dinsdag 6 mei 2025

SQUID - SCHOUWBURG - MOTEL MOZAIQUE - ROTTERDAM - 18-4-2025


 

Dus dat (a.k.a. Dat dus). Toen ik het programma van Motel Mozaique doornam, vielen mij de schellen van de ogen bij het lezen van de bandnaam Squid. Squid? Dé Squid? De band die ik zag optreden als hoofdact in de grote zaal van Paradiso én in Ronda, de door architect Jo Coenen ontworpen concerthal in het Utrechtse muziekcomplex TivoliVredenburg? Ja dus. Die groep zou op het door mij vooraf stevig onderschatte Motel Mozaique acte de présence geven.

Vind je ook niet dat 'acte de présence' mooi aansluit bij het Frans bekkende 'Motel Mozaique'? Fijn zo. Dan hebben we elkaar op dat vlak alvast gevonden en kunnen wij met malkander een high five geven, dan wel een boks uitwisselen. Als je vindt dat mijn geouweteringhoer de spuigaten begint uit te lopen, heb je mooi pech. Ook dit epistel is weer onderdeel van een aanzet op aanzet stapelende manuscriptverzameling, die moet uitgroeien tot een muziekbijeenkomstenverhalenbundel, met als titel “Koetjes, kalfjes, concerten en kanker”. Ik ben van mening dat de verhalen tot nu toe wat te recenserend van aard zijn geweest, mijn kwaal nogal veel aandacht kreeg en juist de koetjes en kalfjes er bekaaid vanaf kwamen. Kortom, per nu en direct: ruim baan voor onbenullige causerie en nauwelijks ter zake dienende faits divers.

Dat dus (a.k.a. Dus dat): Jo Coenen is de ontwerper van de Ronda-zaal. De Ronda-zaal, die een capaciteit van 2000 staanplaatsen heeft, vind ik een van de meest geslaagde grotere muziekvenues in Nederland. Hoewel het totale complex TivoliVredenburg bepaald niet uitblinkt in overzichtelijkheid, is de indeling in deze zaal zo logisch als maximaal gewenst kan zijn. De verhouding breedte <=> diepte klopt, wat betekent dat de zaal de maten van het – breed uitgevoerde – podium volgt. De zaal is dus meer meters breed dan dat hij diep is. Nergens in de Ronda krijg je het idee ergens achterin en/of achteraf te staan. Tenzij je je op de tweede rij vooraan bij het podium bevindt en er iemand van twee meter lengte en een meter breedte pal voor je staat.

Aan weerszijden van het balkon loopt een luie trap af naar het niveau van de zaalvloer. De trap is niet slechts geschikt als looproute, maar voldoet ook prima om vanaf daar bands te zien spelen. Het zicht is vanaf elke plek in deze ruimte zeer geschikt. Jo Coenen is ook de architect van het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Voorheen heette het Nieuwe Instituut 'Nederlands Architectuur Instituut'. Het Nieuwe Instituut staat tegenover de ronde blikvanger met spiegelgevel, het depotgebouw van Museum Boymans van Beuningen. Dat is ontworpen door MVRDV, het bureau van Winy Maas. Een achternaam die dezelfde is als die van de rivier die door de stad stroomt. In Rotterdam krijgen bouwwerken heel vaak bijnamen. Het Nederlands Architectuur Instituut werd om mij onduidelijke redenen wel 'de kerncentrale' genoemd. 'De kerncentrale' heeft als bijnaam bepaald geen poot aan de grond in het Rotterdams taalgebruik weten te verwerven als – voorbeelden bij uitstek – de Kuip en de Koopgoot.

Ja, hallo. Als je faits divers wil, kun je ze krijgen ook.

Hoewel, faits divers? Nu is het tijd voor een overweging van maatschappelijke aard. Hoe kon een band met de grootsheid van Squid aanwezig zijn op Motel Mozaique? Dat kon niet anders dan het gevolg van een discutabele hobby en gemanipuleer van de linkse elite zijn. Motel Mozaique zou vast en zeker worden gesubsidieerd. Dit ging ten koste van de gewone man, die altijd hard voor zijn geld had gewerkt en dat misschien zelfs altijd nog deed. Dit was geen zuivere koffie, Dit was niet in de haak. Hier moesten de hoge heren in Den Haag maar eens diverse consultancybureaus naar laten kijken. En dikke rapporten over laten schrijven. Ja, het inschakelen van consultancybureaus kostte ook zo het een en ander, maar hier diende de onderste steen boven te komen.

WTF (a.k.a. What The Fuck). Mij ging het er eigenlijk om dat ik in de gelegenheid werd gesteld behoorlijk onverwacht voor de derde maal in mijn leven een optreden van Squid mee te maken. En dat dit keer op een toegangsbewijs dat ik zomaar in de schoot geworpen had gekregen, omdat de oorspronkelijke bezitter van het ticket plotsklaps geen trek meer had gehad in een bezoek aan Motel Mozaique. Eindelijk zou ik ook eens de Schouwburg bezoeken, in de stad waar ik inmiddels tweederde van mijn levensjaren woonachtig ben. Dat Schouwburg-debuut zat er toch aan te komen, aangezien ik inmiddels al in het bezit was van een entreekaart voor het optreden van Kim Deal. De ex-bassiste van Pixies en frontvrouw van The Breeders is – zoals het artiesten op latere leeftijd vaker gebeurt – het solopad ingeslagen. Op 21 juni van dit jaar zal zij Rotterdam met haar aanwezigheid opluisteren.

De grote zaal van de Schouwburg zat bij het optreden van Squid niet nokkie vol. Ik had de ruimte om op de een na achterste rij te zitten, zonder mensen direct naast me. De hogere regionen in de Schouwburg, ook wel 'balkons' genoemd, waren niet eens toegankelijk. Kennelijk had Squid niet voldoende enthousiasme weten te doen losbranden, dat ook die plaatsen publiek toegankelijk hadden moeten zijn.

