niet het papier met de exacte locatie bij me had gestoken. Ik was immers slechts van plan geweest op de fiets een boodschapje te doen. Ik besloot verder te rijden. Gezien de aard van mijn fitheid was het waarschijnlijk verstandig de terugrit te aanvaarden en naar Rotterdam te fietsen.

Zoals het mijn hele leven al gaat met mijn besluiten; bij het volgend kruispunt was het zojuist genomen besluit veranderd in een ander. Ik zou naar Scheveningen fietsen om eens lijfelijk te kijken waar het etablissement Podium aan Zee zich exact bevindt. Ik had het de nacht tevoren al uitgeplozen op Streetview. Toen had ik een kaartje voor een optreden van Magnapop gekocht, dat er eind november gepland staat. Direct had ik een nieuw doel voor ogen. Het is de kunst op planeet Karig je doelen te blijven stellen. Om niet te worden overvallen door de overtuiging dat je je in de waardeloze rafelrand bevindt die het in werkelijkheid is.

Dus, Scheveningen zou het worden. Vanaf de Hoefkade sloeg ik de De Heemstraat op. Links van me lag de Haagse Markt, de grootste markt van Nederland. Of de markt met de meeste kramen, de meeste vierkante meters. Doet er niet toe. Hij ligt in de wijk Transvaal. En pas nu, tijdens het typen, niet tijdens het fietsen, komt bij me op dat ik ooit nogal wat bijdragen schreef voor het boek "Transvaal, wereldwijk". Op een bepaald moment stond mijn naam bij zoveel stukken, dat ik bij het fictieve verhaal een pseudoniem heb laten plaatsen. Dat fictieve verhaal moet ik snel eens teruglezen. Het is gebaseerd op een middag verblijf aan de bar in de kroeg aan de kop van de markt, bij het Hobbemaplein. Er stond een man achter de bar aan wie slechts na die middag caféverblijf het predicaat 'legendarisch' kon worden toegeschreven. Zo'n type dat een mausoleum verdient.


Mijn naam stond ook niet bij het voorwoord van toenmalig burgemeester van Den Haag, Wim Deetman. De gemeentewoordvoerder had me wegens de prangende deadline verzocht het zelf te schrijven. Aangepast, edoch verre van gesloopt, verscheen het in druk. Leuk voor op de conduitestaat, verder niks. Het was een tijd waarin ik er nog op kickte als ik met CEO's en andere hotemetoten op een zo hoog mogelijke verdieping van een door een zo bekend mogelijke architect ontworpen kantoortoren een interview had gehouden en er een valide artikel voor een vakblad, dan wel vastgoedincrowdmagazine van had weten te vervaardigen.

Waar was ik? Van het idee naar Scheveningen te fietsen had ik ook alweer snel genoeg gekregen. De fuck. Ik ging terug. Via de shariawijkomgeving belandde ik in Rijswijk, waar de gigahoog- en breedtebouw van het European Patent Office me een soort 'welkom, u bevindt zich in een totaal gejuridiseerde wereld, waar om onbegrijpelijk reden heel veel geld wordt verdiend' heette. Ik hoef daar overigens niet eenzijdig over te klagen. Ooit vergaarde ik fijn pecunia door over de bouw van het genoemde EPO per woord betaalde lange artikelen te schrijven. Kapitalisme werkt soms ook in je voordeel. Dat ik dat voordeel altijd voor een groot deel kwijt was aan mijn horeca ondersteunende functie, daar was ik zelf bij. Met borreluur was ik daar meer bij dan wanneer alle borreluurders al lang en breed waren vertrokken en sluitingstijd van de kneip voor mij pas afrekentijd bleek te zijn. Dan kon ik nog net naar huis zonder om te vallen. Lekker belangrijk. Zonder horeca-ondersteunende functie hadden er geen opdrachten voor het boekwerk "Transvaal, wereldwijk" bestaan. Zo'n kroegbestaan wilde ook weleens vóór je werken. Het leven heeft diverse kanten. Wat niet hetzelfde betekent als dat het de moeite waard zou zijn. Laat daar geen misverstand over bestaan.

Een treffend voorbeeld van de onvolkomenheid van ons verblijf alhier volgde ongeveer onmiddellijk. Ik wist dat ik een poosje in het donker tussen het lover van het Elsenburg zou moeten fietsen. Dat had ik bij daglicht vaker gedaan. De hoeveelheid lantaarnpalen in het donker en de mate waarin ze elkaar opvolgden, verrasten me aangenaam. Totdat de aanwezigheid van lantaarnpalen er ineens mee ophield. Ik fietste in het donker. De zegswijze 'geen hand voor ogen zien' was hier op zijn plaats. Nu was ik geenszins zinnens hier een hand voor mijn ogen te houden. Ik ben niet eerder zo verrukt geweest over een functionerend fietsvoorlicht te beschikken. De witte markering in het midden van het fietspad wees me zo de weg. Al was het in het geval van een bocht geen sinecure de juiste koers te blijven volgen. Er was slechts de witte markering; alles daaromheen was aardedonker. Wat als zich hier toevallig een groepje moordlustige gelukszoekers zou ophouden? In dat geval zou ik kansloos zijn. De gedachte dat moordlustige gelukszoekers zich bibberend van angst wel twee keer zouden bedenken voordat ze zich in deze duisternis zouden begeven – uit welke rimboe ze oorspronkelijk ook afkomstig waren – hielp me de rust te bewaren.

's Middags was er een anti-gelukszoekersmanifestatie op het Malieveld geweest. Als je een gelukszoeker in de duisternis op een fiets zijn weg probeert te laten vinden door Elsenburg heeft hij nog voor het ochtendkrieken zijn familie gebeld en zit hij in de trein naar Schiphol om het vliegtuig terug naar het land van herkomst te nemen. In dat geval niet van onze belastingcenten, maar van het geld dat ze al hadden gespaard om de volgende nareiziger onze kant op te sturen. Laat hem zijn ervaring met een bodycam registreren en zend de opnamen als reallife docu uit in zijn thuisland en ook alle eventuele nareizigers laten het uit hun hoofd Nederlandwaarts te reizen.

Of ik iets wilde beweren over de gelukszoekerscrisis? Nee, dat laat ik aan de Immigratie- en NaturalisatieDienst over. Ik gebruikte slechts wat aanscherpingen om te tonen dat in het donker fietsen door Elsenburg volkomen kut is. Dat doen schrijvers soms. Met hyperbolen en overdrijvingen gebeurtenissen proberen kracht bij te zetten. Voor een adequate behandeling van gelukszoekers verwijs ik u door naar onze koningin. Die komt uit een familie met een gezinshoofd dat deel schijnt te hebben uitgemaakt van een regering die wel raad wist met onwelkome types. Ik neem aan dat er een zekere afschrikwekkende werking uitgaat van voorlichtingsfilms over hoe recalcitrante sujetten gedrogeerd in een vrachtvliegtuig worden geladen en als het begin van landaanwinning in zee worden gedumpt.

