dinsdag 6 mei 2025

SQUID - SCHOUWBURG - MOTEL MOZAIQUE - ROTTERDAM - 18-4-2025


 

Dus dat (a.k.a. Dat dus). Toen ik het programma van Motel Mozaique doornam, vielen mij de schellen van de ogen bij het lezen van de bandnaam Squid. Squid? Dé Squid? De band die ik zag optreden als hoofdact in de grote zaal van Paradiso én in Ronda, de door architect Jo Coenen ontworpen concerthal in het Utrechtse muziekcomplex TivoliVredenburg? Ja dus. Die groep zou op het door mij vooraf stevig onderschatte Motel Mozaique acte de présence geven.

Vind je ook niet dat 'acte de présence' mooi aansluit bij het Frans bekkende 'Motel Mozaique'? Fijn zo. Dan hebben we elkaar op dat vlak alvast gevonden en kunnen wij met malkander een high five geven, dan wel een boks uitwisselen. Als je vindt dat mijn geouweteringhoer de spuigaten begint uit te lopen, heb je mooi pech. Ook dit epistel is weer onderdeel van een aanzet op aanzet stapelende manuscriptverzameling, die moet uitgroeien tot een muziekbijeenkomstenverhalenbundel, met als titel “Koetjes, kalfjes, concerten en kanker”. Ik ben van mening dat de verhalen tot nu toe wat te recenserend van aard zijn geweest, mijn kwaal nogal veel aandacht kreeg en juist de koetjes en kalfjes er bekaaid vanaf kwamen. Kortom, per nu en direct: ruim baan voor onbenullige causerie en nauwelijks ter zake dienende faits divers.

Dat dus (a.k.a. Dus dat): Jo Coenen is de ontwerper van de Ronda-zaal. De Ronda-zaal, die een capaciteit van 2000 staanplaatsen heeft, vind ik een van de meest geslaagde grotere muziekvenues in Nederland. Hoewel het totale complex TivoliVredenburg bepaald niet uitblinkt in overzichtelijkheid, is de indeling in deze zaal zo logisch als maximaal gewenst kan zijn. De verhouding breedte <=> diepte klopt, wat betekent dat de zaal de maten van het – breed uitgevoerde – podium volgt. De zaal is dus meer meters breed dan dat hij diep is. Nergens in de Ronda krijg je het idee ergens achterin en/of achteraf te staan. Tenzij je je op de tweede rij vooraan bij het podium bevindt en er iemand van twee meter lengte en een meter breedte pal voor je staat.

Aan weerszijden van het balkon loopt een luie trap af naar het niveau van de zaalvloer. De trap is niet slechts geschikt als looproute, maar voldoet ook prima om vanaf daar bands te zien spelen. Het zicht is vanaf elke plek in deze ruimte zeer geschikt. Jo Coenen is ook de architect van het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Voorheen heette het Nieuwe Instituut 'Nederlands Architectuur Instituut'. Het Nieuwe Instituut staat tegenover de ronde blikvanger met spiegelgevel, het depotgebouw van Museum Boymans van Beuningen. Dat is ontworpen door MVRDV, het bureau van Winy Maas. Een achternaam die dezelfde is als die van de rivier die door de stad stroomt. In Rotterdam krijgen bouwwerken heel vaak bijnamen. Het Nederlands Architectuur Instituut werd om mij onduidelijke redenen wel 'de kerncentrale' genoemd. 'De kerncentrale' heeft als bijnaam bepaald geen poot aan de grond in het Rotterdams taalgebruik weten te verwerven als – voorbeelden bij uitstek – de Kuip en de Koopgoot.

Ja, hallo. Als je faits divers wil, kun je ze krijgen ook.

Hoewel, faits divers? Nu is het tijd voor een overweging van maatschappelijke aard. Hoe kon een band met de grootsheid van Squid aanwezig zijn op Motel Mozaique? Dat kon niet anders dan het gevolg van een discutabele hobby en gemanipuleer van de linkse elite zijn. Motel Mozaique zou vast en zeker worden gesubsidieerd. Dit ging ten koste van de gewone man, die altijd hard voor zijn geld had gewerkt en dat misschien zelfs altijd nog deed. Dit was geen zuivere koffie, Dit was niet in de haak. Hier moesten de hoge heren in Den Haag maar eens diverse consultancybureaus naar laten kijken. En dikke rapporten over laten schrijven. Ja, het inschakelen van consultancybureaus kostte ook zo het een en ander, maar hier diende de onderste steen boven te komen.

