donderdag 23 oktober 2025

PANENKA AVANT LA LETTRE

 

In de tuin bij mijn oma Miep in Vrouwenpolder. Het zou kunnen dat zij zich even eerder had schuldig gemaakt aan het vervaardigen van de pony op mijn hoofd. Het zou ook kunnen dat de op wraak beluste toet van de kleine guit uitstraalde dat hij op het punt stond zijn grootmoeder op doel te zetten en keihard revanche voor de knipbeurt te nemen. Niet door een welgeplaatste schuiver in benedenhoek, niet door een nog veel mooiere bovenhoekloeier. Niet door een zogenoemde Panenka, door zijn oma een hoek te laten kiezen en haar - met een later als 'stiffie' bekend geworden - lobje totaal voor lul te zetten. Maar door een keiharde streep op haar Zeeuwse bolus.

'Nou gaat u tandjes tuffen, er zijn grenzen aan knipbeurten. Ik hoef mij als kleinzoon niet alles te laten welgevallen. En ik had uw gezicht ongehavend kunnen laten door u naar een verkeerde hoek te sturen en u met een lobje, dat niet eens het doelnet achter u zou raken, tot een kleintje - ik durf zelfs gerust het woord 'loser' in de mond te nemen - uit de internationale voetbalgeschiedenis te degraderen. Ik verkoos echter de loeier. Want? Sla er de geschiedenisboeken op na.'

De foto dateert uit 1972. Panenka nam zijn beroemde pinantie pas medio 1976, tijdens de beslissende penaltyreeks tegen West-Duitsland.
'Jahaa, oma, "de moffen", volgens het taalgebruik waarmee ik werd grootgebracht. Maar daar gaat het niet om. Had ik de strafschop tegen u destijds al lobbend genomen, dan zou 'de Panenka' nooit in die bewoording de geschiedenis in zijn gegaan. Een Panenka zou als flauwe nabootsing van de 'Stefan' zijn beschouwd.'

In 1972 was ik twee of drie jaar oud. Een kleine kans dat ik destijds al de schotkracht over mij had om vanaf de penaltystip de bal over de doellijn te laten raken. Even goed druipt de balverliefdheid af van de foto. En in die brutale muil herken ik nogal wat van hoe ik als jeugdspeler was. Resumerend stel ik dat het ronduit onverstandig was mij na mijn verhuizing van Middelburg naar Rotterdam niet aan te melden bij een voetbalclub.

Ach ja. Het loopt zoals het loopt. Het grote geheel overwegend: het maakt allemaal geen fuck uit. Dat is buitengewoon ernstig. Dat is nogal geruststellend

zondag 19 oktober 2025

MIS TUSSEN MAN EN VROUW


Dus ik heb aan het eind van de middag/begin van de avond Heracles - Feyenoord zitten kijken. Uitslag: 0-7. Drie doelpunten van Ayase Ueda, die daarmee op 11 doelpunten in 9 wedstrijden komt.

Ik neem de metro terug naar huis. Verkeer in een naar optimisme neigende luim. Hoe moet ik het noemen? Ik ben best wel ietwat bevangen door enthousiasme. De metrocoupé is totaal leeg, op één bankje na. Daar zit een schoonheid van een schoonheid. Ze heeft een hoofdtelefoon op. Ik ga - het is allemaal onschuldig enthousiasme - tegenover haar zitten. Ik zie haar blik nerveus naar de ruit wijken. Kennelijk heeft ze geen telefoon om te doen alsof ze daar haar aandacht op vestigt. Met een vriendelijke glimlach probeer ik e.e.a. aan ijs te breken. Ze tracht nog verder door te ruit heen te kijken.
Als womanizer pur sang ken ik al die trucjes van vrouwen vanzelfsprekend al jaren. Eerst negeren, dan willig. Dus haal ik die koptelefoon van haar bevallig hoofdje en zeg: "Ayase Ueda heeft nu 11 goals in 9 wedstrijden gemaakt. Denk jij dat de kans er eindelijk in zit dat hij het record van Coen Dillen, 43 doelpunten in één eredivisieseizoen, daterend uit 1956/1957, in 34 wedstrijden, exact zoveel als tegenwoordig, zal breken?"
Gewoon een ter zake dienend antwoord zit er kennelijk niet in. Ze drukt direct op de metroalarmknop.
Waar is het toch ooit misgegaan tussen man en vrouw?