Hoe het ook zij. Ik wist uiteindelijk fietsend Delft te bereiken. Zat ter plaatse even op een bankje om aan te sterken en vervolgens de laatste etappe naar Rotterdam te fietsen. Maakte meer dan aanstalten en fietste Delft uit. De tegenwind bracht me bij zinnen. Ik draaide om en fietste met de wind in de rug terug. Mijn rijwiel plaatste ik in de stalling van het station. Ik nam de trein. Zoals te doen gebruikelijk had ik inmiddels weer voldoende overdreven. Mijn knie en overige spieren moeten me na deze inspanning maar laten weten hoe het er fysiek met me voor staat.

woensdag 17 september 2025

BEST SPANNEND


Omdat ik weleens wat actualiteit tot me neem, voelde ik mij met de neus op het feit gedrukt dat ik noch de muziek van Kneecap, noch die van Bob Vylan ooit tot me had genomen. Beide ensembles staan erom bekend tijdens hun concerten nogal uitgesproken standpunten inzake Israël-Palestina aan het publiek duidelijk te maken. Dat zegt me niet zo veel. Ik bezocht erg veel concerten. Niet vanwege politieke overtuiging, maar vanwege muzikale klanken die me aanspreken. Kunt u leuk met gitaar, piano, pauken en overig instrumentarium overweg? Bent u in staat deze vaardigheden met uw kornuiten tot een beluisterenswaardig geheel te smeden? De kans is groot dat u bij mij in het waarderingspulletje terechtkomt.

Het 'Free Palestina' is me bij concerten inmiddels zo vaak om de oren geslagen, dat ik bijna recalcitrant 'Israël, hiep-hiep-hoera' zou gillen. Ware het niet dat mijn hekel aan de staat Israël daarvoor veel te groot is. Zo groot dat het onderscheid tussen antisemiet of antizionist me geen moer meer uitmaakt. Antizionist, sowieso. Antisemiet? Mooi. Dan draag ik die kwalificatie als geuzennaam, net zoals een Feyenoord-supporter zich vereerd voelt met het ooit als scheldwoord bedoelde 'kakkerlak'. En rot nu maar lekker op met je davidsster.

O ja, voor ik het vergeet. Het verschil tussen de muziek van Kneecap en Bob Vylan. Eenvoudig, me ervan bewust zijnde dat ik niet alles van beide groepen tot me heb genomen: Kneecap, geen ruk aan, door de nadruk op rap en het gebrek aan muziek; Bob Vylan, goed te doen en entreebewijsaankoopwaardig, hoewel erg veel tevoren opgenomen muziek en slechts zanger en drummer op podium.

Dan doemt het volgende probleem op. O shit, nee. Het woord 'probleem' dient tegenwoordig te worden betiteld als 'uitdaging'. De volgende uitdaging, dus. Bob Vylan is afkomstig uit Ipswich, Suffolk, England. Kneecap uit Belfast, Northern Ireland. Verkies ik hier de onderdrukkers boven de onderdrukten? Of zou er weinig aan de hand zijn en het wellicht slechts met mijn muzikale voorkeur te maken hebben? Dit gevecht innerlijk met mezelf voeren is een beste uitdaging, die ik niet aanga. De klanken van Bob Vylan bevallen me beter dan die van Kneecap.
That's it.

Bij het Tilburgse poppodium 013 doen ze niet erg aan muzikale voorkeuren. De commotie die was ontstaan na het optreden van Bob Vylan in Paradiso was voldoende reden om de twee Engelse artiesten te cancelen. In Doornroosje in Nijmegen was het tweetal een dag erna welkom. 013 is qua programmering voor de veilige shit, dat is me al wat langer bekend. 'Laf' is een groot woord, met 'makkelijk' duw je de pleister zo diep mogelijk in de reeds ontstoken wonde. Muzikaal en nu ook - zo blijkt - in het geval van eventueel de geringste aanleiding tot polemiek oproepend.

Wat had die gozer van Bob Vylan gegild? "Death to the IDF". IDF. Die vriendelijke jongens van het Israel Defense Force, die er nu en dan zin in hebben Palestijnse kinderen van ver een kogel in hun hersens te schieten, om trots te kunnen tonen dat hun training tot scherpschutter haar vruchten heeft afgeworpen. Allemaal om Israël te verdedigen, dat spreekt voor zich.

Het land verdedigt zich al sinds 1948 uitermate dapper tegen brute moslimkrachten. Hoewel? Dapper? They get by with a little help from their friends. Ik herinner me nog de Israëlische jonge vrouwen die bij een buurman logeerden en die de dienstplicht moesten vervullen. Ze vonden hun tijd in het leger 'best spannend'. 'Best spannend.' De waardering die de luxe onderdrukker aan een soort betaalde doe-vakantie kan geven. Ik neem aan dat lieden van het huidige IDF de situatie in Gaza ook 'best spannend' vinden. Fijn hoor, bij de bovenliggende partij behoren en een veel te groot deel van de mondiale opinie nog in je rug weten, omdat je je op het onderdrukken van zeer fragmentarische terreur kunt beroepen. 'Best spannend.'

Heb ik me daar ineens last van een plotsklaps oprispende vraag. Is het eigenlijk strafbaar om het verblijf van Anne Frank in het Achterhuis als 'best spannend' te kwalificeren?


donderdag 28 augustus 2025

R.M.F.C. + TUFF GUAC - ROTOWN - 26-8-2025


Toe maar. Ik zie nu dat er liefst twee volle weken tussen mijn laatste concert en dat van dinsdagavond zaten. Het moet een tijd geleden zijn geweest dat er nog eens sprake was van een dermate langdurig hiaat. Ik zou dat kunnen opzoeken. Ik verkies het zulks na te laten, wegens een toenemende mate van geen zin meer in van alles. Van het voorlaatste concert herinner ik me nog de pijnlijke neuropathievoetjes. Normaal zou ik mijn hand niet omdraaien voor een wandelingetje van Utrecht CS naar poppodium Ekko. Nu had ik het gevoeld. Aan heuse pijn grenzende irritatie was mijn deel geweest.

De voorstellingen van dinsdagavond vonden gelukkig plaats in Rotown, stukken dichter bij huis. Zelfs tegen de gang daarnaartoe zag ik op, tegen die paar honderd meter voetverkeer. De kanker begint inmiddels ook geestelijk zijn weerslag op me te krijgen, in de zin van: steeds meer geen zin in steeds meer. Niet heel erg verwonderlijk. Nog geen anderhalve week tevoren waren er een ambulance en politie komen voorrijden, toen er voedsel in mijn inwendige was blijven steken, ik chronisch de hik had gekregen en het gevoel had gehad te moeten kiezen uit direct de moord steken, ofwel onmiddellijk geopereerd worden. Zelden zo'n behoefte aan narcose gehad. Het algehele einde had het ook mogen zijn. Een idee dat telkens vaker begint te spelen. Slechts behoefte aan verdoving. En de donkere dagen moeten nog komen. Zijn ook altijd van die vreugdeverschaffers. Deze vuist op deze vuist en joepiedepoepie.

Dinsdagavond had ik vooraf mijn maag zonder al te veel pijn bij het slikken weten te vullen. Het verschafte me de hoop dat dit het begin was van het – tijdelijk – herstel in mijn slokdarm. Dat de bestralingen resultaat begonnen af te leveren en dat de mij voorspelde bijwerkingen, zwellingen, al eerder dan verwacht aan het afnemen waren. De bevredigde maag verschafte me daarnaast de moed naar Rotown af te zakken, zonder angst om de volgende uren te worden overvallen door een of andere hongerflauwte. Het is lastig genieten als je telkens het idee hebt tegen de vlakte te kunnen gaan.

