woensdag 14 mei 2025

VAMPIRE BOYFRIEND - MUZIEKWERF - MOTEL MOZAIQUE - ROTTERDAM - 19-4-2025


Voornemens. Ik heb me voorgenomen er niet meer aan te beginnen. Mijn hele leven heb ik niets zo weten te fnuiken als gemaakte voornemens. Zoals stoppen met roken en stoppen met drinken. Telkens nam ik het me voor, even zo vele malen sneefde ik. Toen ik moedeloos had besloten dat het stoppen nooit zou lukken, stak ik ineens geen sigaret meer op. Vanzelf. Er kwam geen wilskracht aan te pas.

De later erop volgende diagnose van kanker maakte dat ik, onder het motto 'mijn doodvonnis is getekend', zwaar aan de drank ging. Zo zwaar dat ik voor de vierde maal in mijn leven moest worden opgenomen in een detoxkliniek. Ik wist dat het me op eigen gelegenheid niet zou lukken af te kicken van de %. Daar moesten professionele begeleiding én inname van benzodiazepinen aan te pas komen. Met als overtuiging 'ik probeer zo lang mogelijk te blijven leven, dus ik moet mijn bestaan als Jan Jajem achter me laten' liet ik me afvoeren naar het opknapverblijf. Daarna zou ik nooit meer een druppel drinken, zo had ik me voorgenomen. Dát voornemen heb ik tot nu toe gestand weten te doen. Daarmee was het voornemen om niet meer aan voornemens te beginnen kapot gemaakt. Zoals men in zo'n geval verzucht: 'Dat dan weer wel.'

Zo'n twee maanden geleden nam ik me voor op Zuckerbergs sociaal medium een top honderd te maken. Een lijst met daarin honderd bands die ik nog live wilde zien optreden. Niet dat ik het idee had dat ik erna vredig zou kunnen sterven. In de tussentijd zouden er vast weer minstens honderd muziekgezelschappen in mijn gedachten opkomen, waarvan ik óók een optreden zou willen meemaken. Zo gaan die dingen. Voor vredig sterven zal ik voorlopig nog geen tijd weten vrij te maken. Ik heb geen idee of het samenstellen van die lijst een idee was om op die manier mijn levenslust aan te wakkeren. Of dat ik zo het naderen van mijn einde wilde bezweren. Enfin. Bij de bewuste top honderd zou ik telkens een kort verhaal betreffende de band in kwestie schrijven, nam ik me voor. Ik raakte tot de beschrijvingen van iets meer dan twintig muziekgroepen, toen was de koek op.

Wat had hier een stok tussen de spaken gestoken? Wat had mijn plan om te schrijven gedwarsboomd? De realiteit. In het werkelijke leven bezocht ik inmiddels dusdanig veel concerten dat er geen tijd overbleef voor de top honderd. In die top stonden ook bands die ik in de tussentijd had bezocht. Aangezien ik over ieder concert waarvan ik getuige was geweest ook een verslag wilde schrijven, dreigden dubbelingen. Langzamerhand verdrong de lijst met werkelijk bezochte concerten de noodzaak om over bands op mijn wensenlijst te schrijven. Ik zag mij gedwongen daarmee vrede te hebben. Die top honderd met wensconcerten had zich ontwikkeld tot iets dat niet eens de moeite waard was er met welke vorm van weemoed dan ook op terug te kijken. Het was niet het schrijven waarmee ik was gestopt. Ik had slechts niet meer per definitie over bands op de lijst met wensconcerten geschreven.

Maar nu had ik ineens een gratis toegangsbewijs van deze en/of gene ontvangen voor festival Motel Mozaique. Een festival houdt in dat ik diverse – in mijn geval zo veel mogelijk, ik wil nu eenmaal al het sap uit de vrucht – concerten zal bezoeken. Dientengevolge zadel ik mezelf op met een hoop schrijfwerk. Vandaar dat ik inmiddels nogal een spanne tijds achterloop met beschrijvingen. Laat ik mij voornemen met dit epistel het begin van een inhaalslag te maken. Een inhaalslag die op zijn beurt zal worden ingehaald door de realiteit. Het voornemen hoeft daarmee niet te stranden. Het is slechts ten prooi aan beweeglijkheid. Dan bevindt het zich meer bij de eigenschap 'gestand gedaan' en dan is het daar weer verder van verwijderd.