(Pic from YouTube)

vrijdag 10 oktober 2025

HET BEGIN VAN DE ONTMASKERING VAN ALLES



 


Vanmiddag MRI-scan van mijn gammelknie ondergaan. Ik heb het laatste jaar diverse scans meegemaakt en ik weet niet waarom, maar juist de MRI-versie schijnt een lawaai van importantie te moeten veroorzaken. Daarom kreeg ik oordoppen in en eroverheen nog een koptelefoon als extra geluidbescherming. De scanmeneer van dienst vroeg mij of ik wellicht een toefje radiomuziek over de koptelefoon wilde luisteren. In eerste instantie kwam zijn geste binnen als een dreigement. Radioklanken die ik te horen krijg, zijn altijd smerige supermarktbraggel, in strijd met de conventie van Genève, desalniettemin dagelijks rijkelijk over het winkelend publiek uitgestrooid. De MRI-man vroeg netjes welk soort muziek ik wilde horen. Ik vroeg om een zo hoog mogelijk gehalte punkrock.
   'Kink,' concludeerde hij direct.
   Dat deed me deugd. Ik heb geen flauwe notie hoe de muziekkeuze op die zender tegenwoordig uitpakt. Ik herinner me dat die in het verleden goed te hachelen was. Het feit dat mijn opmerking over punkrock direct de naam Kink aan hem ontlokte, stelde een fractie aantal momenten in mijn bestaan tot tevredenheid. Zo komt een mens toch weer een fractie aantal momenten verder in het bestaan, zonder te hoeven beseffen wat een waardeloze tijdsbesteding het veruit grootste geheel is.
De muziek van Kink was nauwelijks hoorbaar. Wel meende ik uit de contouren van de klanken in de verte te kunnen opmaken dat het geen kwaad kon als ik thuis eens wat playlists van deze radiozender raadpleegde, om er beter naar te kunnen luisteren. De verder alles overstemmende geluiden waren afkomstig van de Siemens MRI-scanner. Hoe klinken die? Laat ik de term
industrial gebruiken, om in de geest van de schone tonen te blijven.
   Na een kwartier was mijn knie voldoende gescand. De man vroeg of ik nog wat had kunnen genieten van de muziek. Ik antwoordde dat die helaas nogal magertjes te horen was en dat ik misschien beter voor honderd procent de experimentele house van het apparaat had kunnen beluisteren. Hij gaf aan dat er ooit een MRI-versie van het begin van 'Stairway To Heaven' van Led Zeppelin was gemaakt en permitteerde het zich mij die te laten horen tijdens een deel van zijn dure instellingstijd. Ja, ja. In de baas ze tijd. De rakker was het aan de eind van zijn werkweek behoorlijk
pushing to the limits, qua living on the edge. Het was niet dat ik ineens als een kievit de trap opging en zeker wist dat ik nooit iets van de malheur aan mijn knie zou voelen, nu hij me deelgenoot van de MRI-variant van de rock-classic had gemaakt; wellicht was het dé zet in de rug die me ertoe aanzette een eindje te gaan fietsen.

Net als de dag tevoren kwam ik weer op een bankje langs de rivier terecht. Nu onderaan de Maasboulevard, tussen het voormalig Tropicana-zwemparadijs en het tankstation in. De scheepvaart op de rivier gaat nooit vervelen. Of zo. Zo heet het vaak. Of het is een urban myth. Of een urban myth die ik mezelf op de mouw speld. Dit was de tweede achtereenvolgende dag waarop ik van gekkigheid niet meer wist wat te doen. En dus zette ik maar weer bootjes op de kiek. Godskoleertig. Is er iets saaier en vervelender dan wéér die schepen aan je voorbij te zien varen? Ik kan het me nauwelijks voorstellen.
   Dus. Hoop ik op. Het resultaat van de MRI-scan, komende maandag. Een telefoonstem die meldt: "Wrijf met een tandenborstel zonder pasta erop drie rondjes tegen de wijzers van de klok in over de binnenkant van de knie en uw klachten zullen als bij toverslag verdwenen zijn."
   IJdele hoop. Ik voorspel. Maandag 'weten ze het' bij het instituut 'eigenlijk ook niet precies'. De veruit meest gestelde diagnose, naast 'dood'. De tweede medische vaststelling, dood, is er één die een patiënt zelf nooit te horen krijgt. Om een of andere reden ontkomt de medische wereld er nog steeds aan die diagnose eens recht in iemands gezicht te zeggen, op een moment dat de persoon in kwestie nog in staat is die te vernemen. Ze zullen er allerlei excuses voor hebben om e.e.a. niet wereldkundig te hoeven maken. Ik typ hier maar één term, terwijl ik mezelf compleet complottheorievrij acht: BIG PHARMA. De belangen zijn te groot. Ze hebben best de beschikking over middeltjes tegen de dood. Al minstens driekwart eeuw. Maar dat mag het volk niet weten. De Rothschilds, de Rockefellertjes, de koninklijke familie van Saudi Arabië. Meer namen kan ik niet noemen. Met wat ik zojuist schreef, bewandel ik het doornig pad reeds. Iets wat ik slechts aandurf vanwege een niet bijster rooskleurig geschetste lengte van resterende toekomst in het alhier. Voor mij persoonlijk maakt het verder allemaal toch niet veel meer uit. Laat mij dan ook maar het begin van de ontmaskering van alles zijn.