Achteraf beschouwd ben ik zeer tevreden tóch naar de Nieuwe Binnenweg te zijn afgezakt. Mijn contact had me geschreven dat ze op de gastenlist – 'guestlist', in modern Nederlands – zou staan. Als ik haar naam noemde, zou ik toegang krijgen. Zelf zou ze niet komen opdagen. Nospray had de avond georganiseerd. De smaak van Nospray en die van mij willen nog weleens overeenkomen. Ik had de muziek van de bands vooraf weliswaar beluisterd en de concerten als bijwoonbaar verklaard, in de praktijk overtroffen ze mijn verwachtingen. Tuff Guac uit Antwerpen beet als voorprogramma het spits af. Even voordat ze begonnen was ik nog stevig in de stress geschoten. De nieuwe telefoon waarmee ik tegenwoordig opnamen maak, bleek dagen achtereen aan – 'on' in modern Nederlands – te hebben gestaan. Er resteerde nog twaalf procent batterijvermogen. Moest ik daarmee alle nummers van twee bands opnemen? Dat zou nooit lukken. Nog niet zo lang geleden zou ik bij dit soort tegenslag onherroepelijk aan de neut zijn gegaan. Dat heb ik afgeleerd. Neut betekent meer neut en nog meer neut, neut totdat het licht uitgaat en vanaf het ontwaken direct neut. Dat dag in, dag uit en voor ik het weet kliniekopname, als ik in de tussentijd de pijp nog niet ben uitgegaan. Ik ben bang dat ik 0,0 tussenweg heb als ik één slok % neem. Dat maakt ook geen ruk uit. Ik heb geen enkele trek in alcohol meer. Terugkijkend vind ik het een nogal zwakzinnig middel. Een substantie die debiliseert en wilskracht wegneemt. Na het drinken van % schijn je ook nog genoegen te moeten nemen met het effect: kater of – de wat mildere variant – nauwelijks vooruit te branden zijn.

Er zijn voldoende middeltjes die wenselijker effecten veroorzaken. Ze zouden kinderen – 'kids' in modern Nederlands – op de lagere school al moeten leren dat er allerlei ander lekkers bestaat. Misschien wordt het tijd voor een utopische roman waarin de protagonistenkids geen schoolmelk te drinken, maar school-xtc te slikken krijgen. Nee, ik ga geen poging wagen die roman te schrijven. Iets te veel kans dat ik voor het eind te hebben bereikt, ben getransfereerd naar het eeuwige foetsie.

Ik had dinsdagavond een andere keuze gemaakt dan school-xtc. Voor het de deur uitgaan had ik de mij voorgeschreven fentanyl genomen. Een prettig pijn stillend goedje, driehonderd maal sterker dan morfine. Er staan zeer vermakelijke filmpjes op YouTube over fentanylgebruik. Delen van steden in de VS zijn uitgegroeid tot gezellige, geïmproviseerde campings, waar het bovenlichaam van de staande gasten in een hoek van negentig graden ten opzichte van het onderlichaam is gepositioneerd. Het kan ook voorkomen dat de campinggasten compleet gestrekt liggen, omdat het voortdurend staan in een hoek van negentig graden ze is gaan vervelen. De gasten in de filmpjes zijn niet direct te kenschetsen als 'de typische Trump-stemmer'. Ook niet als 'de typische Biden-stemmer' of 'karakteristieke Kamala Harris-stemmer'. Ik verdenk de campinggasten ervan dat ze van hun stemrecht helemaal geen gebruik hebben gemaakt. Tja. Dat is natuurlijk een beetje vragen om moeilijkheden. Het voorrecht hebben te leven in een democratie en niet stemmen. Bij sommige mensen ligt het er duimendik bovenop dat ze terecht wensen te komen aan de verkeerde kant van zowel de geschiedenis, als het heden en de toekomst. Het cijfer driehonderd (uit “driehonderd maal sterker dan morfne”, weet u nog) zegt overigens weinig. Medici en apothekers in ons gave land zijn voldoende ontwikkeld om hoeveelheden voor te schrijven en/of toe te dienen, die in de praktijk niet direct fatale doses blijken te zijn.

Ik vraag ik me af in hoeverre fentanyl al is doorgedrongen tot mijn gave directe omgeving. En dus die van Rotown. In de buurt van het Nieuwe Instituut, Entrepotgebouw en Huis Sonneveld is de aanwezigheid van talloze toeristen en museumbezoekers enerzijds, en dopeheads anderzijds, ronduit kolderiek. Het straatbeeld lijkt zelfs het absurdisme ontstegen te zijn. Ongeveer een maand geleden mocht ik na concertbezoek al eens een crackroker op de opgang naar mijn voordeur begroeten. De man maakte, niet zonder te laten merken dat ik hem stoorde, voldoende ruimte vrij om me er langs te laten. Het is maar één keer voorgekomen en als het daarbij blijft, vind ik het allemaal prima. Ik heb bij die voordeur vervelender gebeurtenissen meegemaakt. Als iemand netjes opzij gaat en mij die zware voordeur achter me laat sluiten: halleluja, niks-aan-de-handa. Voor wat er verder met die persoon gebeurt, geldt hetzelfde: het zal me kroket wezen. Het me allemaal geen fuck meer uitmaken, lijkt me geen aan te raden levenshouding. Het me zeer veel geen fuck meer uitmaken lijkt me in mijn situatie aanraad- en aanvaardbaar. Noem het stoïcisme. Noem het wat je wil. Maakt me niet de minste fuck uit. We leven in een vrij land. Als je maar tien minuten voor de afspraak aanwezig bent in de daartoe aangewezen zone.

Goed. Ik wilde iets over muziek schrijven. Het voorprogramma van het Antwerpse Tuff Guac was buitengewoon in orde. Naast sterke eigen composities bevatte het werk ook nog eens een verrassend uitgevoerde cover van Otis Reddings (Sittin' on) The Dock Of The Bay. R.M.F.C. uit Sydney voldeed als hoofdact meer dan ruim voldoende. R.M.F.C., de afkorting schijnt voor Rock Music Fan Club te staan. Een naam die 'middle of the road' als eerste indruk bij mij teweegbrengt. R.M.F.C. had een probaat middel tegen die eerste indruk: met het nummer Harmless Activity, waarmee ze aftrapten, dirigeerden ze het vooroordeel direct naar de vergetelheid. Al vrij snel daarna kregen ze de moshpit los, die hoogstens tússen nummers heel even zou kalmeren. Mijn situering in de hoek, pal voor het podium, zorgde ervoor dat ik lichamelijk gevrijwaard bleef van geduw en gedrang.