Wat maakt het uit? Niets. Zoals alles niets uitmaakt. Uiteindelijk zijn wij slechts een verzameling atomen. Die atomen zullen individueel altijd blijven bestaan. Zou ik voortdurend volkomen doordrongen zijn van die wetenschap, ik zou overal mijn schouders over ophalen. Echter: ik ben een verzameling atomen die is opgescheept met ratio en gevoel. Ik kan mij doelen stellen. Ik wil mij zelfs doelen stellen. En me inspannen die te bereiken. De tevredenheid en beloning voor het gestelde doel moet ik zien te behalen uit het werken in de richting ervan. Of ik dat doel werkelijk behaal is van minder belang. Zo lang ik rust vind in het werken aan het bereiken van het doel ipv het per se moeten bereiken ervan krijg ik de beloning in de vorm van tevredenheid. Innerlijke genoegdoening die ik heb weten te bewerkstelligen door mijn inspanning.

Duimpjesongevoeligheid moet zo veel mogelijk een leidraad zijn. De mening van anderen moet er niet toe doen. Deadlines ontbreken totaal. Het is als op mijn fietstochten: ik heb slechts één ooit beschreven bouwproject nodig dat me een bepaalde richting op wijst; onderweg zie ik wel wat ik nog tegenkom. Ik schrijf nav een concertbezoek; ik zal wel merken wat er tijdens het schrijven verder in me opkomt.

Op deze zaterdag heb ik als eerste bij te wonen band Vampire Boyfriend gepland. (Ik ga de datum van de zaterdag er niet bij vernoemen. Die staat in de YouTube-link.) Het optreden vindt plaats in de Muziekwerf, een onderkomen dat me geheel onbekend is. Onderzoeksjournalistiek-light, ook wel 'googlen' genoemd, leert me dat de uitspanning zich in de voormalige Doopsgezinde Kerk aan de Galerij bevindt. Ja, Galerij met een hoofdletter G. Het is de naam van de straat, werkelijk. Gesitueerd op een steenworpje afstand van het politiebureau aan het Doelwater, waarmee ik de geografische gevolgtrekking wil maken dat de locatie van deze voormalige, inmiddels verbouwde mennonietenkerk, zich best wel in hartje centrum van Rotterdam bevindt.

Aangezien ik gek ben op nieuwigheden, zeker waar het mij voorheen onbekende gebouwen betreft, zag ik vooraf uit naar het optreden van Vampire Boyfriend, nog totaal afgezien van de door hen gebrachte muziek. Als ik thuis, na het concert, mijn opnamen van het concert op YouTube wil deponeren, blijkt dat ik aldaar voorheen reeds muzikale prestaties van het ensemble heb geplaatst. Ik heb delen van hun optredens eerder twee maal op Vessel 11 geregistreerd. Vampire Boyfriend is dus geen nieuwigheid. Wil het feit dat ik de band ben vergeten zeggen dat hun muziek weinig indruk op me heeft gemaakt? Nee. Het wil zeggen dat ik eigenlijk te veel nieuwe en verschillende muziek hoor om alles geordend onder mijn hersenpan op te slaan.

Het optreden van Vampire Boyfriend is absoluut goed. Daarbij blijken de bandleden met hun humor ongedwongen voor de dag te kunnen komen. “Hallo. Wij zijn Vampire Boyfriend. Jullie zijn het publiek,” zo luidt de opener van frontvrouw en zangeres Janine van Osta. Ze maakt tevens gewag van het feit dat ze een van bassiste Sophie Reekers geleende bh draagt. Met de dracht van het kledingstuk poogt ze haar naakte front voor het publiek onzichtbaar te houden. Het verhaal over de noodzaak van de geleende bh vertelt ze niet en plein public. Wie er benieuwd naar is, kan zich na het optreden melden om het te horen te krijgen. Ik voel me niet geroepen. De omvang van haar tieten is me niet voldoende exorbitant, wellicht zelfs niet bustehouderdrachtnoodzakelijk. En ik wil na dit optreden direct door naar Club Sahara om er het concert van Goblyns mee te maken.

Mocht je je afvragen waarom ik van Goblyns geen beeld en geluid en dús geen ermee gepaard gaand verhaal te bieden heb? Er ligt slechts een beperkte spanne tijds tussen het eind van het ene, en de start van het andere optreden. Bij aankomst is het in de Sahara al té druk om nog een plek te bemachtigen vanaf waar ik fatsoenlijke opnamen kan maken. In dat geval ga ik niet dringen en vervelend doen. Ik beschouw het niet als uitdaging om hoe dan ook aan opnamen te komen. De oplossing luidt: dan toch lekker niet.

