maandag 3 februari 2025
DEN HAAG, WE WINNEN WEER VANDAAG
zaterdag 18 januari 2025
KOEKJES VAN EIGEN DEEG
Gedroomd dat duizenden drones confetti met daarop track&trace-codes over mij uitstrooiden, ik ze alle invoerde op de webzijde van de leverancier en dat ik de bestelling nooit zou ontvangen.
Ik beschouwde het als een teken van hogerhand dat ik eierkoeken in huis moest halen. Pas na het ontwaken trok ik die conclusie. Waarom pas na het ontwaken? Omdat het in mijn dromen nooit voorkomt dat ik iets moet. Ik zou door Sigmund Freud, als hij werkelijk verstand van droomduiding zou hebben gehad, een gebiedendewijsloze dromer zijn genoemd.
Maar om niet geheel van het padje te raken en de vertelling enigszins in de richting van logica te duwen...waar was ik? Eierkoeken moest ik hebben. Dus mij aangekleed en de deur uitgegaan teneinde eierkoeken te bekomen. Daar standvastigheid mij ten enenmale ontbreekt, was het plan om eierkoeken te halen al voor het bereiken van het zebrapad veranderd in een niet te stuiten lust om mij Nobo Spritsen aan te schaffen en het niet bij aanschaf te laten, maar tevens tot verorbering over te gaan, onderwijl bedenkend hoe ik mijn acties en overwegingen zonder oeverloos gebruik van archaismen aan het papier - in werkelijkheid natuurlijk het beeldscherm van mijn computer - zou toevertrouwen.
Ja, dat was nog een hele opgave. Een uitdaging, volgens de 145 in een gros-schrijfwijzer.
vrijdag 10 januari 2025
LANGS DE SCHELDE (recensie)
Met mijn fietstochten van afgelopen jaar heb ik een behoorlijke mate van rivierenfetisj opgelopen. Ik vind het te gek om op die manier de Nederlandse delta te leren kennen. Dat was kennis die ik al bovengemiddeld had, maar wat betreft ritten langs rivieren heeft zich een niet te bevredigen graaimentaliteit van me meester gemaakt. Ik wil meer, meer, meer. Eerder had ik de gewoonte slechts tochten te maken die niet verder reikten dan afstanden die ik op op de terugweg ook pedalerend kon volvoeren. Later fietste ik zo ver mogelijk en zette rijwiel en mijzelf op een trein terug, Rotterdamwaarts.
Vrij uitgebreide fysieke kennis met rivieren maakte ik al eerder. Ik voer twee weken als stagiair met een binnenvaartschip en ervoer zo, vanaf het water, de Nieuwe en de Oude Maas, Beneden Merwede, Boven Merwede, Waal, Rijn en - de mooiste - Moezel. Daarvoor leerde ik al de uitloper van de Schelde, de Westerschelde, behoorlijk breed kennen. Als geluids- en cameraman werkte ik diverse keren in opdracht van Rijkswaterstaat op schepen en pontons, vanaf waar men zich bezig hield met de uitdieping van deze zeearm. Ik was dan ook verheugd toen ik vernam dat de publieke omroep de serie 'Langs de Schelde' zou uitzenden. De Westerschelde kende ik al goed; stroomopwaartser ben ik er vele malen minder goed thuis. Dit zou leuk en leerzaam worden.
Toen ik las dat Huub Stapel de presentatie van de documentairereeks zou verzorgen, slonk mijn enthousiasme. Ik vreesde dat dit wederom op een openbaring van een ziekteverschijnsel van deze tijd zou uitdraaien. Uit kijkcijfergerichtheid moet er een BN'er als talking head aan het programma worden toegevoegd.
Vandaag keek ik de eerste twee afleveringen. Werd mijn vrees bevestigd? Ja. Huub Stapel presenteert redelijk vaardig en interviewt in voldoende Frans niet onaardig. (Hoewel 'ta grand-père' het insluipen van dementie doet vermoeden. Of zou de vertaling van de Franse mannelijke en vrouwelijke versie van het bezittelijk voornaamwoord hem werkelijk onbekend zijn?)