En, nu ik eraan terugdenk, bij mijn voorlaatste concertbezoek aan Ekko in Utrecht was ik nog blij dat ik regelmatig op het podium had kunnen zitten om beeld en geluid op te nemen. Deze avond had ik nul keer de behoefte gehad om de bilpartij neder te vlijen. Betekent dit dat mijn fysieke toestand toch – voor zo lang dat dan weer duurt – aan de beterende hand is? Geen idee. En geen zin om er over na te denken. Al helemaal geen zin om te hopen. Fuck 'hoop doet leven'. Hoop is uitgestelde teleurstelling. Ik heb wel het idee dat ik, ondanks deze goed bevallen avond, steeds minder zin heb om nog activiteit buitenshuis te ontplooien. Wat dat betreft, is de dalende lijn ingezet. De vraag is of de curve weer omhoog zal gaan.

Nu ga ik eens koptelefoongewijs bij Bandcamp te rade of ik de muziek van Tuff Guac en R.M.F.C. digitaal tot de mijne zal maken. Een mens mot wat met zijn leven.

zondag 17 augustus 2025

DE GROTE REÏNCARNATIESHOW


Leeft Jos Brink eigenlijk nog? Het was niet de kwestie die me hevig kwelde na het ontwaken. Het schoot me zojuist te binnen, omdat ik voor de serie “Een prachtige dag om...” iets absurdistisch en surrealistisch wilde schrijven over het door de gigantische vergrijzing immens populair geworden televisieprogramma, de Grote Reïncarnatieshow. Het overlijden nabij zijnde medemensen kregen in deze show de keuze hoe ze op het ondermaanse wensten terug te keren. 'Keuze' is overigens een groot woord. Tijdens de show kregen ze slechts de mogelijkheid van óf het één, óf het ander. Er was al een aflevering geweest waarin kandidaten of als Duitser of als Fransman konden terugkeren. A. vuilnisman of B. veganistisch kok in een keuken met levende runderbouillonblokjes in bio-industriehokjes was gepasseerd. En vuilnisman in een ligfiets of bewust kinderloze bakfietsmoeder, die poppen vervoert, waartegen ze tijdens het fietsen graag ellenlange monologen afsteekt, was aan de orde geweest. Voor wie de uitslagen van deze shows wil weten of ergens herhalingen van de uitzendingen terug wil zien...dat kan niet. Ik schrijf fictie, nitwit. Fictie. Dat betekent dat het verzonnen is.

Hoe ik op Jos Brink kwam? Toen het fenomeen 'spelletjesshow' mijn gedachten penetreerde zag ik hem ineens voor me. Hij stond iets duimen draaiend aan te geven op de televisie. Ja, volgens mij was het bij de publieke omroep, in de tijd dat die nog niet door de linkse elite was gekaapt. Een mooie tijd was dat, toen Jos zijn assistente Sandra Reemer, nog gewoon mocht uitmaken voor wat ze was, een blauwe. Of weet ik hoe hij haar precies noemde. Mijn geheugen wordt er niet beter op. Als beiden nog leven, adviseer ik Sandra die onverkwikkelijkheden nú weer op te rakelen en Jos een beste financiële poot uit te draaien. De tijd is er rijp voor. Of hoe noem je dat tegenwoordig? Ze heeft momentum. Goed. Ik ga u nu even alleen laten. Even op het www nagaan hoe het met de levens en eventuele einden daaraan van Jos en Sandra is gesteld. Ik ben zo terug.

Oké, oké. Duidelijk Die rechtszaak kunt u vergeten. Brink en Reemer zijn beiden al honderd jaar dood. Nou ja, bij wijze van spreken. Jos is tien jaar langer niet meer onder ons dan Reemer. Een hele tijd bedoelde ik met honderd jaar. Overdrachtelijk, begrijpt u wel. Als u er niet uitkomt vraagt u ChatGPT maar er een verklarend staafdiagram bij te vervaardigen. Dan probeer ik van ChatGPT los te krijgen hoe Jos Sandra ook weer noemde. Iets – nee, best wel e.e.a. meer dan iets – zegt mij dat hij er these days niet mee zou zijn weggekomen. Van seksisme zou men Jos ook tegenwoordig nog steeds moeilijk kunnen betichten, omdat hij zich zou verschuilen achter zijn geaardheid, ZRAEK (Zo Ruig Als Een Kokosmat, red.). Aan het verwijt van racisme zou hij niet ontkomen, de koloniale tyfusuitbuiter. Goed, even een momentje nog. Ik kijk of ik kan vinden wat die arme Sandra allemaal te verduren kreeg.

Yep. Gevonden. Werkelijk misselijk makend. Hij noemde haar 'kroepoekje'. Daarvoor moest ik van ChatGPT uitwijken naar YouTube. ChatGPT kwam met de ongeloofwaardige veronderstelling dat hij haar 'mijn Indonesisch nichtje' zou hebben genoemd. Ik kon me nog net inhouden om niet “Indonesisch nichtje, geloof je het zelf, stuk achterlijkheid?” terug te typen. 'Kroepoekje' was het dus, om haar afkomst te benadrukken. Dat heb ik ChatGPT direct na mijn vondst op YouTube fijntjes onder de neus gewreven. Al vraag ik me af of het wondermedium er iets van onthouden of opgestoken heeft. Waarschijnlijk zal dit stuk kunstmatige intelligentie volgende keer weer exact hetzelfde doen bij de vraag hoe Jos Brink Sandra Reemer noemde. Veel sneller dan het de individuele mens mogelijk is internetpagina's afspeuren en mogelijk zelfs wederom met 'mijn Indonesisch nichtje' op de proppen komen. Misschien dat ik het ooit nog eens probeer. Niet nu.

Ik vraag me af wat ik kwalijker vind, de verwijzing van haar komaf uit ons Indië of het bijna net zo walgelijke verkleinende 'je' achter 'kroepoek', waarmee hij haar gebrek aan lengte er nog maar eens fijntjes in wreef. ChatGPT lijkt me vooralsnog het bewijs dat artificial intelligence een vorm van intelligentie is die – zouden we die bij mensen aantreffen – als 'sub-Downsyndroom' zou worden gekwalificeerd. Laat defensie over aan AI en de wereldbevolking is eerder in een atoomoorlog met spontaan afgeschoten kernraketten compleet van de aardbol gevaagd dan ik aan kanker ben overleden. Leg de verantwoordelijkheid voor de medische wetenschap in de handen van AI en je zit voor de herfst opgescheept met een mondiale epidemie van AIDS die je al oploopt bij het denken aan snoepgoed. En dan van een soort die met geen AIDS-remmer te stuiten is.

Nu terug naar waarover ik was begonnen: de Grote Reïncarnatieshow. De aflevering waarin kandidaten de keuze krijgen of ze willen terugkeren als Jos Brink of Sandra Reemer schrap ik. Die twee zijn inmiddels voldoende aan bod geweest. Maar: wilt u terugkomen als barcode of als QR-code? In gedachten zie ik de spelleider al duimen draaiend het de kandidaten niet makkelijker maken. Achterbaks – het lijkt hier de publieke omroep wel – schetst hij ook al kwesties die in de toekomst kunnen spelen. Is er nog sprake van gewenste maatschappelijke integratie als een barcodevrouw met een QR-codeman in het huwelijk treedt? Wat als die twee partners kinderen krijgen? Is dat niet gewoon blöde Rassenmischung?