Maar nu terug naar waar ik mij bevind, in de Muziekwerf. De verbouwde kerk, het volgende christelijk gebedshuis dat muziek als voornaamste invulling heeft gekregen. De kerk is fraai verbouwd, naar een ontwerp van Powerhouse Company, het architectenbureau met de naam die klinkt als die van een legendarische stonerrockband. In werkelijkheid is het de keihard aan de weg timmerende ontwerpfirma van Nanne de Ru. Dit bureau ontwierp ook veel grootschaliger projecten als de ingrijpende verbouwing van de Rotterdamse Centrale Bibliotheek en Rise, dat met 284 meter de hoogste toren van Nederland wordt.

O. En: oeps. Ik laat me weer verleiden het pad in te slaan dat is geplaveid met architectonische en bouwkundige faits divers. Nou, dan ga ik daar nog maar even mee verder. Aan de Muziekwerf is een nieuwe entreepartij toegevoegd. Die verbindt de twee voorheen los van elkaar staande bouwdelen van de kerk. Inpandig wordt het gebouw gekenmerkt door een hoge mate van daglichtinval. Dat zou een mooie uitkomst zijn geweest, aangezien het optreden 's middags plaatsvindt. Wat is echter het geval? De gordijnen zijn gesloten. Het daglicht valt slechts gefilterd binnen. Geen nood. Dit wordt knap ondervangen door een kleurrijke lichtinstallatie.

Van een bron rondom de grote Rotterdamse concertorganisatie – helaas, ik voel mij hier genoodzaakt in het vage te blijven, daar sommige zaken minder daglicht verdragen dan het interieur van de Muziekwerf gekleurd kunstlicht verdraagt – hoorde ik dat een verzoek om naast Motel MozaIque vaker concerten in deze venue te organiseren is afgewezen. De reden zou zijn dat de werf gericht is op jongeren en strikt wil vasthouden aan de gestelde maximumleeftijd van 26 jaar. Ik zie het probleem niet. Het wemelt zowel nationaal als internationaal van de groepen waarin geen van de bandleden die leeftijd al heeft bereikt. Een nog betere oplossing zou zijn minder rigide aan die maximale leeftijd vast te houden. Als regels niet voldoen, moeten regels veranderen. In het Duits verwoord: 'Prinziepen muss man so hoch halten, dass man aufrecht darunten durchgehen kann.' Ongeveer zoals ik recensie-achtig schrijf zonder recenserend te zijn.


dinsdag 6 mei 2025

SQUID - SCHOUWBURG - MOTEL MOZAIQUE - ROTTERDAM - 18-4-2025


 

Dus dat (a.k.a. Dat dus). Toen ik het programma van Motel Mozaique doornam, vielen mij de schellen van de ogen bij het lezen van de bandnaam Squid. Squid? Dé Squid? De band die ik zag optreden als hoofdact in de grote zaal van Paradiso én in Ronda, de door architect Jo Coenen ontworpen concerthal in het Utrechtse muziekcomplex TivoliVredenburg? Ja dus. Die groep zou op het door mij vooraf stevig onderschatte Motel Mozaique acte de présence geven.

Vind je ook niet dat 'acte de présence' mooi aansluit bij het Frans bekkende 'Motel Mozaique'? Fijn zo. Dan hebben we elkaar op dat vlak alvast gevonden en kunnen wij met malkander een high five geven, dan wel een boks uitwisselen. Als je vindt dat mijn geouweteringhoer de spuigaten begint uit te lopen, heb je mooi pech. Ook dit epistel is weer onderdeel van een aanzet op aanzet stapelende manuscriptverzameling, die moet uitgroeien tot een muziekbijeenkomstenverhalenbundel, met als titel “Koetjes, kalfjes, concerten en kanker”. Ik ben van mening dat de verhalen tot nu toe wat te recenserend van aard zijn geweest, mijn kwaal nogal veel aandacht kreeg en juist de koetjes en kalfjes er bekaaid vanaf kwamen. Kortom, per nu en direct: ruim baan voor onbenullige causerie en nauwelijks ter zake dienende faits divers.