Hét grote manco van dit soort programma's: vanwege de bekendheid van de presentator wordt die overvloedig in beeld gebracht. Ik zit niet te wachten op wat je met gevoel voor overdrijving een 'tsunami aan presentatorclose-ups' kunt noemen. Een onzichtbare commentator had ruimte gelaten voor veel meer informerend en zo niet, dan minstens esthetisch te rechtvaardigen beeldmateriaal. De irritatie is niet voldoende reden om de overige afleveringen van 'Langs de Schelde' de overige afleveringen te laten. Daarvoor resteert er naast de ergernis te veel mooi beeld en te veel ter zake dienende, mij nog onbekende informatie. Die feitelijkheden hoeven niet te worden voorzien van kreupelhoutpoëtische zinnen als: “De vooruitgang is onstuitbaar, zal de Schelde denken.”
Daarnaast is de balans in de relevantie tussen bewandelde zijpaden te vaak zoek. Een uit de lucht gegrepen faits divers-scène van Stapel die de wals danst met een 83-jarige vrouw die al zeer lang op dezelfde plaats nabij het water leeft, wordt afgewisseld met een zeer zinnig en informatief interview over een architectonisch verrassende en op een kasteel gelijkende, in onbruik geraakte kalksteenfabriek.
Zo zeer alle kanten op meanderen, zou een zichzelf serieus nemende rivier nooit overkomen, zal de Schelde denken.
donderdag 9 januari 2025
PINNEN (Pastiche op 'Binnen' van Marco Borsato)
Ik open mijn ogen
De telefoon
De huisbaas chagrijnig
Man zeik niet zo en doe toch gewoon
En ik vraag me af of hij ze wel op een rijtje heeft
Als ik op tijd betaal dan vindt ie alles fijn
Ik kan maar één reden bedenken
Het moet dus toch mijn huurschuld zijn.
Ik wil pinnen
Al mijn poen is zwart
En bovendien ook op, dus pinnen.
Pinnen zonder grens en opnamelimieten, pinnen
Pinnen zonder schroom voor kredietregistratie.
Ik wil pinnen.
Pinnen!
Ik vrees dat hij me binnenkort op mijn bek slaat
Maar zonder iets te zeggen (of iets te overleggen)
Gooit hij mijn huisraad zo op straat
Ziet hij dan niet dat ik aan gaten aan mijn vingers lijd?
Huurders hebben hoogstens één gat in hun hand
Dit is mijn laatste Straatkrant
ik ben voor Albert Heijn beland.
Kon ik maar pinnen
pinnen tot ik nergens toe
in staat was
pinnen.
Pinnen tot de giromaat er groen van uitslaat,
pinnen
Tot je bij dat apparaat alleen klein geld kunt winnen.
ik raak buiten
zinnen.
En als ik weer naar de hoeren ga
na een uur en een half
al weer buiten sta
vraag ik me af: was die
temeier het nou waard?
In mijn zakken munt noch kop, mijn uitkering
in één keer op, achter het volgend
raam een nieuwe vlam
die mij vertelt dat het ook met Tikkie kan...
Maar ik wil pinnen,
Tikkie dat is klote, Tikkie dat is kut,
ik wil pinnen
Moet ik ook nog aan een creditcard beginnen?
Zonder lot de Staatsloterij winnen?
Ik wil pinnen, pinnen!
heejiejeeeeeeeeeee
heeeeeeeeeeeeejjieeejeeeeeeeeee
heejiejieheeeeeeeeeeeeeeeeeejieheeeeeeeeeeeeeeeee
Pinnen met mijn bankpas, pinnen raakt mijn ziel
Viercijferige code, best wel infantiel
Pinnend raak ik op stoom
Als in mijn fantasie, als in een droom, fijn.
Zonder pinautomaten lijd ik aan fantoompijn.
Ik raak van de kaaaaaart
heejiejeeeeeeeeeeeeeeeee
Ik wil pinnen
heejiejeeeeeeeeeeeeeeeee
Ik wil pinnen
Buiten zinnen
ING beminnen.
Hejieeeeeee heee!
maandag 6 januari 2025
MIEN MET COVID NEGENTIEN (Pastiche op 'Achter de rhododendron' van Tol Hansse)
Niets ging boven properheid
Ze waste haar handen kapot
Ze was een erg schone meid
Toch voelde ze zich ziek en rot.
Haar oksel zat net iets te hoog
Ze nieste in haar elleboog
Dat leek niet geciviliseerd
Toch had ze 't uit de krant geleerd.
Mien zat in haar nachtjapon
Te hoesten, zij had omikron.
Vandaar dat zij een list verzon
Zodat zij toch de hort op kon.
Slikt Mien Ivermectien misschien?
Mien wat slik je, hoehoe Mien?
Mien staarde naar de horizon,
En nam nog een lachgasballon.
De deur uit tegen elke prijs
Wat fraude dat kon weinig kwaad
Ze regelde een testbewijs
Want wilde rustig over straat.
Quarantaine dat was niks voor haar
Ze was er toch geen kluizenaar?
Twijfelend en in dubio
Bleef ze toch maar in haar studio.
Mien, zij had dus omikron.
Haar kuchje was niet echt bon ton
Ze ging zowat uit haar plafond
Omdat zij niet de hort op kon,
Wellicht hielp dit Mien misschien
Zelftests ze nam er tien
Omdat zij nooit eens rustig kon
Een plaat voor haar kop van beton.
Maar Mien hervond zichzelf al snel
Veroverde een rijke vent.
Naar zijn geld luisterde ze wel
Dus zeer gauw was ze ingeënt.
Haar pech echter de naald was vuil
Op haar bovenarm een grote buil
Ze vreesde en ze voelde reeds,
Geen omikron, nu had ze AIDS.
Mien dronk uit een zakflacon
Chartreuse tot ze niet meer kon
De prikker was nu haar demon
Tribunaal-vuurpeloton.
Heeft u haar soms gezien misschien?
Mien heeft geen Covid negentien.
Maar haar vent vindt haar niet meer lief
Want Mien is seropositief.
Mien is seropositief
Wat zegt u daarvan? Alstublieft.
Ze zuipt en snuift als Willem Kieft.
De goegemeente is ontriefd.
Nauwelijks levend, driekwart dood.
Slijt Mien haar dagen in de goot.
Eigenlijk is het getikt.
Dat Mien nog geen AIDS-remmers slikt.
zondag 5 januari 2025
ACHTER DE GERANIUMS (Pastiche op 'Achter de rhododendron' van Tol Hansse)
https://www.youtube.com/watch?v=ZJ6K1hJ8oSc
Van niets raakte zij al in shock
Streek iemand haar over haar wang
Het liefst had zij hem dan geblockt
Nu kroop zij achter het behang.
Een Facebook-duim dat ging nog net
Al was dat ook niet je van het
Een hartje werd haar echt te veel
Voelde zij zich in haar kruis gestreeld.
Mien zat in haar nachtjapon
Achter de rhododendron
Slikte zes strips oxycodon
Zomaar weg, zonder pardon.
Was dat niet wat te veel misschien?
Ach, zes strips waren er geen tien
Mien dacht dat ze het best aan kon
Driehonderd mg. oxycodon.
Overmoedig ging ze naar de kroeg
Doorbreken zou zij daar haar sleur
Want juist nu had ze niet genoeg
aan oxy, ze was in mineur.
Omdat ze zin had in plezier
Dronk ze daar vier glazen bier
Toch raakte ze niet in haar sas,
Omdat de slijter veel goedkoper was.
Mien lag in haar nachtjapon
Knetterstoned, oxycodon
Ze wist nooit waaraan zij begon
Of iets nou wel of juist niet kon.
Heeft u haar iets gedeald misschien?
Doodzonde, ze was net clean
Nu lag ze in haar nachtjapon
Dronk strohrum uit een zakflacon.
Ze moest naar huis, dat wist ze best
Ze wilde dat ze lopen kon
Vergeefs, dat had ze al getest
Stond op en viel gelijk weer om.
Ze tastte naar haar telefoon
Een taxi bellen moest gewoon
Geen nummers, slechts emoticons
Achter de rhododendrons.
In nachtjapon lag Mien geveld
Had toch nog 112 gebeld
De ambulance was er snel
Intensive care dat moest nu wel.
Na een dag of drie was Mien ter been
En zond het ziekenhuis haar heen
Nooit meer oxy, maar slechts valium
Achter de geraniums.
Mien slikte nog slechts valium
Achter de geraniums.
Was wel wat minder in haar hum
Achter de geraniums.