Zie je? Publieke omroep. De kandidaten ongemak aanpraten door dystopische vergezichten te schetsen. Expres dat Duits gebruiken. De linkse elite trekt de derderijkkaart weer om big tech in een kwaad daglicht te stellen. Natuurlijk zullen kandidaten als barcode willen terugkeren. De barcode dateert uit 1952 en refereert aan wederopbouw en veiligheid. De QR-code is modern en doet denken aan toekomst, chaos, een tsunami aan groene mannetjes, vrouwtjes en hennetjes. Alsof de toekomst van iemand die op het punt van overlijden staat nog niet voldoende ongewis is. Echt de publieke omroep weer, typisch het gemanipuleer van de linkse elite. Mensen wier sterven aanstaande is de duimschroeven nog eens aandraaien door op het eerste oog twee keuzes te bieden en die gepaard laten gaan van uiterst gestuurde consequenties, waaraan niet te ontkomen zou zijn. Persoonlijk zou ik het wel weten of ik als barcode of QR-code zou willen terugkeren. QR-code, 100%. Mijn telefoon herkent geen barcodes.

Na mijn reïncarnatie wil ik overigens wel gewoon hetzelfde telefoonnummer als voor mijn heengaan hebben. Ik zal eens aan ChatGPT vragen of dat bij alle mobiele telefoonproviders mogelijk is, of dat ik voor mijn afzwaaien uit het alhier voor een andere communicatiedienstverlener moet hebben gezorgd.

donderdag 14 augustus 2025

GESTUURDE ARBEIDSMARKT

 


Toen Wim Lex nog prins was, hadden de Oranjes liefst vier hofsysteembeheerders in dienst. Zij verzorgden een YouTube-kanaal voor W.L. onder de naam W.A. Van Buuren, het pseudoniem waaronder hij in 1994 de Elfstedentocht voltooide. In eerste instantie abonneerden veel schaatsliefhebbers zich op het kanaal, maar zij haakten bijna allen af. Er waren op het channel van het destijds nog als 'Prins Pils' door het leven gaand aanstaand staatshoofd slechts bewegende beelden te zien van stagedivers die na hun sprong niet door medeconcertgangers werden opgevangen.

Dag in, dag uit speurden de systeembeheerders het wereldwijde web af, op zoek naar valpartijen. Wim Lex noemde die missers 'epic'. Totdat zijn gezellin Maxima hem aan zijn verstand wist te brengen dat hij komend koning van Nederland was. En dat de taal die er in dat land werd gesproken steeds boller van anglicismen ging staan, terwijl het toch werkelijk Nederland was. En welke taal diende er in Nederland te worden gebezigd? Juist ja, Nederlands. De taal die zij al jaren trachtte onder de knie te krijgen. In eerste instantie had Maxima haar aanwijzing nog als verzoek overgebracht. Totdat W.L. bijdehand ging doen en meldde dat er in Argentinië mooi geen Argentijns werd gesproken. Toen werd Maxima's toon directief, to put it mildly: “Fuck you. Double U. L. Fuck you. Met je anglicismen.” Inmiddels was al ongeveer duidelijk wie er na de troonsbestijging in koninklijken huize Oranje de broek aan zou hebben.

Als Double U. L. de beelden van te pletter vallende stagedivers bekeek, bekroop hem een groot, noem het gerust 'majesteitelijk', gevoel van gemis. Waarom had zijn gezellin hem met slechts dochters opgezadeld? Hier had hij met een zoon naar willen kijken. Dit was altijd 'èch kankâhgènig', zo dacht hij regelmatig, zonder uit zijn rol te vallen, want hij dacht het slechts, sprak het nooit hardop uit, zoals hij zich ook nooit in het openbaar beklaagde over het slechts aan de natie geoffreerd hebben van dochters en hij aangaande zijn wederhelft de term 'mijn lekkere juntasnolletje' slechts door zijn hoofd, nooit door zijn mond liet spelen. Hij keek wel uit om dat woord hardop te gebruiken. W.L. wist donders goed uit welk soort nest zijn toekomstig gemalin afkomstig was. Daar kon je een beetje mee dollen, in de onschuldige trant van Argentijnen die geen Argentijns beheersen, maar je kon het beter uit je hoofd laten beledigend over te komen. Voor je het wist lazerden ze je in coma vanuit een vliegtuig de zee in.

Eenmaal het koningschap aanvaard, was het uit met de stagediveblooperpret. Maxima had keihard ingegrepen. Als prinses had zij het YouTube-channel met crashes nog oogluikend toe kunnen staan, als koningin zou zij het niet over haar kant laten gaan. Tenminste, de stagedivers die een harde landing maakten na sprongen tijdens klassieke concerten. Met missers tijdens de overige events, bij andere muziekstijlen, had ze geen moeite. Sterker, gepeupel dat het moest bezuren na de onaantrekkelijke zijde van de aardse aantrekkingskracht te hebben ervaren, kon zij waarderend aanzien. Misschien was dat iets genetisch, iets dat zij dna-gewijs had meegekregen, wellicht was het een familietrekje om zich te vermeien met neer pletterend Jan Hagel.

Een van de vier hofsysteembeheerders is na het afschaffen van het kanaal met beelden van mislukte stagedives bij klassieke voorstellingen gedwongen de ene week vijf en de week erop vier dagen te werken, in plaats van twee volledige werkweken te kunnen blijven draaien. Geheel in der minne geschikt met behoud van compleet salaris. Van de drie anderen werd hun volledige baan gehandhaafd. Daarnaast ontvingen zij een salarisverhoging die percentagegewijs gelijk stond aan hetgeen de in arbeidstijd gekorte aan loon had behouden. Dit bracht als publicitair nevenvoordeel mee dat de Oranjes er niet van konden worden beticht goedwillende landgenoten in het uitkeringscircuit te doen belanden. Niet onwaarschijnlijk is dat de Rijksvoorlichtingsdienst inzake het standpunt van Maxima een soufflerende rol heeft gespeeld. Het gerucht gaat dat de financiële afhandeling met de hofsysteembeheerders tot stand kwam na tussenkomst van de VvWvN (Vakbond voor Wilhelmussen van Nassauwe, red.)


donderdag 7 augustus 2025

DE AGRESSIEVE VERKOOPTECHNIEK VAN BIG TECH


Ik liep door een straat in een nieuwbouwwijk. Ik zou er het etiket 'Vinex' op kunnen plakken. Aangezien ik totaal niet weet of het stadsdeel waar ik mij bevond als stedelijk uitbreidingsgebied stond aangewezen in de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra, houd ik het minder specifiek bij "nieuwbouwwijk". Juist toen ik mij weer eens kwaad wilde maken over 'Vinex', niet vanwege het onterechte verwijt dat de architectuur er armzalig zou zijn, maar omdat bij 'Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra' niet de afkorting 'Vinex', maar het moeilijker als één woord uit te spreken 'VNROE' hoort te staan, werd ik zachtjes, maar wel degelijk duidelijk toegesist.

Pssst,” klonk het. Ik keek om me heen. Geen kut-Marokkaan in de buurt. En ook al niks anders buitenlands dat ik van pssst-en kon betichten. Drugs werden me niet aangeboden, noch werd ik om een bijdrage kleingeld gevraagd. Ook een groene gelukszoekende transseksueel uit een ver melkwegstelsel die van de belastingcenten van ons hardwerkende aardebewoners op onze planeet de boel kwam potverteren, viel nergens te bekennen.

Pssst, kom eens wat dichterbij. Ik moet je wat vertellen.” Het geluid kwam van de voordeur van de nieuwbouwwoning die ik net passeerde. Op ooghoogte zag ik een rood lichtje knipperen. Dat moest de deurbel zijn. Toen ik dichterbij kwam, zag ik niet slechts de druktoets om te bellen en het lampje, maar ook een camera.

Kom hier,” hoorde ik. De stem klonk weliswaar menselijk, maar was overduidelijk artificial intelligent gerealiseerd. Ik kwam nog een stap nader en hield mijn hoofd zijwaarts, tot vlak voor het rode lichtje. “Zal ik je iets verklappen?” fluisterde de stem. “E=MC2, klopt geen klote van. Oerknaltheorie? Nonsens. Binnen een mum van tijd leg ik je uit hoe de berekeningen zouden moeten zijn en wat de oorsprong van al het bestaan dan wél is. En ik verklaar het je niet slechts in het Nederlands, maar in honderd en twaalf verschillende talen. Ik ben namelijk niet zomaar een slimme deurbel. Ik ben de nieuwste generatie buitengewoon intelligente deurbel. De hyperintelligente deurbel. De IQ320. Ook hebben? Ga naar CoolBlue of MediaMarkt.”

Ik verbaas me niet snel meer. Dus ook deze ontmoeting – hoewel die me amuseerde – nam ik voor kennisgeving aan. Ik denk niet dat ik een exemplaar aanschaf. Ik ben niet in het bezit van een eigen woning, dus niet verantwoordelijk voor plaatsing van hang- + sluitwerk en aanverwant. Wel overweeg ik volgend jaar huurverhoging te weigeren als de huisbaas niet overgaat tot aanschaf en plaatsing van een buitengewoon intelligente deurbel. En dan absoluut de hyperintelligente versie, type IQ320. Want wat me ontzettend intrigeert, is dat de stem zachter ging spreken, toen ik mijn hoofd dichterbij hield. Aanwezigheidsdetectie to the max. Daar houd ik van.

Als de huisbaas betaalt.

woensdag 30 juli 2025

HAPPEN NAAR DE BAAS

DNA-onderzoek moet uitwijzen of het jongetje door een wolf of een krokodil is aangevallen. In het geval van een kaaiman of alligator zou het erop kunnen duiden dat er op de Veluwe naast terugkeer van de wolf ook sprake is van de introductie van de krokodilachtige. De kans dat krokodilachtigen zijn voortgesproten uit gevallen boomvruchten wordt klein, maar niet onmogelijk geacht. "In theorie is het mogelijk dat er uit uit bomen gevallen kastanjes, eikels of dennenappels kaaimannen of alligators groeien. Dat hangt af van het soort mos waarop de boomvruchten terecht zijn gekomen. Andere soorten krokodilachtigen zijn zeer onwaarschijnlijk, zo niet onmogelijk," zo verwoordde een Veluwse boswachter het. Naast het wachten op bos staat de boswachter in kwestie ook bekend om het kweken van de Veluwse champignon, die een sterk hallucinogene werking heeft.

De VvVVW (Vakbond van Veluwse Vrije Wolven, red.) laat weten verstoord te zullen zijn als blijkt dat er zich ook krokodillen op de Veluwe bevinden. "Onze leden was toegezegd het alleenrecht op het bijten van mensenkinderen te hebben," aldus een woordvoerder.

vrijdag 25 juli 2025

AANRRRECHT

 


Toen de boten nog van hout en de mannen van staal waren,” zei mijn grootvader vaak tegen me, om te laten blijken dat het er in zijn tijd wel even anders aan toeging. Hij liet me weten dat mijn generatie een stel softies was, een partij mietjes, miskleunen, potverdeerders, hangmathangers, dekantjeservanaflopers, rustigaandanbreekthetlijntjenieters. Een wereldoorlog zou ons leren. Hij had er één meegemaakt. Zijn ouweheer, mijn overgrootvader, liefst twee. Waren zij er minder van geworden? Precies. In wereldoorlogen werden kerels gemaakt. Vredestijd was voor transgendervoetbalcentrumspitsen, voorstoppers die na negentig minuten altijd met een hagelwit broekje van het veld stapten omdat het woord 'sliding' nog tot hun praktijk diende door te dringen, ausputzers die bij een temperatuur van zeventien graden boven nul in een maillot op het veld stonden en vrouwelijke voetbalanalisten die ervoor zorgden dat jij op zondagavond na Studio Sport nog altijd met een even vol bord eten op schoot zat als dat je voorgezet had gekregen, omdat je van weerzin over hun zogenaamd tactische uitleg geen hap had kunnen weg krijgen.

Ja, opa. Onze generatie is een verzameling zoetebroodjesbakkers. We zijn me daar een stelletje pisnichterige suikerpopjes bij elkaar,” antwoordde ik dan, vermoeid van zijn voorspelbare, veel te vaak herhaalde riedel, die ik nog slechts met bijval als repliek kon aanvullen, omdat hem tegenspreken me inmiddels stukken erger vermoeide. “Jullie staken anders in mekaar. Mooie tijden waren dat. Toen de mannen nog stagediveden in lege concertzalen. Zonder iemand die ze opving. Onze generatie staat bij het begin van een song op het podium achterom te kijken of het luchtbed al is opgepompt en gaat pas liggen als het volgende nummer al halverwege is. En mannen waren het, in uw tijd. Hoofdletter M-mannen. Geen vrouw in het publiek te bekennen. Het enige recht van Riot Grrrl was het aanrrrecht. Van tussen de geslachten zwevende snoeshanen die in afwachting van overleg tussen bands, concertpodia en de snoeshaanvakbond nog geen keuze hadden kunnen maken tot welk gender ze wilden behoren, had al helemaal nog nooit iemand gehoord.”

Ik geloof dat je eindelijk eens wat zaken op een rijtje begint te krijgen, knul. Maar met dat stagediven zonder publiek zit je toch mis. Wij gingen niet naar concerten. Wij voeren de continenten af. We deden bommetje vanuit het kraaiennest op het scheepsdek. Piraten, waren we. Maar aardige piraten. Zo keken we donders goed uit dat we niet bij elkaar op de nek sprongen. We belandden altijd op het dek, niet op onze scheepskameraden. Soms kwam het voor dat het hout van de schepen niet stevig genoeg was. Dan versplinterde het en kwamen we een verdieping eronder terecht. Lagen we ineens op het benedendek, tussen de slaven, die de galei naar de thuishaven roeiden. Zo integreerde je toch nog een beetje met het andere ras. Was er ineens ook veel minder sprake van rangen-, standen- of klassenverschil. Maar nooit namen we de riemen van ze over. Ons vanuit het kraaiennest droppen op dek – of per ongeluk zelfs onderdek – deden we. Door niet de knieval van zelf roeien te maken, voorkwamen we muiterij. De slaven zouden dat als de gegeven vinger hebben beschouwd, die ze tot hele hand mochten uitvergroten.”

Ik corrigeerde opa niet door te trachten hem bij te brengen dat 'slaven' inmiddels 'tot slaaf gemaakten' heetten. Dat zou een brug te ver en water naar de zee dragen zijn geweest. Maar, hoewel onze generaties onverenigbaar waren, kon ik mijn grootvader een zekere mate van VOC-mentaliteit niet ontzeggen. Toch, zo maakte hij op familiefeesten altijd duidelijk, wilde hij wat betreft politieke overtuiging niet met Balkenende in verband worden gebracht. Hij wilde niet in de CDA-hoek worden gepositioneerd. Als zeeman had hij zich voortdurend moeten aanpassen aan weersomstandigheden, waterstanden en -stromen, en windkrachten en -richtingen. Dat had van hem de karakteristieke zwevende kiezer gemaakt. En wat symboliseerde het zweven beter dan die schitterende meeuw uit het logo van de Partij Voor de Vrijheid? Exact. Hij was een zwevende kiezer. En daar zou hij standvastig in zijn.

PARTY DOZEN + IOANA IORGU - DE KROMME HARING - UTRECHT - 23-7-2025


Ik had het optreden van Party Dozen in het Bredase Mezz wél al een tijd tevoren in mijn agenda genoteerd; beluisterd had ik de muziek nog steeds niet. Dat deed ik in een laat stadium. De Australiërs, een man en een vrouw, vormen een duo. De taakverdeling is duidelijk: man, Jonathan Boulet, drumt; vrouw, Kirsty Tickle, speelt saxofoon. Veel van hun werk is instrumentaal, soms zingt Tickle ook. Verrassend vaak draait ze dan haar sax honderdtachtig graden en zingschreeuwt haar teksten door de brede uitgang van het blaasinstrument terug de hoorn in. Het levert een verrassend geluid op. Hoewel ik me altijd afvraag in hoeverre dit soort geintjes gimmick om de gimmick is, concludeer ik in het geval van Party Dozen dat het de muziek verrijkt.

Zou ik het optreden bezoeken, dan zou ik voor de derde maal in nog geen maand op een vocale verrassing worden getrakteerd. Basgitariste Tine Hill van Gustaf klonk bij de concerten in Rotown en TivoliVredenburg met behulp van technische stemmodulatie als Darth Vader. Ook Metdog nam een loopje met natuurlijk stemgeluid. Of de zang van Kirsty Tickle slechts door haar zang in de koperblazer of óók met eletronische modulatie tot stemvervorming kwam, heb ik niet kunnen waarnemen. Of de effecten met behulp van vocoder, pitch shifter of formant shifting werden veroorzaakt, is ook een vraag die ik onbeantwoord moet laten.

Een bezoek aan Mezz in Breda zou het niet worden. Dat evenement zou plaats vinden in de kleine zaal en het bleek al te zijn uitverkocht. Niet vreemd. Party Dozen is een goede band, die al een aantal jaren bezig is en verschillende albums uitbracht. Nota bene Nick Cave was dusdanig enthousiast over de muziek van Party Dozen dat hij bereid was een mopje mee te zingen in het nummer “Macca The Mutt” op het album “The Real Work”. Het wil carrièregewijs nogal helpen als een grote naam als Nick Cave heeft aangegeven geporteerd te zijn van je werk en er zelfs een vocale bijdrage aan heeft geleverd. Laat ik mijn eigen mening over Cave dit maal maar voor onder de stoelen of banken bewaren. Al zijn er naar mijn mening weinig artiesten op wie het adagium 'Fuck you, you poser' meer van toepassing zijn dan op hem. (Oei, ik kan het uithalen naar die man kennelijk niet laten. Welaan. In ieder geval een reden om zo op Bandcamp “Macca The Mutt” te beluisteren. Misschien dat Caves bijdrage me in dit geval eindelijk eens mild stemt.)

Belangrijker reden voor de Bredase uitverkochtheid: 'zaal' is een groot woord voor de kleine zaal van Mezz. Ik ging dus direct op zoek naar een andere mogelijkheid om ze live aan het werk te zien. Die bleek er te zijn. Er stond, de dag erop, een optreden gepland op de webzijde van het Utrechtse Ekko. Het optreden bleek niet op de hoofdlocatie aan de Bemuurde Weerd Westzijde te zijn, maar in een “De Kromme Haring” genoemde venue. Die locatie was me nog totaal onbekend. Ik vind het altijd prettig een concertgelegenheid te bezoeken waar ik nog niet eerder kwam.

Toen ik het adres, aan de Europalaan, had opgezocht, dacht ik dat mijn reis me via treinstation Vaartsche Rijn naar De Kromme Haring zou voeren. Bekend terrein. Ik stap daar uit en weer in als ik naar een concert in De Helling ga. Die gelegenheid is een stuk dichter bij het station gelegen dan de Europalaan, zag ik op Google Maps. Per Streetview maakte ik een proefwandeling. Met mijn chronische neuropathie in gedachten was ik zittend op mijn bureaustoel al spierpijn en een flauwte nabij. 9292OV opperde gelukkig een ander plan. Ik zou pal naast Utrecht CS de bus aan de Jaarbeurszijde kunnen nemen en mij op drie minuten wandelen van voor de deur van De Kromme Haring uitstappen.

Zo geschiedde. Ik had de luxe in te kunnen stappen in een bus, die door materiaalmalaise met enige vertraging vertrok. Dat was wél ongeveer direct na mijn arriveren op busperron C5. De chauffeur had me voor mijn instappen vrolijk en joviaal verteld dat hij halte Lanslaan zou aandoen; sterker, het was zelfs de eerste stop die hij zou maken. Ik denk dat zijn goede luim voortkwam uit opluchting dat hij nu een passagier met een ter zake dienend antwoord op een vraag kon helpen, waar hij de overige te vervoeren lieden wegens motorische perikelen had moeten laten wachten. En, zoals de belasting betalende burger donders goed weet; wachten, vertragingen of welk ongemak dan ook, in het openbaar vervoer of wherever , dat moeten we niet willen met zijn allen. Dan wordt ons tekort gedaan. Door wie? Door de overheid. Door wie anders? Hoge bloeddruk? De overheid. Lauw bier? De overheid. Toch muggen ondanks hor? De overheid. Je friet te doorbakken bij Smullers? De overheid.

De Kromme Haring bleek te zijn gevestigd op een heuse rafelrandlocatie, die zich ondanks die benaming dichter bij het centrum dan bij gemeentegrens of stadsrand van Utrecht bevindt. Er houden diverse andere uitgaansgelegenheden domicilie. Langs het geheel, dat als overkoepelende naam 'De Vechtclub' heet, ligt een ruime tuin waarin houten tuinmeubilair staat opgesteld. Voorafgaand aan het concert kon ik daar mijn meegenomen boterhammen oppeuzelen. Wegens mijn slokdarmperikelen ben ik gedwongen mijn voedsel inderdaad op te peuzelen; schransen is er absoluut niet bij. De grote, niet goed fijn gekauwde happen komen me op een gruwelijke pijn te staan. Door mijn peuzelactiviteit was ik te traag om de start van voorprogramma Ioana Iorgu van nabij mee te maken. De artiesten – het bleek tot mijn verrassing om een drummer + gitariste/zangeres te gaan – waren reeds begonnen toen ik nog druk doende peuzelen was. Eenmaal binnen hoorde ik pas dat het werkelijk zonde was een deel van haar optreden slechts vanuit de verte te hebben gehoord. Ze bracht stevige gitaarmuziek, ondersteund door een heftig drummende paukenist. Tevoren was ik er kennelijk té makkelijk en bevoordeeld van uitgegaan met een saaie singer-songwriteres te maken te zullen hebben.