Dat dus (a.k.a. Dus dat): Jo Coenen is de ontwerper van de Ronda-zaal. De Ronda-zaal, die een capaciteit van 2000 staanplaatsen heeft, vind ik een van de meest geslaagde grotere muziekvenues in Nederland. Hoewel het totale complex TivoliVredenburg bepaald niet uitblinkt in overzichtelijkheid, is de indeling in deze zaal zo logisch als maximaal gewenst kan zijn. De verhouding breedte <=> diepte klopt, wat betekent dat de zaal de maten van het – breed uitgevoerde – podium volgt. De zaal is dus meer meters breed dan dat hij diep is. Nergens in de Ronda krijg je het idee ergens achterin en/of achteraf te staan. Tenzij je je op de tweede rij vooraan bij het podium bevindt en er iemand van twee meter lengte en een meter breedte pal voor je staat.

Aan weerszijden van het balkon loopt een luie trap af naar het niveau van de zaalvloer. De trap is niet slechts geschikt als looproute, maar voldoet ook prima om vanaf daar bands te zien spelen. Het zicht is vanaf elke plek in deze ruimte zeer geschikt. Jo Coenen is ook de architect van het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Voorheen heette het Nieuwe Instituut 'Nederlands Architectuur Instituut'. Het Nieuwe Instituut staat tegenover de ronde blikvanger met spiegelgevel, het depotgebouw van Museum Boymans van Beuningen. Dat is ontworpen door MVRDV, het bureau van Winy Maas. Een achternaam die dezelfde is als die van de rivier die door de stad stroomt. In Rotterdam krijgen bouwwerken heel vaak bijnamen. Het Nederlands Architectuur Instituut werd om mij onduidelijke redenen wel 'de kerncentrale' genoemd. 'De kerncentrale' heeft als bijnaam bepaald geen poot aan de grond in het Rotterdams taalgebruik weten te verwerven als – voorbeelden bij uitstek – de Kuip en de Koopgoot.

Ja, hallo. Als je faits divers wil, kun je ze krijgen ook.

Hoewel, faits divers? Nu is het tijd voor een overweging van maatschappelijke aard. Hoe kon een band met de grootsheid van Squid aanwezig zijn op Motel Mozaique? Dat kon niet anders dan het gevolg van een discutabele hobby en gemanipuleer van de linkse elite zijn. Motel Mozaique zou vast en zeker worden gesubsidieerd. Dit ging ten koste van de gewone man, die altijd hard voor zijn geld had gewerkt en dat misschien zelfs altijd nog deed. Dit was geen zuivere koffie, Dit was niet in de haak. Hier moesten de hoge heren in Den Haag maar eens diverse consultancybureaus naar laten kijken. En dikke rapporten over laten schrijven. Ja, het inschakelen van consultancybureaus kostte ook zo het een en ander, maar hier diende de onderste steen boven te komen.

WTF (a.k.a. What The Fuck). Mij ging het er eigenlijk om dat ik in de gelegenheid werd gesteld behoorlijk onverwacht voor de derde maal in mijn leven een optreden van Squid mee te maken. En dat dit keer op een toegangsbewijs dat ik zomaar in de schoot geworpen had gekregen, omdat de oorspronkelijke bezitter van het ticket plotsklaps geen trek meer had gehad in een bezoek aan Motel Mozaique. Eindelijk zou ik ook eens de Schouwburg bezoeken, in de stad waar ik inmiddels tweederde van mijn levensjaren woonachtig ben. Dat Schouwburg-debuut zat er toch aan te komen, aangezien ik inmiddels al in het bezit was van een entreekaart voor het optreden van Kim Deal. De ex-bassiste van Pixies en frontvrouw van The Breeders is – zoals het artiesten op latere leeftijd vaker gebeurt – het solopad ingeslagen. Op 21 juni van dit jaar zal zij Rotterdam met haar aanwezigheid opluisteren.

De grote zaal van de Schouwburg zat bij het optreden van Squid niet nokkie vol. Ik had de ruimte om op de een na achterste rij te zitten, zonder mensen direct naast me. De hogere regionen in de Schouwburg, ook wel 'balkons' genoemd, waren niet eens toegankelijk. Kennelijk had Squid niet voldoende enthousiasme weten te doen losbranden, dat ook die plaatsen publiek toegankelijk hadden moeten zijn.

Vanaf mijn blek moest ik het podium ingezoomd in beeld brengen. Anders zou de visuele weergave al te ruimtelijk worden. Het nadeel van inzoomen is dat je je handen beter verdomd stil houdt; hoe meer ingezoomd, hoe meer iedere beweging van je opnameapparaat in het oog springt. Dat lukte me redelijk. Hét grote nadeel: publiek met evenementitis. Het heeft zich vooraf niet op de hoogte gesteld, het zal wel zien, het zal wel horen. Het bezoek komt binnen wanneer het het belieft; het vertrekt wanneer het het goed dunkt. Kortom: het loopt al te vaak door mijn beeld. En als ik met mijn vergulde fietsketting een aantal corrigerende tikken uitdeel, ben ik malle Eppie en heb ik het gedaan. Nou ben ik niet in het bezit van een vergulde fietsketting. Het gaat om het idee. De realiteit: word ik geconfronteerd met festivalpubliek, dan ben ik vooral in het bezit van een ernstig vermoeid gemoed, dat mij doet afvragen waarom deze medemenssoort in godsnaam is komen opdagen.

Na het optreden kwam ik een oude bekende tegen bij de meurzjtafel, waar ik iets eerder de cd-versie van het laatste album van Squid, Cowards, had gekocht. Die titel deed me begrijpelijkerwijs aan een bepaald soort medemens denken dat Motel Mozaique, niet buitengewoon verrassend ook als 'MoMo' door het bestaan vliedend, met zijn aanwezigheid meende te moeten verrijken. De oude bekende opende onze conversatie met de welbekende, letterlijk beschouwd behoorlijk stupide vraag “Alles goed?”. Ik kan daar tegenwoordig niet meer mijn aloude “Alles is honderd procent en dat haal ik niet” op laten volgen. Ik moet de keuze bieden uit “Naar omstandigheden wel” of “Nee. Er is kanker bij me geconstateerd” en die opmerking, laat ik haar 'versie twee' noemen, larderen met feiten + eventueel anekdotes + voorspellingen + overige wetenswaardigheden.

Zijn antwoorden op versie twee waren zakelijk. Daarmee bedoel ik niet dat hij niet met me begaan was. Hij reageerde nuchter, zoals ik het zelf ook tracht te doen. Al schiet ik soms in de lach. Wat moet ik anders? Het is ronduit ridicuul en onbevattelijk als je te horen hebt gekregen dat je volgens de gemiddelden nog een half jaar hebt te leven als je chemotherapie achterwege zou laten; dat je volgens die medische standaard nog één heel jaar hebt te leven als je wél voor chemo kiest.

In het eerste geval zou ik inmiddels al pleitheine van het aards bestaan zijn; in het tweede geval zal ik ongeveer in september het alhier verruilen voor het eeuwige elders. Mijn voornemen is om geducht te spotten met de statistieken. Laat dat een van de weinige voornemens in mijn leven zijn die ik later als ik groot ben bewaarheid mag weten.

maandag 5 mei 2025

GURRIERS - PERRON - MOTEL MOZAIQUE - ROTTERDAM - 18-4-2025


Dat ga ik dus krijgen. Het Bevrijdingsfestival staat op het punt van beginnen. Ik heb mezelf de plicht opgelegd een stukje te schrijven n.a.v. ieder concert dat ik bezoek. En ik heb het eerste epistel over het vorige festival, Motel Mozaique, nog niet eens voltooid.

Waarom heb ik mezelf die plicht opgelegd? Is het bewijsdrang? Is het een van bovenaf gevoeld voorkomen van belanden op het oorkussen van de duivel? Bestaat er een of ander collectief christelijk bewustzijn waarvan ik – totaal buiten mijn wil om – wel degelijk deel uitmaak? In het zweet des aanschijns et cetera? Zou allemaal kunnen. Echter: verwoording belast mijn hersenen met een soort concentratie die geen plaats biedt aan noodlottige gedachten. Het zo goed mogelijk op beeld en geluid vastleggen van muziekoptredens doet dat ook. Pijntjes die vaak leiden tot hypochondrie en de overtuiging dat ze het begin vormen van een explosieve toename van uitzaaiingen in mijn lichaam verdwijnen naar de achtergrond. En wat het zweet des aanschijns betreft: laat ik op 5 mei weer eens pogen me te bevrijden van het juk waarmee ik mijn schouders heb belast. Of dat nu wel of niet is geïnspireerd door een maatschappelijk groter geheel doet niet ter zake. Laat ik weer eens een epistel voltooien en de virtuele buitenwereld in werpen.

Festivals. Ik heb het er niet zo op. Consumentitis en evenementitis zijn uitgebroken. Het publiek komt massaal opdagen, want er is weer iets georganiseerd. Vooraf kennis nemen van wat de artiesten te berde zullen brengen, is er veelal niet bij, heb ik het idee. Die visie kan ook puur op mijn vooringenomenheid over 'de ander' zijn gebaseerd, dat besef ik. 'Ik ben goed en zij zijn niet per definitie slecht, maar ik ben veel beter.' Om voor een ieder klare wijn te schenken: in mijn geval berust die overtuiging nu eens niet op narcisme, wat zij in 99.999 van de 100.000 gevallen wél doet. Ik heb het gelijk aan mijn zijde. Hoe dan ook.

Een festival betekent vooral te veel mensen naar mijn zin op de been. Nog in mijn directe nabijheid ook. Het laatste festival dat ik meemaakte, was Left Of The Dial. Toen was een vriendin zo attent geweest een toegangsbewijs voor het gehele evenement aan te schaffen; zij had het niet pietepeuterig bij entree op één dag gehouden. Van Left Of The Dial had ik onthouden dat het per venue nogal verschilde of ik ergens op mijn gemak was of niet. Daarnaast herinnerde ik me dat het bijna sisyfusarbeid is de juiste titels bij alle tracks te achterhalen. Bands zijn nog onbekend en hun liederen dus vaak ook, het is door de grote publieke belangstelling moeilijk vooraan bij de podia te komen om je een setlist eigen te maken of die te fotograferen, de onbekendheid van de optredende groepen maakt het ook niet eenvoudiger muziek achteraf, via het web, te vergelijken met je eigen opnamen en in het geval van LOTD werd ik bij één concert door het publiek in de afgeladen zaal dermate dicht op de boxen gedrukt dat ik weliswaar dichtbij het podium stond, ik door in oren aangebrachte gehoorbescherming geen tinnitus opliep, maar bij het thuis beluisteren moest concluderen dat ik mijn opnamen wegens veel te zeer vervormd geluid direct richting vergetelheid moest dirigeren.

Dit maal was er geen sprake van LOTD, maar van MoMo, Motel Mozaique. Hoewel ik nu toch best een redelijk poosje van mijn leven in Rotterdam woon, had ik het festival nooit bezocht. Ik verkeerde in de veronderstelling dat het nogal gericht was op kleinkunst, culinair cultureel verantwoorde kookcursussen, batikken, macramé, en clowns met een lach en een traan. Niks voor mij, dus. Tot ik mij enigszins had verdiept in de muziek van de optredende bands. Hiervan moest ik meer horen en me er verder op oriënteren. De donderdag besloot ik sowieso over te slaan. Mijn voeten deden nog te zeer zeer van chemobijwerkingen. Van afzakken naar de verschillende podia zou ik een hekel aan mezelf krijgen, mezelf met te veel pijn opzadelen. Thuis blijven bood me daarnaast de mogelijkheid het muziekprogramma van de twee resterende dagen intensief te bestuderen. En zo liet ik het geschieden.

Een behoorlijk aantal maal kwam het voor dat er een streep ging door een eerder gepland concert. Dan had er zich een nóg beter ensemble aangediend. Zo kwam het dat ik in de overtuiging raakte de Ierse band Gurriers, uit hoofdstad Dublin, absoluut niet te mogen missen. Sterker, ik reserveerde op de bewuste vrijdag een imaginair tijdslot voor mezelf, dat er voor zou zorgen dat ik bijtijds in Perron zou arriveren om mezelf van een prettige opnameplek te verzekeren. Prettige opnameplekken, je kunt mij er bij nacht en ontij voor wakker maken. Bij een concert of in een detoxkliniek: ik ben gek op een prettige opnameplek. Misschien moet ik die tekst op T-shirts laten drukken en die op een meurtzj-tafel in the middle of nowhere te koop aanbieden. Niet dat ik overweeg het plan werkelijk uit te voeren. Zoals ongeveer alles wat zich aan ideeën door mijn hoofd beweegt, houd ik ook dit bij het concept. Ik laat de maakbare fantasie de maakbare fantasie. Maakbaar. Ooit. Ergens. Niet tijdens mijn verblijf in het alhier.

Mooi. Genoeg geouwehoerd. En mooi weer niet welke woorden dan ook gewijd aan, en recenserende toon aangeslagen betreffende het optredend ensemble Gurriers. Behalve een verwijzing in de geest van 'uitstekend' en 'zeer de moeite waard'. De link naar de opnamen op YouTube staat wederom vermeld. Dan kun je daar zelf luisteren. Of je leven met een kwalitatief tekort opzadelen door dat niet te doen. Ik heb ze in mijn lijst 'nog te beluisteren en eventueel aan te schaffen via Bandcamp' opgenoteerd.