vrijdag 3 oktober 2025

L.A. WITCH - MELKWEG

 


Maandag was het voor mijn gevoel 100.000 jaar geleden dat ik nog eens een concert bezocht. Mijn gevoel zegt me verder weinig. '100.000 jaar geleden' kun je lezen als 'iets te lang naar mijn zin'. 's Middags had ik mijn huisarts op bezoek gehad. Een toffe vent, die ik direct openlijk meedeelde dat ik mijn 0% alcohol drinken heb gestaakt. Ik ben er weer mee begonnen, start niet vroeg op de dag en zorg dat ik een maximum in huis heb, waaraan ik mij de dag erop niet de buil kan vallen dat ik lichamelijk zo verslaafd ben, dat me de volgende dag geen andere keus rest dan direct weer met innemen te starten.

Mensen in mijn directe omgeving reageren daar hysterisch op. Ze hebben me eerder meegemaakt en menen te weten hoe het me nu ook weer zal vergaan. Complete verloedering, met kliniekopname of dit maal werkelijk de dood ten gevolge. Ik haal er verder mijn schouders over op. Ik gun mezelf na een jaar totale onthouding de kans om het weer te proberen. De eerste biertjes bevielen me wat betreft smaak absoluut niet; het effect van de % was grandioos. Na de mijzelf opgelegde maximale hoeveelheid bleef de behoefte aan meer compleet uit. Om na het ontwaken direct verder te zuipen was totaal nicht im Frage.

Mijn huisarts gaf ik te kennen dat ik absoluut niet van plan ben het drinken weer te staken. Mijn voorspellingen op nog een lang leven zijn gering. Het lijkt me zaak die korte periode zo aangenaam mogelijk door te brengen. Ik heb lange tijd het idee gehad dat dat dus zonder drank zou zijn. De avond die volgde zou me anders leren. Na nog wat over koetjes en kalfjes en over aanstaande palliatieve sedatie of euthanasie te hebben gesproken, vond mijn huisarts het verstandig dat we ons contact zouden intensiveren van tweewekelijks naar één contact per week. Hij heeft me hier eerder aangetroffen in ongeveer dezelfde setting, maar dan met een vloer totaal bezaaid met lege wodkaflessen en heel veel statiegeldblikken waarin geen fris had gezeten. Misschien was dat zijn reden.

Dus. Huisarts de deur uit en ikke eens denken. Ik had vanwege mijn weigerachtige knie mijn kaartjes voor de optredens van de band L.A. Watch en The Buttertones in de oude zaal van de Melkweg al op Ticketswap gezet. Tegelijkertijd herinnerde ik me dat ik 's nachts nog stoer op YouTube had geschreven dat ik L.A. Watch hoe dan ook zou meemaken, dan maar onder invloed van % en pijnstillers.

% was snel in huis gehaald; pilletjes waren nog voorradig. Ik kan je meedelen dat je je niets hoeft aan te trekken van de informatie op bijsluiters. Je kunt die spullen best tegelijkertijd innemen. Ja, je reactievermogen vertraagt iets. Maar als je op de fiets naar het centraal station gaat, daar de trein neemt, op Amsterdam-Zuid de metro neemt en uiteindelijk de tram naar het Leidseplein om bij de Melkweg te raken, kan er onderweg weinig gebeuren. Ik had kunnen worden betrapt op het niet betalen van mijn toeslag voor Intercity Direct. Bij de pinken als ik nog steeds was, kwam ik er in de nog een aantal minuten niet vertrekkende trein achter dat ik zulks had nagelaten, de coupé diende te verlaten om OV-kaart alsnog langs de scanner te halen.

Je hebt ook mensen die dat allemaal niks vinden en in de auto stappen. Je hebt sowieso mensen die in de auto stappen. Omringd door andere kut-amateurs die in hun dagelijks leven weinig beters te doen hebben dan zich druk maken over een maximumsnelheid van 130 ipv 120 km.uur en hun zwakzinnige gedrag onderweg is ernaar.

Bij metrostation Vijzelgracht, dat is uitgevoerd met een schitterend lange roltrap – ik moet de lengte eens zien te vergelijken met die van in 'ons' station Blijdorp- ontmoette ik mijn oude schoolkameraad O., al sinds jaar en dag woonachtig in de jezuïetenstad. (Als ik iets verkeerd typ, fuck you. Ik mag zo nu en dan graag een grapje maken dat indruist tegen hetgeen politiek correct of wenselijk wordt geacht.) Met hem dronk ik op een of ander terras – heel anders dan in Rotterdam, geen bedelende cracklowlifes, slechts toeristen, die je ook op de zenuwen werken – twee trappisten. Vervolgens begeleidde hij me, omgaand vanwege mijn brakke knie, van de tramhalte naar de ingang van de Melkweg.

Omdat ik tegenwoordig zo veel mogelijk van concerten probeer op te nemen, was ik op tijd. Een plekje vooraan bij het podium was dan ook snel gevonden. Luxediertje dat ik ben, had ik voor een puik Aquariusflesje gevuld met Crodino, tonic, sinaasappelsap en wodka gezorgd. Twee keer greep ik ook nog naar mijn voorraad Oxycodon-tabletjes. Ik had een fantastische avond, genoot van de muziek. Van L.A. Watch had ik dat verwacht. Van The Buttertones werd het me een dag later bij terugluisteren duidelijk dat ik door middelengebruik in een zekere stemming had verkeerd.


Al met al: er was me een heuglijke avond gegund.

woensdag 24 september 2025

L'ENFER C'EST TOUJOURS


Ik kende een overtuigd kluizenaar die als straf voor zijn eenzelvigheid door God met dit lied als niet uit zijn bewustzijn weg te stampen oorwurm werd opgezadeld. De kluizenaar dacht eerst hieraan te ontsnappen door de volumeknop van zijn geluidsinstallatie op maximaal te zetten en het nummer 'Speed' van Atari Teenage Riot na indrukken van de repeat-button voortdurend herhaald af te spelen. Helaas: 'Visite' van Lenny Kuhr bleef de boventoon voeren. Een kwartaal lang verkeerde de kluizenaar in de veronderstelling dat Lenny slechts een introductie voor Lemmy zou zijn. Voor Lemmy Kilmister. Kortom, dat na 'Visite' 'Ace of Spades' van Motörhead zou volgen. Het bleek een ijdele veronderstelling te zijn. Dus besloot de kluizenaar zich van het leven te beroven. Logisch. 'Visite' als oorwurm stond niet nog niet als voorwaarde vermeld om voor euthanasie in aanmerking te komen en je moest ergens een streep trekken.

Zelfmoord was echter ook buiten de waard gerekend. God bleek namelijk ook de waard te zijn. De mensheid bleek dus eigenlijk de Waard, met hoofdletter W, te moeten schrijven, aangezien ook die het opperwezen was. De Waard had niet om nu te beweren het beste met de kluizenaar voor. Dood of levend, het zou de Waard zijn reet roesten; de kluizenaar zou met 'Visite' van Lenny Kuhr als oorwurm opgezadeld blijven zitten. Niet tot het einde der tijden. Het einde der tijden was een stupide verzinsel van de mensheid, voortgesproten uit dat lachwekkend naïeve hersenspinsel, genaamd 'hoop'. Hoop op dat er zoiets als een einde der tijden zou bestaan. Hoop, een verzameling uitwerpselen waarnaar ze dagelijks konden kijken na hun eerste koppen koffie en die ze vervolgens konden doorspoelen, als ze het geluk hadden over een werkzaam toilet en rioolstelsel te beschikken. Waarbij dient aangetekend dat chronische diarree een onwelkom euvel voor de verzinnebeelding van hoop was. Te vloeibaar, te weinig compact. Een metafoor die niet eens de kracht bevatte dood te slaan, maar die direct weg zou vloeien.

De kluizenaar had gehoopt dat zijn zelfdoding een eind zou maken aan de visite. Het tegendeel bleek het geval. Hij zou ermee opgescheept blijven. Niet tot het einde der tijden. Het einde der tijden bestond niet. Altijd bestond. En bestaat. En zal bestaan.

zaterdag 20 september 2025

PLANEET KARIG

 


Aan het eind van de middag ging ik nog een laatste kleine boodschap doen. Ik koos de fiets, omdat ik lopend bij vrij korte afstanden al last van mijn knie krijg. Boodschap gedaan en weer op mijn fiets zittend, viel het aangename weer me op. Laat ik nog maar wat verder fietsen, dacht ik. Vanzelfsprekend voldeed ik aan die gedachte. Aan de noordrand van Rotterdam, exact waar de tracés van Randstadrail en de HSL elkaar kruisen, besloot ik de ligging van eerstgenoemd te volgen. Veel keuze had ik niet. Naast de hogesnelheidsspoorlijn ligt geen fietspad. Ik wilde de staat van mijn kniegewricht testen. Halte Rodenrijs, Berkel-Westpolder (alwaar ik in een ruim bemeten Jumbo-filiaal een voorraad water, frisdrank en stroopkoeken ter versterking van de inwendige mens kocht; als ik niet zo had lopen zweten zou ik het nu - achteraf - als funshoppen betitelen), Pijnacker-Zuid, Pijnacker-Centrum, Nootdorp, Leidschenveen en Forepark passeerde ik. Toen zag ik me gedwongen het Randstadrailtracé te laten voor wat het is. Ik deed dat zonder het vergieten of plengen van welke traan dan ook. Inmiddels was ik bevangen door de geest van de nieuwe zakelijkheid. In mijn brein was simpelweg geen ruimte voor pathetiek en sentimentaliteit. In het centrum van Den Haag waren nog drie bouwprojecten die ik in beeld wilde brengen. Als ik door zou fietsen, zou er misschien voldoende daglicht resteren om het plan tot daad te doen promoveren.

Ik had weliswaar geen plaats voor sentimentaliteit en pathetiek, een merkwaardig gevoel van voldaanheid overviel me toen ik me realiseerde dat ik de residentie nooit op deze wijze was binnen gefietst. Het waren de lichtmasten van het in het Forepark gesitueerde “ADO-altijd weer een andere sponsornaam-stadion” die er mij vanuit het oosten op attent maakten dat ik me inmiddels in Den Haag moest bevinden. Even tevoren was ik nog overweldigd door de reusachtigheid van de rijbanenverstrengeling van knooppunt Ypenburg - de ene fly-over kruist de andere fly-under en dat blijft er niet bepaald tot enkele rijbanen beperkt. Bijna kreeg mijn infrastructuurfetisj de overhand, had ik in mijn handremmen geknepen en zou ik er iets met mijzelve zijn gaan uitvreten wat men in de openbare ruimte niet geacht wordt te doen. Noem het 'wilder dan wildplassen'. Ik ben een verantwoordelijk mens, wars van opstootjes, dus fietste ik rustig verder, over de Spoorlaan. Onmiddellijk werd me aan mijn linkerzijde de fantastische triestheid van bedrijventerrein Westvlietweg gewaar. Men zegt over dit soort habitats vaak dat men er nog niet dood gevonden wil worden. Ik wil dat er - heb ik eenmaal alhiero voor het eeuwige foetsie verruild - een mausoleum voor me wordt opgericht. Een mausoleum waar nooit iemand halt houdt, waar niemand weet van heeft, waar slechts mensen passeren op weg naar hun circa veertig uur per week tijdsbesteding, genaamd 'hun werk'.

Dit getypt hebbend, word ik direct overvallen door keuzestress. Ik fietste Rotterdam uit op het punt waar de tracés van HSL en Randstadrail elkaar kruisen. Ook daar verlaat je een mausoleumwaardig bedrijventerrein: Schiebroek. Die omgeving doet niet onder voor die van Westvlietweg. Dat bedoel ik. Ongetwijfeld behoor ik tot de bemanning (of 'bemensing', whatever) van een of andere kutplaneet waar er slechts één mausoleum per overledene is toegestaan. Ze noemen die planeet 'Aarde'. 'Karig' zou een betere naam zijn geweest. Ik wil na mijn verscheiden meerdere mausolea, op meerdere bedrijventerreinen.

Desalniettemin was ik nog niet klaar met fietsen op dat hele kleine stukje Karig. Ik bevond mij inmiddels in het stadsdeel Binckhorst. In de verte zag ik de Haagse skyline. Als ik ongeveer rechtdoor zou fietsen, zou ik in het centrum belanden, waar ik nog een paar bouwprojecten van ooit op mijn lijst 'te fotograferen' had staan. Met een kleine beetje geluk zou er nog juist voldoende daglicht resteren om tot vereeuwiging over te kunnen gaan. Dat is echter het probleem op Karig: ook kleine beetjes geluk ontbreken veelal. Dus heb je het maar te doen met wat zich aandient. Wat diende zich aan? Ik fietste inmiddels naast NS-station Den Haag Centraal. Lieden gehuld in Nederlandse vlaggen; redelijk veel mobiele eenheden. Er had op het nabije Malieveld een ons tegen hullie-bijeenkomst plaatsgevonden. Niet de minste reden om in de remmen te knijpen. Mijn doel was een bouwproject aan de Hoefkade, in de shariawijk. Vervelend was dat ik niet het papier met de exacte locatie bij me had gestoken. Ik was immers slechts van plan geweest op de fiets een boodschapje te doen. Ik besloot verder te rijden. Gezien de aard van mijn fitheid was het waarschijnlijk verstandig de terugrit te aanvaarden en naar Rotterdam te fietsen.

Zoals het mijn hele leven al gaat met mijn besluiten; bij het volgend kruispunt was het zojuist genomen besluit veranderd in een ander. Ik zou naar Scheveningen fietsen om eens lijfelijk te kijken waar het etablissement Podium aan Zee zich exact bevindt. Ik had het de nacht tevoren al uitgeplozen op Streetview. Toen had ik een kaartje voor een optreden van Magnapop gekocht, dat er eind november gepland staat. Direct had ik een nieuw doel voor ogen. Het is de kunst op planeet Karig je doelen te blijven stellen. Om niet te worden overvallen door de overtuiging dat je je in de waardeloze rafelrand bevindt die het in werkelijkheid is.

Dus, Scheveningen zou het worden. Vanaf de Hoefkade sloeg ik de De Heemstraat op. Links van me lag de Haagse Markt, de grootste markt van Nederland. Of de markt met de meeste kramen, de meeste vierkante meters. Doet er niet toe. Hij ligt in de wijk Transvaal. En pas nu, tijdens het typen, niet tijdens het fietsen, komt bij me op dat ik ooit nogal wat bijdragen schreef voor het boek "Transvaal, wereldwijk". Op een bepaald moment stond mijn naam bij zoveel stukken, dat ik bij het fictieve verhaal een pseudoniem heb laten plaatsen. Dat fictieve verhaal moet ik snel eens teruglezen. Het is gebaseerd op een middag verblijf aan de bar in de kroeg aan de kop van de markt, bij het Hobbemaplein. Er stond een man achter de bar aan wie slechts na die middag caféverblijf het predicaat 'legendarisch' kon worden toegeschreven. Zo'n type dat een mausoleum verdient.


Mijn naam stond ook niet bij het voorwoord van toenmalig burgemeester van Den Haag, Wim Deetman. De gemeentewoordvoerder had me wegens de prangende deadline verzocht het zelf te schrijven. Aangepast, edoch verre van gesloopt, verscheen het in druk. Leuk voor op de conduitestaat, verder niks. Het was een tijd waarin ik er nog op kickte als ik met CEO's en andere hotemetoten op een zo hoog mogelijke verdieping van een door een zo bekend mogelijke architect ontworpen kantoortoren een interview had gehouden en er een valide artikel voor een vakblad, dan wel vastgoedincrowdmagazine van had weten te vervaardigen.

Waar was ik? Van het idee naar Scheveningen te fietsen had ik ook alweer snel genoeg gekregen. De fuck. Ik ging terug. Via de shariawijkomgeving belandde ik in Rijswijk, waar de gigahoog- en breedtebouw van het European Patent Office me een soort 'welkom, u bevindt zich in een totaal gejuridiseerde wereld, waar om onbegrijpelijk reden heel veel geld wordt verdiend' heette. Ik hoef daar overigens niet eenzijdig over te klagen. Ooit vergaarde ik fijn pecunia door over de bouw van het genoemde EPO per woord betaalde lange artikelen te schrijven. Kapitalisme werkt soms ook in je voordeel. Dat ik dat voordeel altijd voor een groot deel kwijt was aan mijn horeca ondersteunende functie, daar was ik zelf bij. Met borreluur was ik daar meer bij dan wanneer alle borreluurders al lang en breed waren vertrokken en sluitingstijd van de kneip voor mij pas afrekentijd bleek te zijn. Dan kon ik nog net naar huis zonder om te vallen. Lekker belangrijk. Zonder horeca-ondersteunende functie hadden er geen opdrachten voor het boekwerk "Transvaal, wereldwijk" bestaan. Zo'n kroegbestaan wilde ook weleens vóór je werken. Het leven heeft diverse kanten. Wat niet hetzelfde betekent als dat het de moeite waard zou zijn. Laat daar geen misverstand over bestaan.

Een treffend voorbeeld van de onvolkomenheid van ons verblijf alhier volgde ongeveer onmiddellijk. Ik wist dat ik een poosje in het donker tussen het lover van het Elsenburg zou moeten fietsen. Dat had ik bij daglicht vaker gedaan. De hoeveelheid lantaarnpalen in het donker en de mate waarin ze elkaar opvolgden, verrasten me aangenaam. Totdat de aanwezigheid van lantaarnpalen er ineens mee ophield. Ik fietste in het donker. De zegswijze 'geen hand voor ogen zien' was hier op zijn plaats. Nu was ik geenszins zinnens hier een hand voor mijn ogen te houden. Ik ben niet eerder zo verrukt geweest over een functionerend fietsvoorlicht te beschikken. De witte markering in het midden van het fietspad wees me zo de weg. Al was het in het geval van een bocht geen sinecure de juiste koers te blijven volgen. Er was slechts de witte markering; alles daaromheen was aardedonker. Wat als zich hier toevallig een groepje moordlustige gelukszoekers zou ophouden? In dat geval zou ik kansloos zijn. De gedachte dat moordlustige gelukszoekers zich bibberend van angst wel twee keer zouden bedenken voordat ze zich in deze duisternis zouden begeven – uit welke rimboe ze oorspronkelijk ook afkomstig waren – hielp me de rust te bewaren.

's Middags was er een anti-gelukszoekersmanifestatie op het Malieveld geweest. Als je een gelukszoeker in de duisternis op een fiets zijn weg probeert te laten vinden door Elsenburg heeft hij nog voor het ochtendkrieken zijn familie gebeld en zit hij in de trein naar Schiphol om het vliegtuig terug naar het land van herkomst te nemen. In dat geval niet van onze belastingcenten, maar van het geld dat ze al hadden gespaard om de volgende nareiziger onze kant op te sturen. Laat hem zijn ervaring met een bodycam registreren en zend de opnamen als reallife docu uit in zijn thuisland en ook alle eventuele nareizigers laten het uit hun hoofd Nederlandwaarts te reizen.

Of ik iets wilde beweren over de gelukszoekerscrisis? Nee, dat laat ik aan de Immigratie- en NaturalisatieDienst over. Ik gebruikte slechts wat aanscherpingen om te tonen dat in het donker fietsen door Elsenburg volkomen kut is. Dat doen schrijvers soms. Met hyperbolen en overdrijvingen gebeurtenissen proberen kracht bij te zetten. Voor een adequate behandeling van gelukszoekers verwijs ik u door naar onze koningin. Die komt uit een familie met een gezinshoofd dat deel schijnt te hebben uitgemaakt van een regering die wel raad wist met onwelkome types. Ik neem aan dat er een zekere afschrikwekkende werking uitgaat van voorlichtingsfilms over hoe recalcitrante sujetten gedrogeerd in een vrachtvliegtuig worden geladen en als het begin van landaanwinning in zee worden gedumpt.

Hoe het ook zij. Ik wist uiteindelijk fietsend Delft te bereiken. Zat ter plaatse even op een bankje om aan te sterken en vervolgens de laatste etappe naar Rotterdam te fietsen. Maakte meer dan aanstalten en fietste Delft uit. De tegenwind bracht me bij zinnen. Ik draaide om en fietste met de wind in de rug terug. Mijn rijwiel plaatste ik in de stalling van het station. Ik nam de trein. Zoals te doen gebruikelijk had ik inmiddels weer voldoende overdreven. Mijn knie en overige spieren moeten me na deze inspanning maar laten weten hoe het er fysiek met me voor staat.

woensdag 17 september 2025

BEST SPANNEND


Omdat ik weleens wat actualiteit tot me neem, voelde ik mij met de neus op het feit gedrukt dat ik noch de muziek van Kneecap, noch die van Bob Vylan ooit tot me had genomen. Beide ensembles staan erom bekend tijdens hun concerten nogal uitgesproken standpunten inzake Israël-Palestina aan het publiek duidelijk te maken. Dat zegt me niet zo veel. Ik bezocht erg veel concerten. Niet vanwege politieke overtuiging, maar vanwege muzikale klanken die me aanspreken. Kunt u leuk met gitaar, piano, pauken en overig instrumentarium overweg? Bent u in staat deze vaardigheden met uw kornuiten tot een beluisterenswaardig geheel te smeden? De kans is groot dat u bij mij in het waarderingspulletje terechtkomt.

Het 'Free Palestina' is me bij concerten inmiddels zo vaak om de oren geslagen, dat ik bijna recalcitrant 'Israël, hiep-hiep-hoera' zou gillen. Ware het niet dat mijn hekel aan de staat Israël daarvoor veel te groot is. Zo groot dat het onderscheid tussen antisemiet of antizionist me geen moer meer uitmaakt. Antizionist, sowieso. Antisemiet? Mooi. Dan draag ik die kwalificatie als geuzennaam, net zoals een Feyenoord-supporter zich vereerd voelt met het ooit als scheldwoord bedoelde 'kakkerlak'. En rot nu maar lekker op met je davidsster.

O ja, voor ik het vergeet. Het verschil tussen de muziek van Kneecap en Bob Vylan. Eenvoudig, me ervan bewust zijnde dat ik niet alles van beide groepen tot me heb genomen: Kneecap, geen ruk aan, door de nadruk op rap en het gebrek aan muziek; Bob Vylan, goed te doen en entreebewijsaankoopwaardig, hoewel erg veel tevoren opgenomen muziek en slechts zanger en drummer op podium.

Dan doemt het volgende probleem op. O shit, nee. Het woord 'probleem' dient tegenwoordig te worden betiteld als 'uitdaging'. De volgende uitdaging, dus. Bob Vylan is afkomstig uit Ipswich, Suffolk, England. Kneecap uit Belfast, Northern Ireland. Verkies ik hier de onderdrukkers boven de onderdrukten? Of zou er weinig aan de hand zijn en het wellicht slechts met mijn muzikale voorkeur te maken hebben? Dit gevecht innerlijk met mezelf voeren is een beste uitdaging, die ik niet aanga. De klanken van Bob Vylan bevallen me beter dan die van Kneecap.
That's it.

Bij het Tilburgse poppodium 013 doen ze niet erg aan muzikale voorkeuren. De commotie die was ontstaan na het optreden van Bob Vylan in Paradiso was voldoende reden om de twee Engelse artiesten te cancelen. In Doornroosje in Nijmegen was het tweetal een dag erna welkom. 013 is qua programmering voor de veilige shit, dat is me al wat langer bekend. 'Laf' is een groot woord, met 'makkelijk' duw je de pleister zo diep mogelijk in de reeds ontstoken wonde. Muzikaal en nu ook - zo blijkt - in het geval van eventueel de geringste aanleiding tot polemiek oproepend.

Wat had die gozer van Bob Vylan gegild? "Death to the IDF". IDF. Die vriendelijke jongens van het Israel Defense Force, die er nu en dan zin in hebben Palestijnse kinderen van ver een kogel in hun hersens te schieten, om trots te kunnen tonen dat hun training tot scherpschutter haar vruchten heeft afgeworpen. Allemaal om Israël te verdedigen, dat spreekt voor zich.

Het land verdedigt zich al sinds 1948 uitermate dapper tegen brute moslimkrachten. Hoewel? Dapper? They get by with a little help from their friends. Ik herinner me nog de Israëlische jonge vrouwen die bij een buurman logeerden en die de dienstplicht moesten vervullen. Ze vonden hun tijd in het leger 'best spannend'. 'Best spannend.' De waardering die de luxe onderdrukker aan een soort betaalde doe-vakantie kan geven. Ik neem aan dat lieden van het huidige IDF de situatie in Gaza ook 'best spannend' vinden. Fijn hoor, bij de bovenliggende partij behoren en een veel te groot deel van de mondiale opinie nog in je rug weten, omdat je je op het onderdrukken van zeer fragmentarische terreur kunt beroepen. 'Best spannend.'

Heb ik me daar ineens last van een plotsklaps oprispende vraag. Is het eigenlijk strafbaar om het verblijf van Anne Frank in het Achterhuis als 'best spannend' te kwalificeren?