Vanaf mijn blek moest ik het podium ingezoomd in beeld brengen. Anders zou de visuele weergave al te ruimtelijk worden. Het nadeel van inzoomen is dat je je handen beter verdomd stil houdt; hoe meer ingezoomd, hoe meer iedere beweging van je opnameapparaat in het oog springt. Dat lukte me redelijk. Hét grote nadeel: publiek met evenementitis. Het heeft zich vooraf niet op de hoogte gesteld, het zal wel zien, het zal wel horen. Het bezoek komt binnen wanneer het het belieft; het vertrekt wanneer het het goed dunkt. Kortom: het loopt al te vaak door mijn beeld. En als ik met mijn vergulde fietsketting een aantal corrigerende tikken uitdeel, ben ik malle Eppie en heb ik het gedaan. Nou ben ik niet in het bezit van een vergulde fietsketting. Het gaat om het idee. De realiteit: word ik geconfronteerd met festivalpubliek, dan ben ik vooral in het bezit van een ernstig vermoeid gemoed, dat mij doet afvragen waarom deze medemenssoort in godsnaam is komen opdagen.

Na het optreden kwam ik een oude bekende tegen bij de meurzjtafel, waar ik iets eerder de cd-versie van het laatste album van Squid, Cowards, had gekocht. Die titel deed me begrijpelijkerwijs aan een bepaald soort medemens denken dat Motel Mozaique, niet buitengewoon verrassend ook als 'MoMo' door het bestaan vliedend, met zijn aanwezigheid meende te moeten verrijken. De oude bekende opende onze conversatie met de welbekende, letterlijk beschouwd behoorlijk stupide vraag “Alles goed?”. Ik kan daar tegenwoordig niet meer mijn aloude “Alles is honderd procent en dat haal ik niet” op laten volgen. Ik moet de keuze bieden uit “Naar omstandigheden wel” of “Nee. Er is kanker bij me geconstateerd” en die opmerking, laat ik haar 'versie twee' noemen, larderen met feiten + eventueel anekdotes + voorspellingen + overige wetenswaardigheden.

Zijn antwoorden op versie twee waren zakelijk. Daarmee bedoel ik niet dat hij niet met me begaan was. Hij reageerde nuchter, zoals ik het zelf ook tracht te doen. Al schiet ik soms in de lach. Wat moet ik anders? Het is ronduit ridicuul en onbevattelijk als je te horen hebt gekregen dat je volgens de gemiddelden nog een half jaar hebt te leven als je chemotherapie achterwege zou laten; dat je volgens die medische standaard nog één heel jaar hebt te leven als je wél voor chemo kiest.

In het eerste geval zou ik inmiddels al pleitheine van het aards bestaan zijn; in het tweede geval zal ik ongeveer in september het alhier verruilen voor het eeuwige elders. Mijn voornemen is om geducht te spotten met de statistieken. Laat dat een van de weinige voornemens in mijn leven zijn die ik later als ik groot ben bewaarheid mag weten.

maandag 5 mei 2025

GURRIERS - PERRON - MOTEL MOZAIQUE - ROTTERDAM - 18-4-2025


Dat ga ik dus krijgen. Het Bevrijdingsfestival staat op het punt van beginnen. Ik heb mezelf de plicht opgelegd een stukje te schrijven n.a.v. ieder concert dat ik bezoek. En ik heb het eerste epistel over het vorige festival, Motel Mozaique, nog niet eens voltooid.

Waarom heb ik mezelf die plicht opgelegd? Is het bewijsdrang? Is het een van bovenaf gevoeld voorkomen van belanden op het oorkussen van de duivel? Bestaat er een of ander collectief christelijk bewustzijn waarvan ik – totaal buiten mijn wil om – wel degelijk deel uitmaak? In het zweet des aanschijns et cetera? Zou allemaal kunnen. Echter: verwoording belast mijn hersenen met een soort concentratie die geen plaats biedt aan noodlottige gedachten. Het zo goed mogelijk op beeld en geluid vastleggen van muziekoptredens doet dat ook. Pijntjes die vaak leiden tot hypochondrie en de overtuiging dat ze het begin vormen van een explosieve toename van uitzaaiingen in mijn lichaam verdwijnen naar de achtergrond. En wat het zweet des aanschijns betreft: laat ik op 5 mei weer eens pogen me te bevrijden van het juk waarmee ik mijn schouders heb belast. Of dat nu wel of niet is geïnspireerd door een maatschappelijk groter geheel doet niet ter zake. Laat ik weer eens een epistel voltooien en de virtuele buitenwereld in werpen.

Festivals. Ik heb het er niet zo op. Consumentitis en evenementitis zijn uitgebroken. Het publiek komt massaal opdagen, want er is weer iets georganiseerd. Vooraf kennis nemen van wat de artiesten te berde zullen brengen, is er veelal niet bij, heb ik het idee. Die visie kan ook puur op mijn vooringenomenheid over 'de ander' zijn gebaseerd, dat besef ik. 'Ik ben goed en zij zijn niet per definitie slecht, maar ik ben veel beter.' Om voor een ieder klare wijn te schenken: in mijn geval berust die overtuiging nu eens niet op narcisme, wat zij in 99.999 van de 100.000 gevallen wél doet. Ik heb het gelijk aan mijn zijde. Hoe dan ook.

Een festival betekent vooral te veel mensen naar mijn zin op de been. Nog in mijn directe nabijheid ook. Het laatste festival dat ik meemaakte, was Left Of The Dial. Toen was een vriendin zo attent geweest een toegangsbewijs voor het gehele evenement aan te schaffen; zij had het niet pietepeuterig bij entree op één dag gehouden. Van Left Of The Dial had ik onthouden dat het per venue nogal verschilde of ik ergens op mijn gemak was of niet. Daarnaast herinnerde ik me dat het bijna sisyfusarbeid is de juiste titels bij alle tracks te achterhalen. Bands zijn nog onbekend en hun liederen dus vaak ook, het is door de grote publieke belangstelling moeilijk vooraan bij de podia te komen om je een setlist eigen te maken of die te fotograferen, de onbekendheid van de optredende groepen maakt het ook niet eenvoudiger muziek achteraf, via het web, te vergelijken met je eigen opnamen en in het geval van LOTD werd ik bij één concert door het publiek in de afgeladen zaal dermate dicht op de boxen gedrukt dat ik weliswaar dichtbij het podium stond, ik door in oren aangebrachte gehoorbescherming geen tinnitus opliep, maar bij het thuis beluisteren moest concluderen dat ik mijn opnamen wegens veel te zeer vervormd geluid direct richting vergetelheid moest dirigeren.

Dit maal was er geen sprake van LOTD, maar van MoMo, Motel Mozaique. Hoewel ik nu toch best een redelijk poosje van mijn leven in Rotterdam woon, had ik het festival nooit bezocht. Ik verkeerde in de veronderstelling dat het nogal gericht was op kleinkunst, culinair cultureel verantwoorde kookcursussen, batikken, macramé, en clowns met een lach en een traan. Niks voor mij, dus. Tot ik mij enigszins had verdiept in de muziek van de optredende bands. Hiervan moest ik meer horen en me er verder op oriënteren. De donderdag besloot ik sowieso over te slaan. Mijn voeten deden nog te zeer zeer van chemobijwerkingen. Van afzakken naar de verschillende podia zou ik een hekel aan mezelf krijgen, mezelf met te veel pijn opzadelen. Thuis blijven bood me daarnaast de mogelijkheid het muziekprogramma van de twee resterende dagen intensief te bestuderen. En zo liet ik het geschieden.

Een behoorlijk aantal maal kwam het voor dat er een streep ging door een eerder gepland concert. Dan had er zich een nóg beter ensemble aangediend. Zo kwam het dat ik in de overtuiging raakte de Ierse band Gurriers, uit hoofdstad Dublin, absoluut niet te mogen missen. Sterker, ik reserveerde op de bewuste vrijdag een imaginair tijdslot voor mezelf, dat er voor zou zorgen dat ik bijtijds in Perron zou arriveren om mezelf van een prettige opnameplek te verzekeren. Prettige opnameplekken, je kunt mij er bij nacht en ontij voor wakker maken. Bij een concert of in een detoxkliniek: ik ben gek op een prettige opnameplek. Misschien moet ik die tekst op T-shirts laten drukken en die op een meurtzj-tafel in the middle of nowhere te koop aanbieden. Niet dat ik overweeg het plan werkelijk uit te voeren. Zoals ongeveer alles wat zich aan ideeën door mijn hoofd beweegt, houd ik ook dit bij het concept. Ik laat de maakbare fantasie de maakbare fantasie. Maakbaar. Ooit. Ergens. Niet tijdens mijn verblijf in het alhier.

Mooi. Genoeg geouwehoerd. En mooi weer niet welke woorden dan ook gewijd aan, en recenserende toon aangeslagen betreffende het optredend ensemble Gurriers. Behalve een verwijzing in de geest van 'uitstekend' en 'zeer de moeite waard'. De link naar de opnamen op YouTube staat wederom vermeld. Dan kun je daar zelf luisteren. Of je leven met een kwalitatief tekort opzadelen door dat niet te doen. Ik heb ze in mijn lijst 'nog te beluisteren en eventueel aan te schaffen via Bandcamp' opgenoteerd.


maandag 28 april 2025

FAT DOG -LIVE - ANNABEL - ROTTERDAM - 16-4-2025


De ongeschreven Rotterdamse undergoundpodialogica dicteert min of meer dat een talentvolle band begint als één van de meerdere optredende gezelschappen op een festival. Left Of The Dial is waarschijnlijk Rotterdams belangrijkste muzikale beloftenfestijn. Vervolgens verzorgt een veelbelovende groep het voorprogramma van een bekender ensemble. Daarna is de band headliner op Vessel 11, promoveert een volgende keer naar Rotown en uiteindelijk valt een groep de eer te beurt het hoofdprogramma in Annabel of de Maassilo te verzorgen.

Het Londense Fat Dog sloeg de tussenstop Rotown over. De eerste keer zag en hoorde ik ze op Metropolis in het Zuiderpark en erna op Vessel 11. Ik had in 2022 vooral om hún optreden mee te maken Metropolis bezocht. Hun mengeling van punk, krautrock en jazz zou zonder de specifieke toevoeging van de mij voorheen onbekende muzieksoort klezmer misschien nog ietwat inwisselbaar zijn met die van vergelijkbare bands. Juist het extra klezmer maakt hun geluid tot de uiterst karakteristieke Fat Dog-sound. Muziek waarbij ik op zeker met de voetjes van de vloer zou gaan, ware het niet dat het mijn opnamen ten goede komt als ik juist zo bewegingloos mogelijk blijf.

Misschien dat mensen zich afvragen of het niet zonde is als je tijdens concerten wat betreft motoriek voortdurend met de rem erop aanwezig bent. Mijn antwoord daarop is simpelweg 'nee'. Ik geniet in stilstaande toestand meer dan voldoende. Genot dat – heel welkom – nu en dan tot uiting komt in het krijgen van kippenvel. Wellicht wordt die iedereen aan te raden gemoedstoestand deels veroorzaakt doordat ik het grootste deel van de tijd mijn ogen op het podium heb gericht. Ik sta niet de godganse tijd als een koekwaus op mijn schermpje te turen. Ik stel vooraf het kader vast waarbinnen de muzikanten in beeld zullen zijn. Ik zoom zelden in of uit. Hooguit beweeg ik zo rustig mogelijk iets met mijn telefoon terug naar een wenselijker stand, als ik heb gezien dat de muzikanten niet netjes meer in mijn eerder vastgestelde liggende rechthoek passen.

Ik tracht in een zaal altijd een positie in te nemen waar ik met een lichaamsdeel tegen muur, pilaar, reling of leuning steun heb. Dat is sowieso handig om het beeld zo stil mogelijk te houden. Met de door neuropathie veroorzaakte verdoofde of afgestorven zenuwuiteinden in mijn voetzolen komt het me nóg beter uit dan voorheen, aangezien mijn evenwichtsgevoel iets verstoord is. Niet alarmfase-éénwekkend verstoord; de kans op succesvol en schadeloos koorddansen is wel afgenomen. Heb ik nog meer te zeuren over mijn kwaaltjes? Nee. De rest is slechts hosanna. Voor zo ver je dat woord in het geval van levensbedreigende kanker kunt gebruiken. Na zeven gecombineerde infuusbeurten chemo- en immunotherapie zijn de afmetingen van de tumoren in een mate geslonken die de behandelend oncologiearts weinig eerder heeft meegemaakt. Het betekent naar alle waarschijnlijkheid en geconcludeerd uit de huidige medische stand van zaken helaas niet dat ik ooit genezen verklaard zal worden; uitstel van snelle aftakeling en nog niet rapido aanstaand een bewustzijnloos karkas zijn, is wél de verwachting.

Toen ik 16 april het concert van Fat Dog in Annabel meemaakte, was er nog geen CT-scan van mijn innerlijk hebben en houden gemaakt. Ik was dus nog onkundig van de hoopgevende resultaten. Het leidde op dat moment niet tot een zenuwslopende geestestoestand. Ik probeer waar en wanneer mogelijk de edele kunst van het schouderophalen uit te oefenen als het om mijn fysiek gaat. Zo lang ik niet al te veel pijn lijd, is mijn situatie te harden. Al houdt proberen een stoïcijnse levenshouding aan te nemen bepaald niet in dat ik zorgeloos door het leven ga. Zeker gedurende de week tussen de CT-scan en de mededeling over de waargenomen resultaten bekroop het idee van een nabij zijnd eind me nogal vaak. Daar hielp even een prettig muziekje luisteren weinig tegen. Steeds meer kwam de gedachte opzetten dat de pijntjes die ik in en rondom de maagstreek voelde, moesten wijzen op uitzaaiingen. De eerste drie infuusrondes hadden me zeer geholpen. De tumor in mijn slokdarm was zelfs geslonken van 1,5 naar 0,6 cm. Daarna moest het gedaan zijn geweest met de voorspoed. De behandeling zou me niet meer hebben geholpen, zo kwam de overtuiging steeds verder richting een percentage van honderd in me opzetten. Gelukkig bleek uiteindelijk ongeveer het tegendeel het geval te zijn.

Welaan. Frontman Joe Love en zijn gevolg maakten hun opwachting maken in Annabel. Het gevolg van de frontman is onderhevig geweest aan een stevige persoonswisseling. Zou dat een reden zijn waarom Fat Dog nu pas, na het een aantal jaren bij live optreden te hebben gehouden, met hun debuutalbum, Woof, is gekomen? Was de groep ten prooi aan te veel onderlinge strubbelingen om met een enigszins gerust hart de studio in te kunnen duiken? Fat Dog was vrij lang slechts bekend van hun live optredens. Op YouTube zijn prima opnamen te bekijken van complete concerten in de Londense cultvenue The Windmill, een geweldige uitgaansgelegenheid, waar je niet komt voor iets verheffend als een diepgaand gesprek, maar voor de muziek.

Hoewel? Wat weet ik eigenlijk van The Windmill? Ik neem aan dat je er niet komt voor het voeren van een diepgaand gesprek, omdat ik slechts beelden heb gezien van puike optredens, waar de muziek niet dusdanig zacht tot het publiek komt dat het de neiging krijgt zich te wijden aan een diepgaand gesprek of het uitwisselen van plaisanterieën en vrijblijvende kout. Vervolgens kom ik tot een conclusie die slechts een aanname is. Self confirmation BIAS. Ik heb alleen muziekopnames meegekregen, dús is dát hetgeen er in The Windmill gebeurt. Terwijl er in een etmaal voldoende tijd resteert voor overige bezigheden, naast instrumenten plaatsten, soundcheck, concert en podium weer leeg maken.

Wat ik Joe Love op Metropolis veel te lang zag doen, na afdalen van het podium zich mengen tussen het publiek en vanaf daar de vocalen voor zijn rekening nemen, hield hij het dit maal beperkt. Wellicht dat hij het nu mooi vond geweest, nadat de elleboog van een moshende bezoeker probeerde via zijn microfoon één of meerdere delen van zijn gebit uit zijn gelaat te verwijderen. Wie zal het zeggen? Een deel van mijn geest beschouwt de mic tegen zijn voortanden als zijn verdiende loon. Na het concert dat Fat Dog op Vessel 11 gaf, vroeg ik hem om een setlist. Daar deden ze niet aan, gaf hij me kortaf te kennen en liep hautain verder. Voorafgaand aan het concert in Annabel lagen de setlists al ruim op tijd op de uitvoerende muzikanten te wachten. Het weldenkende deel van mijn geest is blij dat de schade aan Loves gebit beperkt bleef. Op een gemankeerde frontman zat niemand te wachten.

In vol ornaat slaagde Fat Dog erin om de publieke reactie nog losser te weken dan een kleine week eerder in dezelfde venue met Tramhaus het geval was. Daarbij dient opgemerkt te worden dat het nummer 'Running' als afsluiter van een gig zich daarvoor uitstekend laat lenen. Tenminste, voor bijna iedereen in het publiek. Mij gaat running wat moeilijker af. Mijn benen werken niet mee. Is misschien maar goed ook. Ik word geacht mijn telefoon met camera zo roerloos mogelijk te houden.

dinsdag 22 april 2025

ELLiS.D - LIVE - ANNABEL - ROTTERDAM - 16-4-2025


Reuze verheugd was ik al toen ik vernam dat Fat Dog weer in Rotterdam zou optreden. Verheugder werd ik nog toen ik kennis had genomen van de muziek gespeeld door support band ELLiS.D, uit Brighton. Minder verheugd was ik toen ik me dagen later pas realiseerde dat deze artiestennaam gewoon een alternatieve spelling voor 'LSD' is. Zo deed ik er ook ooit buitengewoon lang over om de betekenis van de woordspeling op de achterzijde van de T-shirts van medewerkers van de Vlaardingse Kroepoekfabriek, 'Crewpoek', te ontcijferen. Voor een genie heb ik zo nu en dan buitengewoon veel uitleg en duiding nodig. Het ontbreekt nog net aan een juffrouw die me bij de hand neemt en er verklarende tekeningen bij moet maken. Al is het de vraag of die zouden helpen. Ik ben dusdanig beeldblind dat als iemand me via een sociaal medium een hartjesemoji (of is het een emoticon?) stuurt, ik nog net niet angstig vraag of er een defibrillator in de buurt is.

In een eerdere instantie had ik vanwege de voornaam 'Ellis' nog gevreesd hier met een singer-songwriteres/--songwriterin/--songwritester van doen te hebben. Die op de loer liggende dystopie verdween spoorslags nadat ik de eerste tonen van de band tot mij had genomen. Dit zou geen minstreliaans opwarmgebeuren worden. Dit was snoeiende en schurende rock zoals mijn oren en hersenen het believen, zo werd me duidelijk via een zoektocht op Bandcamp. Zoektocht op Bandcamp? Het is toch eenvoudig muziek via dit medium op te speuren en vervolgens te beluisteren? Daar komt toch nauwelijks zoeken bij kijken? 

In het geval van ELLiS.D was het verre van simpel. Er bestaan op deze planeet meer muzikale wijsneuzen die vergelijkbare en gelijkluidende verbasteringen van 'LSD' als artiestennaam gebruiken. De correcte spelling van de bandnaam is al niet bepaald wat je noemt 'een sinecure'. Drie hoofdletters, een kleine letter i, gevolgd door hoofdletter S, een punt, plus hoofdletter D. De punt hoort in werkelijkheid ter hoogte van de middellijn van de hoofdletters te zijn geplaatst. Ik vermouth dat de punt op die hoogte terecht laten komen ondoenlijk is voor mijn tekstverwerkingsprogramma. Ik weet zeker dat ik niet ga uitzoeken of het mogelijk is. In dit geval sta ik mijzelve een toefje vrije spelling toe.

Na binnenkomst in Annabel ga ik direct via de verst van de entree gesitueerde trap het balkon op. Ik zie dat de plek vanaf waar ik nog geen week tevoren Tramhaus en Real Farmer in beeld bracht, bezet is. Ik zal waarschijnlijk niet de motoriek vertonen van een op zijn prooi loerend roofdier als ik op zoek ben naar een geschikte plek om opnamen te maken – ik loop nu eenmaal op twee benen en niet op vier poten – maar enige verbetenheid en een jagersoog zijn onderdeel van wat inmiddels tot ongeveer een ritueel is uitgegroeid. Ik heb er niet voor niets voor gezorgd ruim op tijd binnen te zijn. Dan wil ik ook een goede uitkijkplaats hebben. Na niet al te lang vind ik die. Iets links ten opzichte van het podium staat pal naast een kolom een kruk. Ik kan mijn opnamen niet alleen vanaf een geschikte locatie, maar ook nog eens zittend maken. Dit voorrecht, gecombineerd met het hoge borstweringshek en daar bovenop een brede leuning die ik eerder met loftrompetterende hymnen bezong, maken deze plek bijna tot opnamehemel op de third rock from the sun. Bijna. Tijdens vooraf in- en uitzoomen blijkt dat ik delen van de lichtinstallatie onmogelijk buiten beeld kan houden.

Bij opkomst verrast de omvang van de band me. Waarschijnlijk doordat ergens toch nog de gedachte aan een singer-songwriter in mijn geest huist. ELLiS.D bestaat uit een zanger, die ook regelmatig de sologitaar ter hand zal nemen, een bassist, een toetsenist, een ritmegitarist en een drummer. De toetsenist zal – neemt u het me niet svp niet kwalijk – grotendeels buiten beeld blijven, want schuil gaand achter een deel van de lichtinstallatie. Nog iets over uiterlijkheden? Vooruit maar weer. De zanger, wiens werkelijke naam ik nergens via het web weet op te sporen, is lang. En slank. Zeg maar: dun. De verbeelding van een bonenstaak. Zijn veelal hoge zangtoonsoort stoort me nooit. Waar hoge stemmen van mannelijke zangers me vaak geforceerd voorkomen en me soms echt ergeren, is er in zijn geval geen sprake van. Ik kan absoluut niet uitleggen waarom; zijn vocalen passen exact bij de muziek. Of vind ik de hoge stem bij zijn lengte passen? In dat geval zou het correct zijn mijn schrijven verder van ieder recenserend karakter te ontdoen en het sec bij lulverhaaltjes te houden.

Aangezien er bij de meurtzj geen cd's worden verkocht, zoek ik mijn heil na thuiskomst direct op Bandcamp. Het voorkomen van dubbele muziekaanschaf vergt het nodige uitpluiswerk. ELLiS.D biedt er veel tracks aan die op single zijn verschenen. Op één na zijn die nummers ook terug te vinden op de twee ep's die de band uitbracht. Daar komt nog bij dat de digitale opnamen via Bandcamp worden aangeboden op de BC-site van label Crafting Room Recordings. Als je niet uit je doppen kijkt, scheep je jezelf buiten verwachting op met werk van andere ensembles. Nu hoeft zulks kwalitatief niet per se problematisch te zijn. Zeker als het om kleinere labels gaat niet. Veelal richten die platenmaatschappijen zich op een zelfde genre. Zo weet ik dat ik van maatschappij Fuzz Club Records ongeveer alles onbeluisterd zou kunnen kopen, zonder me er een buil aan te vallen. Toch bevindt er zich niets aan, op of in mijn hoofd dat daarover ook maar piekert. Ik gun muziekartiesten een hoop voorspoed; ik ben tevens budgettair uiterst strikt. Ik heb niet eerder de behoefte gehad de touwtjes waar en wanneer mogelijk in handen te hebben. De belangrijkste touwtjes, die van het leven zelf, heb ik moeten inleveren bij de medische wetenschap, afdeling oncologie.

Hoe dan ook: inmiddels mag ik mij de bezitter van het complete oeuvre van ELLiS. D noemen. Zonder doublures.

maandag 21 april 2025

GIRL SCOUT - LIVE - VESSEL 11 - ROTTERDAM - 15-4-2025


Ik geloof niet dat ik zo lang voornemens was om niet naar een gepland optreden op Vessel 11 te gaan als in dit geval. Ik had de muziek van het Zweedse Girl Scout vooraf beluisterd en was er niet zeer van onder de indruk geraakt. En ik had gelezen dat het concert uitverkocht zou zijn. Nu kwam ik, tot nog toe, met mijn jaarabonnement altijd binnen in het geval van een vooraf vol bezoek verwacht lichtschip. Volgens de huisregels heb je als jaarabonnementhouder géén recht op bijwonen van een concert als het is uitverkocht. Nooit wist ik mij – tijdens inmiddels drie jaar lidmaatschap – in de praktijk geconfronteerd met navolging van die regel.

Tot voorafgaand aan het concert van THUS LOVE en voorprogramma Dream Nails. De dienstdoende toegangscontroleur vertelde mij toen ik hem mijn V11-entreesleutelhanger toonde, dat hij me niet kon toelaten. Het evenement was uitverkocht. Ik vertelde hem rustig dat ik al een aantal jaren vaste bezoeker ben. Dat dit de eerste keer was dat mij de toegang werd geweigerd. En ik wees hem naar de plek die ik altijd inneem om opnamen te maken. Een hele riedel over de promotiewerking van mijn opnamen voor de muziekavonden op Vessel 11 en de ermee toegenomen publieke belangstelling kon ik achterwege laten. Hij had al bakzeil gehaald en gezegd dat ik door kon lopen. Mooi. Ik weet totaal niet of mijn opnamen ter promotie dienen. Ik betwijfel het zelfs. Het is bepaald niet zo dat het aantal views per optreden in de meerdere k's lopen.

Waar staan die k's eigenlijk voor? Ik moet dat toch eens zien uit te zoeken. Het heeft volgens mij iets met duizendtallen te maken. Maar een afkorting van 'thousand' kan ik er zo snel niet van maken. Ik ken de k als politiek correcte, woke afkorting voor zeikerds die menen dat het er iets toe doet als je het woord 'kanker' in zijn geheel uitspreekt of in de verkorte versie uitspreekt. Goed nieuws. Dit schrijvende schiet het me ineens te binnen dat de 'k' staat voor 'kilo'. Een kilo is duizend gram en een kilo is duizend views. Dat moet het wezen. Na mijn binnenkomst werd ik direct aan mijn jas getrokken. Wat nu weer? Het bleek een vriendin te zijn. Zij meldde me dat ze op het laatste moment nog een kaart via Ticketswap had weten te bemachtigen.

Iets over de muziek van Girl Scout? Wacht nog even. 's Middags herinnerde ik me dat de optredende band van de avond waarop me in eerste instantie de toegang werd geweigerd het publiek verzocht dichter bij het podium te komen staan. Hoe kunnen toeschouwers in een volle zaal nader tot de bühne komen zonder verdrukkingstaferelen te veroorzaken? Het schiet me ook weer te binnen dat de vriendin van de Ticketswapkaart me vertelde dat er op dat medium erg veel toegangsbewijzen werden aangeboden. Hoe zat het dus, naar alle waarschijnlijkheid? Alle tickets waren via de daartoe dienende www-kanalen afgenomen, maar niet elke koper had zin zich daadwerkelijk te Vessel 11 te vervoegen. Of één koper had zich rijk gerekend door meerdere kaarten aan te schaffen, in de tot gedachte gecorrumpeerde wens die alle te kunnen slijten en zat nu thuis zijn financiële domper weg te zuipen met weliswaar goedkope, maar ondanks de lage prijs toch gestolen rode wijn.

Dus checkte ik 's middags Ticketswap al om te kijken of er veel toegangsbewijzen aangeboden stonden. Zou dat zo zijn, dan zou ik – als mij de entree werd geweigerd – de toegangskaartcontroleur erop wijzen dat uitverkochtheid hoogstens een administratieve kwestie was, die in de praktijk bepaald niet tot een vol huis zou leiden. Toen ik niet lang voor aanvang nog eens op de kaartverkoopwebzijde keek, bleken weliswaar niet alle aangeboden entreebewijzen verkocht; er werd echter een veelvoud van het aantal aangeboden tickets gevraagd. Ik zag de bui al hangen. Dit zou weer tot weigering van toegang leiden bij het tonen van mijn sleutelhanger. Daarnaast had ik al zoveel geestelijke inspanning besteed aan mij informeren over de stand van kaartverkoopzaken en het verzinnen van de smoes die tóch tot mijn aanwezigheid zou leiden, dat de lust tot daadwerkelijk afzakken naar het lichtschip in de Wijnhaven me geheel was vergaan. Wie waren ze dan, van dat kutbandje Girl Scout, dat ik mij al die moeite had getroost? Met de muziek die ik tevoren had beluisterd, hadden ze me niet over de streep weten te trekken.

Onmiddellijk erna deed ik mijn schoenen en jas aan en verliet mijn woning. Mijn luimen kunnen vrij snel wisselen, qua volstrekt zeker zijn dit te zullen doen en direct compleet in het tegenovergestelde veranderen. Op de boot toonde ik mijn sleutelhanger aan de toegangscontroleuze/-controleuster (hoe noem je iemand van het vrouwelijk geslacht die erop toeziet dat je niet ticketloos naar binnen piept?) en mocht zonder welk mankeren dan ook verder lopen. Ik weet in ieder geval hoe ik deze toegangscontroleuze/-controleuster noem: tof wijf. Hoe de muziek was, kunt u zelf via de YouTube-link beluisteren. Ik ga dat echt niet iedere keer ook nog eens zitten recenseren. Al wil ik best kwijt dat het concert beter was dan ik naar aanleiding van het vooraf beluisterde had verwacht.

vrijdag 18 april 2025

ALIEN CHICKS - LIVE - PAARD CAFÉ - DEN HAAG - 14-4-2025


 

Al vaker stond ik versteld van het niveau van bands die in de bescheiden venue Paard Café optreden, de kleinste van de drie zalen in het Haagse Paard. Bij Alien Chicks uit de Londense wijk Brixton besprong die indruk me al bij het vooraf beluisteren van de muziek. Onnavolgbare tempo- en ritmewisselingen en er dan toch nog in slagen cadans te handhaven. Van de drie Alien Chicks zijn er slechts twee werkelijk alien. Zanger-gitarist Josef Lindsay en bassist Stefan Parker-Steele zijn van het mannelijk geslacht, wat voor chicks best alien is. Slechts drumster Martha Daniels is vrouw, wat vooralsnog normaal is voor een chick. Haar percussie is wel alien. Wat een tempo, wat een energie. Bijna buitenaards. Of geheel van een andere planeet? Het is maar de vraag. Hoe de drie musici het voor elkaar krijgen is me ook na bij hun optreden aanwezig te zijn geweest nog volstrekt onduidelijk. Gitaarspel, drums én zang klinken alle ongeveer voortdurend tegen de complete hysterie aan. Hier wordt de luisteraar/toeschouwer voortdurend op het verkeerde been gezet door snel veranderende ritmes, maar krijgt hij/zij/hen er hoe dan ook energie van.

Er bestaat een theorie die stelt dat er een conflict in het geestesleven aanwezig moet zijn als noodzaak voor artisticiteit en het maken van kunst. Ik ontkom niet aan de vraag welke botsing in de hoofden van Alien Chicks er heeft plaatsgevonden. Bij de naam Brixton gaat mijn oude rellenbelletje rinkelen. Waren daar niet ooit stevige onlusten uitgebroken, toen ik nog in het bezit was van een leeftijd waarop ik zulks reuze interessant en aantrekkelijk vond? Ik moet dat googlen. In het geval van 'ja, inderdaad' veronderstel ik dat er in de geesten van Alien Chicks door een niet makkelijk opgroeien in dat oord een conflict is ontstaan dat – een al of niet bestaand opperwezen en anders de voorzienigheid zij gedankt – tot hun zeer pruimbare muzikale uitspattingen heeft geleid.

Er is natuurlijk ook de mogelijkheid dat Brixton zich nadien, als voormalig achterstandswijk, al lang en breed heeft weten omhoog te stuwen in de vaart der volkeren. Dat er gentrificatie heeft plaatsgevonden zoals in Katendrecht, om het met een ontwikkeling dichtbij huis te vergelijken. Een snelle blik op Wikipedia leert me dat de rellen plaatsvonden in het begin van de jaren tachtig. Brixton werd toen wel aangeduid als de hoofdstad van Jamaica. De plaatselijke hermandad mocht er graag negers rammen. Nee, zo staat het niet op de Wiki-site geformuleerd. Ik permitteer me de vrijheid e.e.a. als zodanig op te vatten en de oorzaak van de rellen bij de handhavende macht te leggen. Daar ben ik leftie genoeg voor.Tegenwoordig zou Brixton 'een bruisende wijk' zijn. Ik denk dat daar inderdaad gentrificatie aan ten grondslag ligt.

Het zou goed kunnen dat mijn conflicttheorie daarmee de prullenbak in kan. Lindsay, Parker-Steele en Daniels zijn waarschijnlijk te jong om de onlusten te hebben meegemaakt. Ze zijn gewoon zeer getalenteerde muzikanten. Muzikanten, wier werk ik via Bandcamp het mijne heb gemaakt. Ook al las ik later dat ze over niet al te lang met een nieuw album komen. Op dat album zullen vast nummers staan, die ik nu al in de single-versie heb aangeschaft. Dat komt me in de toekomst wellicht op dubbele aankoop te staan. Wat moet, dat moet. Ik ga toch werkelijk niet aan de Spotify. Spotify is voor sloebers die graag artiesten uitmergelen. Mocht u toch Spotifyen: nog hoogstaander dan het reeds hoogstaande overig werk van Alien Chicks zijn de nummers “Steve Buscemi” en “Woodlouse”. Stream die tot voorbij het einde der tijden. Het zal uw leven, dat van al uw omringenden, de planeet Aarde, het zonnestelsel, het melkwegstelsel en alles eromheen verrijken.

dinsdag 15 april 2025

TRAMHAUS - LIVE - ANNABEL - ROTTERDAM - 11-4-2025


Tramhaus is een Rotterdamse band. Het Oude Tramhuys was een uiterst Rotterdamse nachtuitspanning op het Eendrachtsplein, vlakbij waar ik zo langzamerhand al 100.000 jaar zou wonen, als de tijd werkelijk voorbij vloog. Ruim dertig jaar is het inmiddels wel, in werkelijkheid. Het Oude Tramhuys staat er niet meer. Het wordt opgeknapt en in Oude Luyster hersteld. Het krijgt na de opknapbeurt geen horecabestemming; het wordt een of ander paviljoen van waaruit wandelingen door de stad Rotterdam worden georganiseerd. Ik ben benieuwd of ik tegen de tijd dat het Oude Tramhuys terug op de locatie staat weer in staat zal zijn tot het volvoeren van wandelingen. Dat ik me daarbij niet tegengehouden weet door blijvende neuropathieklachten in mijn voeten. Met wat meer pech besta ik omstreeks die periode niet eens meer. Ben ik aan de kanker ten ondergegaan. Ja, lieve mensen. Het benne me daar even spannende tijden. Zo spannend dat ik afzie van het ver vooruitkijken. Daar heb ik geen tijd voor. En geen zin in. En u kunt van mij, als autodidactisch vrijetijdsfilosoof, gerust aannemen dat er zelden een belangrijkere reden is te bedenken om iets na te laten dan er domweg geen zin in hebben. Een stukje doe-het-zelluf Kritik der reinen Vernunft.

Hoe zat het ook weer? Was de band Tramhaus nou vernoemd naar het Oude Tramhuys? Ik meen er iets over te hebben gelezen, maar ik weet het niet meer. Zeker is dat het Oude Tramhuys momenteel een tijdelijk foetsie ondergaat. Tramhaus is daarentegen springlevend. Niet lang geleden zag ik ze nog spelen in het gezelschap van de Rotterdamse muziekgroepen Texoprint (voorheen Kalaallit Nunaat geheten) en M.U.G, in Worm. Dit was tijdens een snel opgezette benefietavond voor de venue Stroomhuis in Eindhoven, die niet lang daarvoor was afgebrand. Een sympathiek gebaar, waar Tramhaus-frontman Lukas Jansen een belangrijke hand in had, als ik dat correct heb onthouden. In Stroomhuis maakte ik slechts één maal een concert mee en niet van de minste band: het Canadese Crack Cloud.

Nu is het echter de beurt aan Tramhaus. Na al in een volle grote zaal van Paradiso te hebben gespeeld, een optreden dat in de Volkskrant een knetterend lovende vijf sterrenrecensie kreeg, geven ze nu acte de présence in een uitverkocht Annabel. Er wordt in Rotterdam nog regelmatig met weemoed omgekeken naar Nighttown; ik vind Annabel een minstens zo prettige zaal. De programmering is wat minder alternatief dan die in de door nostalgici opgehemelde goeie ouwe tijd. Daarom kom ik er niet zo vaak. Maar ik realiseer me dat het afgenomen alto-gehalte te maken heeft met de veranderde smaak van het grote publiek. En wie ben ik om daar iets van te vinden? Behalve dat ik het als reuze stompzinnig en een aankondiging van het einde der tijden beschouw.

Heel even lijd ik stress bij de ingang. Mijn naam blijkt niet op de lijst met genodigden te staan. Heremetijdje, wat is dit? Mijn contact had een afzegging van één harer contacten ontvangen, die eerst zou gaan. Ik had nog gevraagd wat de reden kon zijn van die afzegging. Bij het annuleren van je huwelijk of de geboorte van je eerste kind kan ik me nog iets voorstellen; bij het niet komen opdagen voor een bezoek aan een optreden van Tramhaus verdwijn ik in een rabbit hole van onbegrip. Maar goed. Ieder zijn meug. Ik sta niet op de lijst, het meisje dat me toegang moet verlenen spreekt slechts Engels, geen Nederlands. Ik spreek echter ook Engels en ik hoef slechts aanstalten te maken om nogmaals, nu in andere, overigens zeer rustige en nette, bewoordingen duidelijk te maken wie me heeft willen matsen met de gratis toegang of het meisje zegt al dat het oké is en drukt een stempel op mijn pols. Het gaat zo goedgemutst en makkelijk dat ik me afvraag of simpelweg een gladde babbel me vaker en elders ook entree zal verlenen. Het is slechts een overweging. Ik heb een gruwelijke hekel aan lulpraatjes en liegen. Als ik iets uit mijn duim wil zuigen, schrijf ik een fictief verhaal. Dat is het voordeel van over voldoende fantasie beschikken.

Wat valt er over het concert van Tramhaus te typen? Als enige dissonant wellicht dat de zang op mijn opnamen te zacht is ten opzichte van het volume van de instrumenten. Ik ben bang dat ik mijn telefoon daar dit maal niet de schuld van kan geven. De volumeverhouding van voorprogrammagroep Real Farmer was wel in orde. Verder is er over Tramhaus geen wanklank te melden. Tevoren was ik al gegrepen door het afspelen van hun complete oeuvre, dat ik via Bandcamp eens tot het mijne had gemaakt. Op de fiets, in bus, metro, trein en de supermarktrij belandden de Tramhausklanken via den draadlozen in mijn geestesleven. En wel behoorlijk continu. De live ervaring doet de studio-opnamen ei zo na vergeten. (Ik typ 'ei zo na', omdat het ineens in me opkomt en weer eens wat anders is dan 'bijna' of 'welhaast', edoch hetzelfde betekent, echter veel vaker in Vlaanderen dan in Nederland wordt gebezigd.) Het moet erg lang geleden zijn dat ik nog eens zo gegrepen werd tijdens een concert. De intensiteit doet me terug denken aan het optreden van Pixies in de Amsterdamse Jaap Edenhal, begin jaren negentig. Exact de juiste soort rock naar mijn smaak, op het podium gebracht door muzikanten waar de eenheid vanaf straalt. Ieder doet zijn ding, maar naadloos passend in het collectief.

Bassiste Julia Vroegh en gitarist Micha Zaat staan redelijk roer- en uiterlijk emotieloos, gedisciplineerd en zeer kundig hun snaren te beroeren. Van het gezicht van drummer Jan Luijten is meer enthousiasme af te lezen. Het interesseert me overigens geen ruk of muzikanten wel of geen emotie uitstralen. Een belangrijk kenmerk van muziek is dat het om het geluid gaat. De rest lijkt me bijzaak. Desalniettemin schets ik de uiterlijkheden nog wat verder, nu ik toch begonnen ben. Gitariste Nadya van Osnabruggen toont meer motoriek. Ze zwaait vaak, haar hoofd voorover houdend, met haar blonde haren heen en weer, alsof ze in trance verkeert. Het wekt soms bijna een autistische indruk. De zweem van autisme doorbreekt ze doordat ze soms even kort zichtbaar contact met bandgenoten heeft. Ál te veel onderling overleg hebben de Tramhaus-musici niet meer nodig. Daarvoor vormen ze inmiddels een veel te op elkaar ingespeeld collectief, een mate van collectiviteit die voor een werkelijk autist geheel onbereikbaar is.

Dan frontman en zanger Lukas Jansen. Hoe je het ook wendt of keert, hij is toch het gezicht van Tramhaus. De energie en motoriek die hij op het podium brengt zijn indrukwekkend. Nog belangrijker: de afwisseling die hij tussen rustiger zang en harmonisch blijvend geschreeuw weet te brengen, moet, naast de instrumentale prestatie van Tramhaus, ook een gewicht van importantie in de aantrekkingskrachtschaal van de groep leggen. Daarbij wisselt hij wilde sprongen en in de lucht trappen af met veel meer ingehouden, zwoele dansmoves. Het schijnt dat Mick Jagger bij Lukas Jansen heeft geïnformeerd of die hem een cursus podiumpresentatie wil geven. En het schijnt dat ik er in mijn schrijven soms een fictieve hyperbool tegenaan smijt om mijn waardering kenbaar te maken.

Lukas Jansens dictie van de Engelse taal is Brits met een natuurlijke vanzelfsprekendheid. Een grappig detail in het nummer “Make it Happen” is het met puur Rotterdamse tongval gebracht 'Rottudam', waarna hij 'make it happen' en de rest van de lyrics met onmiskenbaar Engelse klank zingt. “Make it Happen” is een persiflage op een gelijkluidende, Rotterdam hypende slogan van het gemeentebestuur. Ik vraag me af hoe groot het deel van het publiek is dat door heeft dat Tramhaus het als meer dan plat, ééndimensionaal chauvinisme brengt. Als er na het concert direct een Feyenoord-lied uit de muziekinstallatie schalt, word ik na een geweldig optreden alsnog overvallen door een wat al te fors naar mijn zin zijnd 'helaas'.