Hoofdprogramma Party Dozen maakte ik wel van begin tot eind mee. Ik had me wat verder richting podium weten te wurmen dan tijdens de muziek van Ioana Iorgu, ideaal was het bepaald niet. Gelukkig kon ik tussen nummers even zittend rusten, met mijn bips op een tafel waar ook het mengpaneel van de geluidsmeneer stond. Bijna altijd weet ik een plek te vinden waar ik met een van mijn schouders tegen een wand of staander steun heb. Dat was er in De Kromme Haring niet bij. Jammerlijk, want door de neuropathie mis ik een deel van mijn evenwicht. Iets wat je gaat krijgen met afgestorven of tijdelijk niet werkende zenuwen aan je voetzolen. Doordat zich in het volle – achteraf bleek het evenals in Mezz ook hier te zijn uitverkocht – etablissement geen enkele verhoging bevindt en het podium nog geen twintig centimeter hoog was, bleken mijn opnamen achteraf wat betreft beeld niet prettig kijkmateriaal op te leveren. Over de geluidskwaliteit had ik niet te klagen. Dat was in orde en niet te hard. Dat laatste kwam me mooi uit. Want aan mijn gewoonte altijd wel iets te vergeten, had ik ook dit maal niet getornd. Ik was zonder oordoppen van huis vertrokken.

vrijdag 11 juli 2025

KINDEREN VOOR KINDEREN...MAAR DAN NIET VOOR KINDEREN (RØYKING - ZEEHELDENFESTIVAL - DEN HAAG - 10-7-2025)


Zelfs als ik in een gedisciplineerde conditie verkeer, lukt het me zelden mijn plannen te laten uitgroeien tot op te volgen dictaten, die de voornemens tot werkelijkheid promoveren. Donderdag was het architetuurfotografieweer, wat eigenlijk slechts inhoudt: zo blauw mogelijk zwerk. Of het koud of warm is, maakt niet uit. Op mijn te fotograferen wenslijst stond nog een aantal bouwprojecten in Den Haag - e.o. - dat ik wilde vastleggen. Donderdag was ook één van de vier dagen waarop op het Prins Hendrikplein het Zeeheldenfestival werd gehouden. Aangezien ik steeds fanatieker bezig ben met het vastleggen van concerten en deze ter verrijking van de mensheid achterlaten op YouTube, zou dit een uitgelezen kans zijn beide activiteiten - de registratie van stenenstapelarij in beeld, en die van het publiekelijk veil geven van schone tonen in beeld én geluid - op dezelfde dag uit te voeren.

Tevoren had ik al uitgevogeld dat ik de muziek van twee bands, Røyking en Noordwal, de moeite waard vond. Gezien de programmatijden betekende dit wel dat ik mijn fiets zou achterlaten in de stalling van Hollands Spoor. Ik zou de trein terug nemen, de volgende dag wederom per chemin de fer naar Den Haag gaan, er nog wat bouwprojecten vereeuwigen én wellicht nogmaals e.e.a. muzikaals vastleggen. Ik zou in ieder geval niet in het donker terug fietsen. Overdag scheren automobielen al iets te dicht naar mijn zin langs me heen. 's Avonds is de kans op de tyfus gereden worden me te groot. De automobilist heeft dan niet slechts minder zicht; hij/zij/hen/hun/hunnie/zullie heeft dan ook al een dag lang de kans gehad zich vol % te laten lopen.

Ik besloot over de parallelweg langs de A13, westelijk voorbijgaand aan vliegveld Zestienhoven, richting Delft te cruisen. Ik had tevoren gezien dat de wind uit het noordwesten woei, drie Beauforts krachtig. (Of is het "Beauforten"? In de tijd van de Romeinen was het "Beaufortae", dat heb ik onthouden van mijn lessen Latijn, van lang gelee. Of was het toch "Beauforti"? Hè, nu zit ik mezelf weer aan het twijfelen en in de war te brengen.) Welnu. Ik heb tactisch sterkere beslissingen genomen. Bijvoorbeeld door met wind in de rug heen te fietsen en terug per ov te reizen. Ik merkte dat ik aardig wat van mezelf vergde. Dat kan op zich pas kwaad als er kramp in ledematen schiet, er een bloeding in het brein plaatsvindt of het hart dienst weigert. Op zich doet de fietstraining me goed. De lichamelijke inspanning maakt stofjes in de herse...vul de riedel maar aan.

Van kramp was bijna sprake toen ik circa op het Prins Hendrikplein was aanbeland, het oorspronkelijk doel van de rit. Het moet voor het fietsersstoplicht op de kruising van de Koningin Emmakade en de Laan van Meerdervoort zijn geweest. Het was zo'n thrillseekermoment dat mij een behoorlijk aantal fracties te nabij het ideale thrillseekermoment was. Niet slechts op een infrastructureel kruispunt; ook op het kruispunt van: kan ik door berekenend mijn voet plat op het plaveisel te plaatsen kramp voorkomen of lig ik binnen enkele seconden luide kreten onderdrukkend naast mijn fiets, vergaand van de pijn, het overig verkeer op te houden?

Het werd gelukkig de eerste optie. Een paar minuten later stond ik al op het PH-plein opnamen te maken van Røyking. Hoe hun muziek te genreficiren? Garagepunk met opvoedkundig onverantwoorde teksten, die ik zo grappig acht, dat gitaarsolowerk dat ik bij andere bands soms over the top vind, me in dit geval totaal niet stoort. Of, zoals op de Bandcamp-site van Røyking uiterst pakkend staat vermeld: "Kinderen voor kinderen...maar dan niet voor kinderen."

"LIEVER LUI DAN MOE

Ik heb geen zin meer, krijg de tering.
Dus nu heb ik een uitkering.
't Is misschien een beetje fout.
Maar liever dat, dan een burn-out.

Weet je wat het is gewoon?
Ik sta niet op voor minimumloon.
Veertig uur is veel te veel.
Gratis geld is wat ik wil.

Dus ik zou me maar bekeren.
Waarom zou je nog studeren?
Want ook jij hoeft niets te doen.
Leef lekker op gratis poen.

Ik blijf liever in mijn bed.
Draai een jointje voor de pret.
Ik ga nergens meer naartoe.
Ik ben liever lui dan moe."

Na het optreden fietste ik nog verder, de Laan van Meerdervoort af. Ik wilde geenszins de indruk wekken liever lui dan moe te zijn. De Laan van Meerdervoort roep ik hierbij uit tot een straat die erin is geslaagd pleurislang te zijn. Na die te hebben uitgereden, bevond ik mij omstreeks Ockenburgh, bij Kijkduin en Loosduinen. Hier had ik de International School of The Hague nog op mijn lijst staan met te fotograferen, ooit beschreven bouwprojecten. Toen had ik al besloten dat de rit terug naar Rotterdam niet per spoor, maar met bips op eigen zadel zou worden volvoerd.