WTF (a.k.a. What The Fuck). Mij ging het er eigenlijk om dat ik in de gelegenheid werd gesteld behoorlijk onverwacht voor de derde maal in mijn leven een optreden van Squid mee te maken. En dat dit keer op een toegangsbewijs dat ik zomaar in de schoot geworpen had gekregen, omdat de oorspronkelijke bezitter van het ticket plotsklaps geen trek meer had gehad in een bezoek aan Motel Mozaique. Eindelijk zou ik ook eens de Schouwburg bezoeken, in de stad waar ik inmiddels tweederde van mijn levensjaren woonachtig ben. Dat Schouwburg-debuut zat er toch aan te komen, aangezien ik inmiddels al in het bezit was van een entreekaart voor het optreden van Kim Deal. De ex-bassiste van Pixies en frontvrouw van The Breeders is – zoals het artiesten op latere leeftijd vaker gebeurt – het solopad ingeslagen. Op 21 juni van dit jaar zal zij Rotterdam met haar aanwezigheid opluisteren.

De grote zaal van de Schouwburg zat bij het optreden van Squid niet nokkie vol. Ik had de ruimte om op de een na achterste rij te zitten, zonder mensen direct naast me. De hogere regionen in de Schouwburg, ook wel 'balkons' genoemd, waren niet eens toegankelijk. Kennelijk had Squid niet voldoende enthousiasme weten te doen losbranden, dat ook die plaatsen publiek toegankelijk hadden moeten zijn.

Vanaf mijn blek moest ik het podium ingezoomd in beeld brengen. Anders zou de visuele weergave al te ruimtelijk worden. Het nadeel van inzoomen is dat je je handen beter verdomd stil houdt; hoe meer ingezoomd, hoe meer iedere beweging van je opnameapparaat in het oog springt. Dat lukte me redelijk. Hét grote nadeel: publiek met evenementitis. Het heeft zich vooraf niet op de hoogte gesteld, het zal wel zien, het zal wel horen. Het bezoek komt binnen wanneer het het belieft; het vertrekt wanneer het het goed dunkt. Kortom: het loopt al te vaak door mijn beeld. En als ik met mijn vergulde fietsketting een aantal corrigerende tikken uitdeel, ben ik malle Eppie en heb ik het gedaan. Nou ben ik niet in het bezit van een vergulde fietsketting. Het gaat om het idee. De realiteit: word ik geconfronteerd met festivalpubliek, dan ben ik vooral in het bezit van een ernstig vermoeid gemoed, dat mij doet afvragen waarom deze medemenssoort in godsnaam is komen opdagen.

Na het optreden kwam ik een oude bekende tegen bij de meurzjtafel, waar ik iets eerder de cd-versie van het laatste album van Squid, Cowards, had gekocht. Die titel deed me begrijpelijkerwijs aan een bepaald soort medemens denken dat Motel Mozaique, niet buitengewoon verrassend ook als 'MoMo' door het bestaan vliedend, met zijn aanwezigheid meende te moeten verrijken. De oude bekende opende onze conversatie met de welbekende, letterlijk beschouwd behoorlijk stupide vraag “Alles goed?”. Ik kan daar tegenwoordig niet meer mijn aloude “Alles is honderd procent en dat haal ik niet” op laten volgen. Ik moet de keuze bieden uit “Naar omstandigheden wel” of “Nee. Er is kanker bij me geconstateerd” en die opmerking, laat ik haar 'versie twee' noemen, larderen met feiten + eventueel anekdotes + voorspellingen + overige wetenswaardigheden.

Zijn antwoorden op versie twee waren zakelijk. Daarmee bedoel ik niet dat hij niet met me begaan was. Hij reageerde nuchter, zoals ik het zelf ook tracht te doen. Al schiet ik soms in de lach. Wat moet ik anders? Het is ronduit ridicuul en onbevattelijk als je te horen hebt gekregen dat je volgens de gemiddelden nog een half jaar hebt te leven als je chemotherapie achterwege zou laten; dat je volgens die medische standaard nog één heel jaar hebt te leven als je wél voor chemo kiest.

In het eerste geval zou ik inmiddels al pleitheine van het aards bestaan zijn; in het tweede geval zal ik ongeveer in september het alhier verruilen voor het eeuwige elders. Mijn voornemen is om geducht te spotten met de statistieken. Laat dat een van de weinige voornemens in mijn leven zijn die ik later als ik groot ben bewaarheid mag weten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten