dinsdag 15 april 2025

TRAMHAUS - LIVE - ANNABEL - ROTTERDAM - 11-4-2025


Tramhaus is een Rotterdamse band. Het Oude Tramhuys was een uiterst Rotterdamse nachtuitspanning op het Eendrachtsplein, vlakbij waar ik zo langzamerhand al 100.000 jaar zou wonen, als de tijd werkelijk voorbij vloog. Ruim dertig jaar is het inmiddels wel, in werkelijkheid. Het Oude Tramhuys staat er niet meer. Het wordt opgeknapt en in Oude Luyster hersteld. Het krijgt na de opknapbeurt geen horecabestemming; het wordt een of ander paviljoen van waaruit wandelingen door de stad Rotterdam worden georganiseerd. Ik ben benieuwd of ik tegen de tijd dat het Oude Tramhuys terug op de locatie staat weer in staat zal zijn tot het volvoeren van wandelingen. Dat ik me daarbij niet tegengehouden weet door blijvende neuropathieklachten in mijn voeten. Met wat meer pech besta ik omstreeks die periode niet eens meer. Ben ik aan de kanker ten ondergegaan. Ja, lieve mensen. Het benne me daar even spannende tijden. Zo spannend dat ik afzie van het ver vooruitkijken. Daar heb ik geen tijd voor. En geen zin in. En u kunt van mij, als autodidactisch vrijetijdsfilosoof, gerust aannemen dat er zelden een belangrijkere reden is te bedenken om iets na te laten dan er domweg geen zin in hebben. Een stukje doe-het-zelluf Kritik der reinen Vernunft.

Hoe zat het ook weer? Was de band Tramhaus nou vernoemd naar het Oude Tramhuys? Ik meen er iets over te hebben gelezen, maar ik weet het niet meer. Zeker is dat het Oude Tramhuys momenteel een tijdelijk foetsie ondergaat. Tramhaus is daarentegen springlevend. Niet lang geleden zag ik ze nog spelen in het gezelschap van de Rotterdamse muziekgroepen Texoprint (voorheen Kalaallit Nunaat geheten) en M.U.G, in Worm. Dit was tijdens een snel opgezette benefietavond voor de venue Stroomhuis in Eindhoven, die niet lang daarvoor was afgebrand. Een sympathiek gebaar, waar Tramhaus-frontman Lukas Jansen een belangrijke hand in had, als ik dat correct heb onthouden. In Stroomhuis maakte ik slechts één maal een concert mee en niet van de minste band: het Canadese Crack Cloud.

Nu is het echter de beurt aan Tramhaus. Na al in een volle grote zaal van Paradiso te hebben gespeeld, een optreden dat in de Volkskrant een knetterend lovende vijf sterrenrecensie kreeg, geven ze nu acte de présence in een uitverkocht Annabel. Er wordt in Rotterdam nog regelmatig met weemoed omgekeken naar Nighttown; ik vind Annabel een minstens zo prettige zaal. De programmering is wat minder alternatief dan die in de door nostalgici opgehemelde goeie ouwe tijd. Daarom kom ik er niet zo vaak. Maar ik realiseer me dat het afgenomen alto-gehalte te maken heeft met de veranderde smaak van het grote publiek. En wie ben ik om daar iets van te vinden? Behalve dat ik het als reuze stompzinnig en een aankondiging van het einde der tijden beschouw.

Heel even lijd ik stress bij de ingang. Mijn naam blijkt niet op de lijst met genodigden te staan. Heremetijdje, wat is dit? Mijn contact had een afzegging van één harer contacten ontvangen, die eerst zou gaan. Ik had nog gevraagd wat de reden kon zijn van die afzegging. Bij het annuleren van je huwelijk of de geboorte van je eerste kind kan ik me nog iets voorstellen; bij het niet komen opdagen voor een bezoek aan een optreden van Tramhaus verdwijn ik in een rabbit hole van onbegrip. Maar goed. Ieder zijn meug. Ik sta niet op de lijst, het meisje dat me toegang moet verlenen spreekt slechts Engels, geen Nederlands. Ik spreek echter ook Engels en ik hoef slechts aanstalten te maken om nogmaals, nu in andere, overigens zeer rustige en nette, bewoordingen duidelijk te maken wie me heeft willen matsen met de gratis toegang of het meisje zegt al dat het oké is en drukt een stempel op mijn pols. Het gaat zo goedgemutst en makkelijk dat ik me afvraag of simpelweg een gladde babbel me vaker en elders ook entree zal verlenen. Het is slechts een overweging. Ik heb een gruwelijke hekel aan lulpraatjes en liegen. Als ik iets uit mijn duim wil zuigen, schrijf ik een fictief verhaal. Dat is het voordeel van over voldoende fantasie beschikken.

Wat valt er over het concert van Tramhaus te typen? Als enige dissonant wellicht dat de zang op mijn opnamen te zacht is ten opzichte van het volume van de instrumenten. Ik ben bang dat ik mijn telefoon daar dit maal niet de schuld van kan geven. De volumeverhouding van voorprogrammagroep Real Farmer was wel in orde. Verder is er over Tramhaus geen wanklank te melden. Tevoren was ik al gegrepen door het afspelen van hun complete oeuvre, dat ik via Bandcamp eens tot het mijne had gemaakt. Op de fiets, in bus, metro, trein en de supermarktrij belandden de Tramhausklanken via den draadlozen in mijn geestesleven. En wel behoorlijk continu. De live ervaring doet de studio-opnamen ei zo na vergeten. (Ik typ 'ei zo na', omdat het ineens in me opkomt en weer eens wat anders is dan 'bijna' of 'welhaast', edoch hetzelfde betekent, echter veel vaker in Vlaanderen dan in Nederland wordt gebezigd.) Het moet erg lang geleden zijn dat ik nog eens zo gegrepen werd tijdens een concert. De intensiteit doet me terug denken aan het optreden van Pixies in de Amsterdamse Jaap Edenhal, begin jaren negentig. Exact de juiste soort rock naar mijn smaak, op het podium gebracht door muzikanten waar de eenheid vanaf straalt. Ieder doet zijn ding, maar naadloos passend in het collectief.

Bassiste Julia Vroegh en gitarist Micha Zaat staan redelijk roer- en uiterlijk emotieloos, gedisciplineerd en zeer kundig hun snaren te beroeren. Van het gezicht van drummer Jan Luijten is meer enthousiasme af te lezen. Het interesseert me overigens geen ruk of muzikanten wel of geen emotie uitstralen. Een belangrijk kenmerk van muziek is dat het om het geluid gaat. De rest lijkt me bijzaak. Desalniettemin schets ik de uiterlijkheden nog wat verder, nu ik toch begonnen ben. Gitariste Nadya van Osnabruggen toont meer motoriek. Ze zwaait vaak, haar hoofd voorover houdend, met haar blonde haren heen en weer, alsof ze in trance verkeert. Het wekt soms bijna een autistische indruk. De zweem van autisme doorbreekt ze doordat ze soms even kort zichtbaar contact met bandgenoten heeft. Ál te veel onderling overleg hebben de Tramhaus-musici niet meer nodig. Daarvoor vormen ze inmiddels een veel te op elkaar ingespeeld collectief, een mate van collectiviteit die voor een werkelijk autist geheel onbereikbaar is.

Dan frontman en zanger Lukas Jansen. Hoe je het ook wendt of keert, hij is toch het gezicht van Tramhaus. De energie en motoriek die hij op het podium brengt zijn indrukwekkend. Nog belangrijker: de afwisseling die hij tussen rustiger zang en harmonisch blijvend geschreeuw weet te brengen, moet, naast de instrumentale prestatie van Tramhaus, ook een gewicht van importantie in de aantrekkingskrachtschaal van de groep leggen. Daarbij wisselt hij wilde sprongen en in de lucht trappen af met veel meer ingehouden, zwoele dansmoves. Het schijnt dat Mick Jagger bij Lukas Jansen heeft geïnformeerd of die hem een cursus podiumpresentatie wil geven. En het schijnt dat ik er in mijn schrijven soms een fictieve hyperbool tegenaan smijt om mijn waardering kenbaar te maken.

Lukas Jansens dictie van de Engelse taal is Brits met een natuurlijke vanzelfsprekendheid. Een grappig detail in het nummer “Make it Happen” is het met puur Rotterdamse tongval gebracht 'Rottudam', waarna hij 'make it happen' en de rest van de lyrics met onmiskenbaar Engelse klank zingt. “Make it Happen” is een persiflage op een gelijkluidende, Rotterdam hypende slogan van het gemeentebestuur. Ik vraag me af hoe groot het deel van het publiek is dat door heeft dat Tramhaus het als meer dan plat, ééndimensionaal chauvinisme brengt. Als er na het concert direct een Feyenoord-lied uit de muziekinstallatie schalt, word ik na een geweldig optreden alsnog overvallen door een wat al te fors naar mijn zin zijnd 'helaas'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten